WOORD HEEFT MIJ GERED, HET
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2009-06-23
DOCUMENTAIRE
Ik ben geboren tijdens een oorlog, ik ben opgegroeid tijdens een oorlog, ik heb school gelopen tijdens een oorlog, ben afgestudeerd tijdens een oorlog en uiteindelijk ook weggegaan tijdens een oorlog. Met die eenvoudige woorden vat de Iraniër Rodaan Al Galidi in het kort zijn levensloop samen, in het Nederlands, want die taal heeft hij zichzelf geleerd en in die taal schrijft hij sinds tien jaar met succes proza en poëzie waarvoor Pen Vlaanderen hem in 2007 de Pen-prijs toekende.
Al Galidi kwam na een jarenlange zwerftocht in 1998 naar Nederland. Hij belandde er zoals de meeste illegale immigranten in een circuit van gesloten asielcentra terecht. Z’n asielaanvraag werd na een opsluiting van 7,5 jaar geweigerd, maar in 2007 kon ie genieten van het zgn. generaal pardon, waardoor hij een verblijfsvergunning kreeg voor onbepaalde tijd. Inmiddels was hij evenwel op uitnodiging van Pen Vlaanderen in Antwerpen neergestreken waar hij naar verluidt nog altijd woont en waar hij zich goed voelt.
De door de wol geverfde Nederlandse regisseur Barbara den Uyl (
Marokko Swingt, 2004), dochter van de socialistische politicus en minister-president Joop den Uyl zaliger (1973-1977), maakt een interessant en intimistisch portret van Rodaan Al Galidi dat niet gespeend is van humor. Ze introduceert de schrijver-dichter op z’n studentenflatje in Zwolle waar hij zich schuilhoudt na de afwijzing van zijn asielaanvraag. Al Galidi toont haar de portretten van Tolstoj,
de beste schrijver ter wereld, zegt hij zacht, een familieportret dat ie ooit kocht op de rommelmarkt in Zwolle en waarover hij tegen buitenstaanders zegt dat het zijn ouders en zusje zijn, maar dat is niet zo, want van zijn vader en zijn moeder heeft hij een eenvoudig fotootje op de kast liggen. In een schoenendoos bewaart hij cassettebandjes met brieven van zijn moeder.
Ze zegt dat het goed met ze gaat, vertaalt Rodaan Al Galidi voor Barabara den Uyl,
maar ik luister naar haar stem en die vertelt een heel ander verhaal. Op de vlucht voor verplichte militaire dienst in het leger van Saddam Hoessein, zwermden de broertjes Al Galidi destijds uit over Europa en het Midden-Oosten.
Ze willen hiernaartoe, zegt de schrijver-dichter een beetje weemoedig,
maar ik schrijf alleen maar gedichten, wat kan ik doen?
Ik wil naast je liggen
zoals de golf naast de golf.
Ik wil één met je worden
zoals de golf met de golf.
Ik wil je volgen
zoals de golf de golf.
Het verblijf van meer dan zeven jaar in een asielcentrum laat lidtekens na op de ziel en dat is bij Rodaan Al Galidi niet anders. Hij toont Barabara den Uyl een aanplakbrief van de eigenaar van z’n studentenhuis met daarop een aantal opmerkingen over het wasgoed. Achter elk zinnetje staan uitroeptekens. Rodaan Al Galidi telt er 21 na één van de korte stukjes tekst. Hij telt ze één voor één na en zegt:
denkt u dat die man tegen ons op gewone toon praat? Of zijn observatie over de medebewoners in het studentenhuis:
boven zit een jongen die naar romantische muziek luistert, en Al Galidi neuriet een bekende Nederlandse smartlap.
De meisjes vinden hem maar niets, besluit hij en dan:
maar onder zit een jongen die van Iron Maiden houdt. Er komen vaak meisjes en hij verzamelt hun haarlokken en hangt hun slipjes aan de muur. Ze vinden hém cool. Wat voor maatschappij is dit?, hij schudt meewarrig het hoofd…
Op uitnodiging van Pen Vlaanderen komt Rodaan Al Galidi halfweg het decennium naar Antwerpen. Hij kan er een maand op de zgn. schrijversflat logeren en zich helemaal aan het schrijven wijden. Antwerpen, zucht hij en zet het raam wagenwijd open alsof hij voor het eerst sinds z’n vertrek uit Zwolle vrij adem haalt. In Nederland zeggen ze: volgens de wet kunnen we niks voor je doen. Afgelopen. Geen medelijden. In België zeggen ze: volgens de wet kan dat niet… maar we zullen zien wat mogelijk is. Zalig land! In een kastje, naast oude schoenen die hij nooit weggooit, bewaart Al Galidi zijn gedichten, een hoge stapel kleine boekjes in een sierlijk Arabische handschrift. Hij neemt ze overal mee naartoe, net zoals de heilige tekst die hij van een wijze ooit kreeg om beter in te kunnen slapen. Hij bewaart het dubbelgevouwen stukje papier in een plastic zakje alsof het om een klompje puur goud gaat. Met z’n familie in Irak gaat het ondertussen niet goed. Het maakt Al Galidi depressief en onrustig. Alleen als ik het even kan vergeten ben ik gelukkig, zegt hij daarover: een eenzame man in een vreemd land, die zich van z’n gasttaal bedient om de buitenwereld te bereiken.
