FILM
Benjamin Martin (Mel Gibson), weduwnaar en vader van zeven kinderen, heeft zijn portie oorlog wel gehad, en besluit de rest van zijn leven te slijten op een plantage in South Carolina, waar ook zijn echtgenote begraven ligt. In 1776 woedt er echter een oorlog tussen de Continentalen (die streven naar een onafhankelijk Amerika) en de Engelsen. Aangetrokken door het heroisme dat met het soldaatzijn gepaard gaat, ook wel voor het vrouwelijk schoon dat valt op mannen in uniform, maar vooral omdat hij iets tegen zijn vader te bewijzen heeft, laat zijn oudste zoon Gabriel (Heath Ledger) zich ondanks zijn te jonge leeftijd inschrijven als soldaat. Zijn vader kan zijn wijsneus uiteraard niet tegenhouden, ondanks het feit dat hij radicaal tegen elk conflict met de Engelsen is, en dat hij door een eventuele oorlog zijn onvervulde liefde voor zijn schoonzus Charlotte (Joely Richardson) wel altijd onbeantwoord zal blijven zien.
De eerste treffens van het Continentale leger met de Engelse resulteren in een bloedbad voor de Continentalen, en een zwaargewonde Gabriel, die boodschapper is en belangrijke strategische informatie bij zich draagt, gaat zich thuis verbergen. De wrede kolonel William Tavington (Jason Isaacs) is hem op het spoor, en wil Gabriel arresteren en het gezin Martin straffen voor hun collaboratie. Tijdens een schermutseling schiet kolonel Tavington Thomas, Martins tweede oudste zoon, koudweg dood. Benjamin Martins stoppen slaan dan pas goed door, en met twee van zijn jongere kinderen volgt hij de troepen die zijn zoon Gabriel afvoeren, slacht deze op uiterst wreedaardige wijze af, en bevrijdt hierdoor Gabriel. De enige overlevende van het slachtfestijn verklaart tegenover Tavington dat het het werk van slechts één man was, die in de toekomst de bijnaam 'het spook' zal krijgen.
Na dit indicent moet Martin uiteraard op de vlucht. Hij verbergt zijn kinderen bij zijn schoonzus, en wanneer Gabriel, gedreven door zijn plichtsgevoel, terugkeert naar het front, volgt Martin hem. Benjamin Martin wordt eens te meer in zijn leven geconfronteerd met zinloze veldslagen die enkel weduwen bij de vleet maakt. Een strategische overwinning voor de onafhankelijkheidsstrijders zou eventueel kunnen in de hand gewerkt worden wanneer er Franse hulptroepen zouden aankomen. Om tot dan zo veel mogelijk tijd te winnen, en om de schade van de eigen troepen tegen de overmacht zo beperkt mogelijk te houden, schakelt Martin over op onvervalste guerilla-tactieken. Hij laat mensen onder het gewone volk rekruteren en die zoveel mogelijk Engelse soldaten afmaken door middel van allerlei valstrikken. Tegen alle klassieke regels van de oorlogsvoering in schieten de troepen van Martin eerst de officieren neer (in plaats van de onschuldige burgers - wat een vooruitgang!), en vernedert voortdurend de aanvoerder, generaal Cornwallis (Tom Wilkinson) door diens persoonlijke schatten te roven en voor zijn ogen tijdens een feestje zijn munitieschip naar de haaien te laten gaan.
