PEUPLE MIGRATEUR, LE
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2002-09-18
DOCUMENTAIRE
Het is nogal moeilijk om een korte inhoud te schrijven over een prent die helemaal geen korte inhoud heeft, maar we gaan toch een poging doen om u een sfeerbeeld te geven. Winters landschap. Een roodborstje wipt vrolijk uit een houten hut, en boven zijn hoofd passeert een vlucht eenden, op trektocht naar hun broedgebied. De eenden zijn niet de enige; zowel in het noordelijk als in het zuidelijk halfrond zijn er vogelrassen die er soms jaarlijks duizenden kilometers tocht voor over hebben om te eten, te broeden of zelfs ergens te gaan sterven. Ooievaars strijken neer in de Egyptische woestijn. Wilde ganzen trekken de Noordpoolcirkel over en landen in de Noorse fjorden. Pelikanen vechten om het leiderschap van het nest. Reigers doen zich te goed aan een portie kikkerbilletjes "natuur". Bontgekleurde papegaaien worden langs de Amazone door exotische vogelhandelaars gevangengenomen en in kooien gezet; maar er ontsnapt nog altijd een veelvoud de jungle in. Ganzen vliegen onder de bruggen van New York door. Condors overvliegen de steile kliffen van het dorre Andesgebergte. En duizenden pinguïns strijken neer op één van de schaarse landvlaktes van het Zuidpoolgebied.
De makers van Le Peuple Migrateur willen vooral een voor de modale filmkijker ongewoon soort film, de natuurdocumentaire, terug onder de aandacht van een groot publiek brengen, en zelfs in de bioscoop, waar dit soort films dan in lijnrechte concurrentie wordt geplaatst met de Arnold Schwarzeneggers en de Julia Robertsen van deze wereld. Iedere filmliefhebber met een béétje commerciële ingesteldheid zou waarschijnlijk geen frank in een dergelijke onderneming durven stoppen, zelfs niet de prijs van een bioscoopkaartje, maar na eerdere successen op het grote scherm, zoals Microcosmos, en het kleine, zoals Walking With Dinosaurs, blijkt dat er wel degelijk een publiek is voor een dergelijk soort films. De makers weten echter maar al te goed dat ze hun documentaire op de één of andere manier moeten laten uitsteken bovenuit de tonnen gelijkaardige documentaires die dagelijks op National Geographic en Discovery Channel getoond worden. Dus: deze documentaire moet iets bieden dat andere documentaires niet te bieden hebben, want na anderhalf uur naar vliegende vogels te kijken zie je ze op de duur zélf vliegen.
Vogels, dus. Wij kennen zelf amper het verschil tussen de Canadese bronstgans en canard à l'orange, maar om een uitgebreide blik te krijgen op de vlucht van trekvogels heb je geen diploma in de ornithologie nodig. Om een dergelijk gegeven zo origineel mogelijk in te vullen, hebben de makers tal van bijzondere voertuigen ontworpen, waarmee ze de vlucht van de vogels onder de meest originele camerastandpunten kunnen volgen: zweefvliegtuigen, luchtballonnen voor één persoon, en zelfs het volgen van een vlucht vogels met een motorboot onder de bruggen van New York bleek prachtige beelden op te leveren. Uitgangspunt hierbij was om zo veel mogelijk de trek van de vogels vanuit het perspectief van de vogels zelf te laten zien. Het eindresultaat wordt dan uiteraard vermengd met de modernste computertechieken om alles tot één naadloos geheel aan elkaar te breien .De kunst van dergelijke filmpjes te schieten zit 'm uiteraard in het feit dat men hierbij de natuurlijke gang van de dieren niet mag verstoren, en je kan je levendig inbeelden hoeveel keer méér ongebruikt beeldmateriaal er nodig is om uiteindelijk met een bruikbare film van anderhalf uur over te blijven. Impressionant zijn de beelden zeker en vast, want naast het onvergetelijke zicht van duizenden spreeuwen die allemaal tegelijk opvliegen en in een onheilspellende wolk zelfs de zon kunnen verduisteren, glijdt de camera over bergtoppen, volgt die het allesverwoestende pad van een sneeuwlawine, en wordt de kijker verwend met een myriade aan natuurschoon zoals actieve geisers en fjorden.