Zoals we dat van haar gewoon zijn, laat Barbara den Uyl haar hoofdpersonage voortdurend aan het woord. Af en toe toont ze stille beelden of foto’s uit Irak met een streepje bijpassende muziek. Ze mengt zich zelden of nooit in het gesprek. Ze registreert, ze volgt, ze bespiedt met een perfect oog voor detail, maar nooit langer dan strikt nodig. Droevige momenten houdt ze kort, grappige effecten geeft ze meer ruimte, zoals het fragment op de Vogeltjesmarkt waar Al Galidi een bruin Vlaams kippetje op z’n hand laat zitten: luister hoe zacht dat klinkt, zegt hij en streelt het diertje over de veren, zacht, hé?, voegt hij er lachend aan toe en Barbara den Uyl laat de camera gewoon draaien omdat het een prachtig moment oplevert.
He regen,
waarom val je hier?
Ben je blind, egoïstisch, ben je gek?
Waarom open je hier paraplu’s
als je daar bloemen kan openen?
BEELD EN GELUID
De kwaliteit van deze documentaire film is goed. Zoals vaak gaat het om een aantal opnamen die niet voor herneming in aanmerking komen, om toevalstreffers en unieke sfeermomenten en die zijn zo fraai als maar mogelijk in beeld gebracht, rekening houdend met de omstandigheden.De special effects worden op een zuinige en efficiënte manier toegepast om de teksten en de poëzie van de artiest zichtbaar te maken en ze geven de documentaire substantiële meerwaarde. De muziek is vooral oosters en ze speelt een belangrijke rol voor de sfeer en de toon van deze film. De stereoversie volstaat voor een dergelijke productie.
EXTRA'S
Bij de extra’s zit de korte niet gebruikte scène Ontmoeting in de tuin, gevolgd door het kritische Bureaucratie waarin Rodaan Al Galidi de Nederlandse samenleving haar hoog bureaucratische gehalte verwijt: wil je een huis? Bureaucratie. Wil je de straat op? Bureaucratie. Wil je pissen? Bureaucratie. Wil je poepen? Bureaucratie. Waarom zijn Nederlanders zo gelukkig met bureaucratie?, vraagt hij zich af en toont de toeschouwer op die manier de bizarre indruk die het ingewikkelde web van regeltjes en wetten op een buitenstaander maakt. In Gitaarimprovisatie ziet u dat deze schrijver-dichter nog minstens één ander talenten heeft. Vervolgens is er een kort uittreksel uit Al Galidi’s Speech Pen Vlaanderen bij de overhandiging van de Pen-Prijs en om te besluiten het zeer grappige Saint Amour dat als afsluiter van de documentaire best een goede beurt had gemaakt.
CONCLUSIE
Een documentaire film over een dichter, u zit er wellicht niet op te wachten? Toch weet regisseur Barabara den Uyl van haar portret van schrijver-dichter Rodaan Al Galidi een aantrekkelijke film te maken, mede door de innemende persoonlijkheid van de man, zijn zachte karakter, zijn weemoed als het om zijn familie gaat, de aparte en originele manier waarop hij naar onze samenleving kijkt, z’n enthousiasme en dankbaarheid als zijn uniek talent herkend en erkend wordt. Barabara den Uyl volgt hem op z’n kamertje in Zwolle, op de Pen-Prijsuitreiking in Antwerpen en tijdens z’n optreden op Saint Amour waar Rodaan Al Galidi ongewild voor een zeer komische entr’acte zorgt.
Het Woord Heeft Mij Gered is een aandoenlijke confrontatie met een nieuwe Nederlander of moet het ondertussen nieuwe Vlaming zijn?, een unieke karakterschildering van een gevoelig en receptief artiest met wortels vele duizenden kilometers hiervandaan en die toch onze taal spreekt en die onze manier van leven via zijn aparte kijk op de dingen in die taal verwoordt op een al even aparte en unieke manier.