Wanneer Cornwallis enkele manschappen van Martin gevangen neemt, stelt hij hem voor om deze te ruilen tegen zijn persoonlijke spullen. Martin gaat op de ruil in, en tijdens zijn aanwezigheid in Cornwallis' fort ontmoet hij kolonel Tavington, die nog wat zout in de wonde strooit die de dood van Thomas heeft nagelaten door te zeggen wat voor een watjes Martins zonen wel waren. Tavington daagt hem uit om hun geschil daar ter plekke voor eens en voor altijd te beslechten, maar Martin kan zich inhouden, en door de confrontatie ontwikkelt Tavington een blinde haat, die hij afreageert op al wat Martin lief is. Hij laat het huis van zijn schoonzus in brand steken, die nog ternauwernood met Martins kinderen kan vluchten naar de woningen van de voormalige zwarte plantagebedienden. Wanneer in een relatieve periode van rust Gabriel trouwt met zijn jeugdliefde, kan Benjamin zichzelf er eindelijk toe bewegen om zijn gevoelens voor zijn schoonzus onder woorden te brengen. De rust is maar van korte duur; Tavington zet zijn haatcampagne voort, en brandt de kerk plat met alle inwoners van het dorp van Gabriels verloofde er nog in, inclusief zijzelf. Wanneer Gabriel de achtervolging op Tavington inzet, loopt hij in een val, en Tavington doodt Gabriel. Deze laatste slag is er voor Martin te veel aan, en tijdens de finale veldslag zoekt hij Tavington op voor een laatste confrontatie.
The Patriot is een typisch Mel Gibson-produkt, waarin de huisvader-met-zeven-kinderen voortdurend puppyblikken als van een afgewezen maagd in het rond werpt, seksueel zelfs het ziekelijk kuis houdt, maar met plezier iedereen die één vinger naar de zijnen uitsteekt in mootjes hakt. De man presteert het dan bovendien nog om met een Amerikaanse vlag te staan zwaaien terwijl hij ei zo na doorzeefd wordt. Een zeker ziekelijk verlangen om zichzelf te kunnen portretteren als een stervende held is Gibson niet vreemd (zie onder meer
Braveheart), en dat zijn fundamentalistisch geloof blijkbaar geen belemmering is voor de goorste martelporno
The Passion Of The Christ) is ook al lang geen nieuws meer. Deze
Patriot, van de hand van
Godzilla- en
Independence Day-regisseur Roland Emmerich, die ons vorig jaar nog vergastte op het uiterst historisch accurate en fijnbesnaarde dialoogdrama
10,000 B.C. toont ook in deze film weer dat hij historisch een dikke nul is, waarbij een genuanceerd beeld tussen de edelmoedige vrijheidsstrijders van het Amerikaanse leger, de sadistische snobs van de Britse kroon en een paar verloren gelopen nichterige Fransen die qua welsprekendheid allemaal lijken op Gérard Depardieu, er compleet niet inzit. Historisch is de film dus een familieverpakking lulkoek, maar qua spektakelwaarde en indrukwekkende oorlogsscènes verdient deze film dan weer wel een plaatsje op de erelijst. Mel Gibson is natuurlijk een onbetwist schitterende acteur die categoriek geen enkele rol wenst te spelen waarin hij niet voluit kan gaan en zijn nummertje van gebelgde filantroop kan opvoeren, maar zijn rollenscala schijnt toch beperkt tot die personages waarin hij een transformatie moet ondergaan van de ideale brave huisvader tot een bloederige wraakengel, een indrukwekkend moordlustig monster met het gezicht van een vertegenwoordiger in levensverzekeringen, wanneer hem of de zijnen onrecht aangedaan wordt. (Voor de liefhebbers van dit
Mad Mel-genre kan ik ook
Ransom,
Braveheart, tja, het overgrote merendeel van Gibsons palmares aanraden.) Daartegenover staat dan weer dat hij deze rol met brio speelt, en dat elk centje pijn op zijn gezicht staat af te lezen. Maar elke keer als een kind van Gibson gedood of verwond wordt, heb je zo iets van 'en dan gaat papa nu weer boos worden' en weet je al op voorhand dat er in de volgende scene een paar mensen gaan worden afgemaakt met de subtiliteit van een konijntje dat onder een oogstmachine terechtkomt. Gibson grijpt in zijn films toch iets te vaak terug naar de stereotiepen van een geciviliseerde, beter bespraakte en minder debiel uitziende versie van
Rambo, die tenminste wel op tijd en stond een gepolijste conversatie kan voeren die Stallones spastische "Me kill you whoeak whoaek"-mimiek overstijgt. De film bevat zelfs enkele pogingen tot humor: wanneer Gibson twee grote Deense dogs terugbrengt naar de generaal van de tegenpartij, zijn de beestjes al blijkbaar zo aan hun nieuwe baasje verknocht dat ze de ouwe baas geen blik meer waardig gunnen.