Toch is het geen echte documentaire in de strikte betekenis van het woord, want de gesproken toelichting stelt nauwelijks wat voor, en als er al iets wordt gezegd, zijn het meestal poëtische evocaties, en net echt veel interessante wetenschappelijke weetjes. Enkel in de ondertiteling krijgen we regelmatig te zien om welke vogels het gaat, waar ze heen trekken, en welke afstand ze daarbij afleggen. De prent is een compromis tussen wetenschappelijkheid en artisticiteit, maar dan met de klemtoon op het laatste. Daarbij wordt het geheel overgoten met een mengeling van erg new-age-achtige muziek: U weet wel, bodhrans, panfluitmuziek, synthesizers en een paar jodelaars uit Lapland. Het geheel is wel sfeervol, maar je moet daar natuurlijk wel van dit soort esotherische toestanden houden.
BEELD EN GELUID
Om het beeld te beoordelen moet je natuurlijk weten dat sommige beelden uiteraard in verre van optimale omstandigheden worden gefilmd, en dan valt de beeldkwaliteit zeker en vast nog mee. Wat echter niet aan de omstandigheden van het filmen ligt zijn de talrijke artefacts in de achtergrond en de soms wazige compressie. De randen zijn nergens echt scherp te noemen, wat misschien voor een natuurdocumentaire toch wel had gemogen. Printbeschadigingen zitten er gelukkig niet op de beeldband. Waar je deze disc alleen al voor in huis moet hebben, is voor de zinderende DTS-track. Wanneer je je ogen sluit en het geluid even laat overheersen, lijkt de illusie compleet. Er zitten verschillende scènes in waarmee je fantastische demonstraties kan geven: de uitbarstende geiser, voorbij galloperende paarden en uiteraard een kanjer van een lawine. Bovendien kan je hier voor de meer sceptische toehoorders zeer duidelijk het verschil aantonen tussen DTS en Dolby Digital 5.1: de subtiliteit waarmee je bijvoorbeeld de vogels en de krekels in de achtergrond hoort tsjirpen heeft bij de DTS-track een veel grotere diepgang en is veel meer gericht dan in de Dolby Digital 5.1-track. Zowel om de krachtigheid als de gecontroleerdheid van bepaalde scènes te benadrukken wordt optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden van de audiotrack. Referentieklasse!
EXTRA'S
Op beide discs zijn de - overigens zeer overzichtelijke, proficiat - menu's voorzien van sfeervolle stukjes animatie met - juist, vogelbeelden. De standaardversie wordt voorzien van een tweede disc met daarop een zeer mooie en uitgebreide selectie van extra's, voorzien van Nederlandse ondertiteling. Voornaamste feature is een 52 minuten durende documentaire die voornamelijk focust op welke technische middelen men tijdens de vier jaar waarin men aan deze documentaire gewerkt heeft, heeft moeten aanwenden om dergelijke fotografisch erg moeilijke hoogstandjes te realiseren. Deze documentaire is bijna interessanter dan de film zelf, en geeft naast erg goede schets van de moderne manier van biologische onderzoeksmethoden ook een interessante kijk op het maken van natuurdocumentaires in het algemeen, en de typische moeilijkheden die daarbij tevoorschijn komen. Een tweede documentaire van 25 minuten bevat een interview met regisseur-bezieler Jacques Perrin, die honderduit vertelt over zijn visie op Le Peuple Migrateur. In de verwijderde scène-sectie krijgen we zeven minuten aan geknipt beeldmateriaal, met uitleg van de regisseur waarom deze scènes gesneuveld zijn. In de sectie "verbluffende machines" krijgen we een vijftal kortfilmpjes over de verschillende voertuigen van waaruit de beelden zijn geschoten, zoals een luchtballon en een ULM. De ironisch genoeg naar de "acteurs"-genoemde sectie bevat zeven techische steekkaarten over onder meer de ooievaar en het roodborstje die je in de film ziet, telkens voorzien van een fragmentje uit de film. Dan staat er nog een "diavoorstelling" met 37 stills op de disc, internetlinks naar de site van de film en de Nederlandse Vogelbescherming, en voor de pc enkele achtergrondafbeeldingen en drie screensavers.
CONCLUSIE
Dit is en blijft geen gewone kost voor de modale bioscoopganger, maar Le Peuple Migrateur is veeleer een visuele ervaring, die op deze manier de kans krijgt om de aandacht van een groter publiek te trekken. Vooral op gebied van geluid is dit een onvergetelijke ervaring, als je tenminste niet allergisch bent voor pinguïns.