Naast een ego van dat van mijnheer Gibson is er voor de andere acteurs nog bijzonder weinig manoeuvreerruimte, alhoewel Jason Isaacs de perfide slechterik Tavington met overtuiging brengt.
The Patriot betekende ook één van de doorbraakrollen voor de in deze film er nog als een melkmuil uitziende Heath Ledger, die toen nog vooral gecast werd als het prototype van een ideale (schoon)zoon. Dat de zoon des huizes van de familie Martin zonder noemenswaardige militaire expertise van betekenis bij bosjes ervaren Engelse soldaten afslacht alsof hij het gras aan het afrijden is, kogels kan ontwijken met een lenigheid alsof hij Spiderman zelf is, en alleen maar met een brutale list kan neergelegd worden, doet echter aan de geloofwaardigheid van zijn personage geen goed. Buiten het trio Gibson-Isaacs-Ledger leveren de andere castleden niet echt een bijdrage van betekenis; de jonge acteurs die verantwoordelijk zijn voor de rest van mijnheer Gibsons kinderbijslag weten niet echt te overtuigen, en Tcheky Karyo is met zijn stereotiep van een irritante Franse kloothommel zelfs eerder een hindernis dan een aanwinst. Toch is
The Patriot ondanks de lange speelduur - de director's cut klokt vijf minuten onder de drie uur in - uiteindelijk je kostbare Blu-raytijd waard, als je er niet te veel bij nadenkt.
BEELD EN GELUID
Deze extended cut van
The Patriot verscheen eerder al op dvd; voor de Blu-rayrelease hebben we geen andere keuze dan deze en niet de
theatrical cut te bekijken. De film ziet er levendig en vibrant uit, het beeld heeft veel schaduw en diepte, en de kleuren steken goed af, alhoewel ze soms een beetje té oververzadigd zijn; zo was op de dvd misschien de finale veldslag een beetje te wazig om de rode en blauwe uniformen nog uit elkaar te houden, maar de Blu-ray van
The Patriot doorstaat elke test, en het siert Sony dat ze ook aan hun catalogustitels de nodige zorg besteden. Ook zit er een stuk meer detail in de compositie, waardoor details aan de kleding - zowat het enige historisch accurate aan de film - de interieurs en in de textuur van de bossen nog beter tot hun recht komen. Misschien is er nog een beetje ruis aanwezig, maar veel zal het niet zijn. Voor audio hebben we de keuze tussen een mooie Dolby Digital 5.1-track (geen True-HD echter), en een ongecomprimeerde PCM-track. Het gebrek aan een surroundkanaal achteraan weegt echter niet op tegen het feit dat dit een rijke track is met veel impact tijdens explosies, een goed gevoel van richting bij de vele vuurgevechten, en een diep geluidsbeeld gedurende de veldslagen. Zowel in de hoge als in de lage tonen is de track gedetailleerd, de dialoog laat zich helder verstaan en verdrinkt niet in de chaos van geluidseffecten, die over het algemeen goed uitgemeten zijn. en niet té overdonderend.
EXTRA'S
Slechts een beperkt aantal extra's hebben het tot de Blu-ray gehaald. De audiocommentaartrack is gesneuveld op het slagveld, de interactieve featurette over de visuele effecten is foetsie, conceptuele schetsen zijn verdwenen, en de verwijderde scènes zijn niet meer terug te vinden, alhoewel die nu grotendeels in de film zijn teruggepuzzeld. Blijven nog over: de documentaires
The true patriots (10 min.) en
The Art Of War (9 min.), twee snippertjes waarin een wel héél korte kijk achter de schermen wordt gegeven. Bijna zou ik hier de fout maken om te stellen dat er nog een documentaire zou thuishoren over de historische context van de film, maar tja, wélke context?
CONCLUSIE
Alhoewel het niet echt de film is waarvoor Mel Gibson zal herinnerd worden, is
The Patriot een stuk best te pruimen cinema. De technische kwaliteit van de presentatie op het blauwe schijfjesformaat is prima, maar wat voor bonusmateriaal moet doorgaan laat zich nog best omschrijven als een dijenkletser.