FILM
Het beklimmen van de Himalaya is voor de Duitsers aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog een prestigeproject geworden, om dat het ene klimteam na het andere er hun tanden op stukbijt. Oostenrijker Heinrich Harrer (Brad Pitt) en Peter Aufschnaiter (David Thewlis) proberen het desondanks toch, voor Heinrich is het duidelijk een poging om de werkelijkheid te ontvluchten: hij heeft bij zijn vrouw Ingrid (Ingeborga Dapkunaite) een zoon verwekt, en gaan bergbeklimmen is zijn manier van vluchten. Tijdens de klim worden ze aan de Indische kant van de Himalaya gearresteerd door Britse troepen als krijgsgevangenen. Het gevangenisleven is zwaar, zeker wanneer het enige teken van leven dat hij van het thuisfront krijgt een stel echtscheidingspapieren zijn. Na een aantal mislukte ontsnappingspogingen zet Harrer zijn persoonlijke vete opzij en werkt hij mee met het ontsnappingsplan van Peter, dat briljant is in zijn eenvoud. Heinrich, die van zin is om tegen elke logica in niet naar Japan maar naar het neutrale Tibet te reizen, besluit alleen voort te trekken. Al snel zijn zijn rantsoenen op, maar geluk voor hem: het wedervaren van de rest van de groep is in elk geval niet beter afgelopen, en Aufschnaiter, schiet hem te hulp. Samen bereiken ze Lhassa;de hoofdstad van Tibet, en ze hopen om hier wat te kunnen uitwaaien totdat de storm over is en de oorlog in Europa is uitgewoed. Als gestudeerden kunnen ze de lokale bevolking een handje toesteken in het gebruik van moderne apparatuur, zoals radio en elektriciteit. Peter trouwt echter met de vrouw op wie Heinrich ook een oogje had, en met het bericht dat de Duitsers zijn verslagen, lijkt het veilig om naar huis te keren. Maar dan krijgt Heinrich een brief van Kundun, de toekomstige Dalaï Lama zelf, die hem verzoekt om voor hem een cinema te bouwen, waardoor hij elke dag de gelegenheid heeft om vragen te stellen over de moderne technieken. Er groeit een warme vriendschap tussen die twee, en Heinrich is in zijn nopjes over zijn nieuwe rol als 'vaderfiguur' voor Kundun. Wanneer we onder hen getweetjes zijn; wordt het protocol overboord gegooid, en met wederzijds respect weidt Harrer de jongen in in de mirakels van de 20ste eeuw.
Maar zo'n sprookjes blijven niet duren. Naarmate Nazi-Duitsland uit elkaar brokkelt, verliest ook Japan de enige steun in het Oosten; ze moeten zich terugtrekken uit China, en de vrijgekomen plaats wordt onmiddellijk ingenomen door de barbaarse horden van Chinese communisten, die maar met wat gretigheid de fijne, pacifistische en op harmonisch evenwicht berustende cultuur van de Tibetanen vernietigen. Het is overigens geen eerlijke match: de Chinezen beschikken over miljoenen troepen, de Tibetanen over een leger (nu ja) van een achtduizend man, een paar bajonetten die in de schuur liggen te rusten, hier en daar een museumstuk van een tank, en achtduizend soldaten die niet weten in elke loop ze moeten kijken. De uitslag is voorspelbaar: Tibetaanse troepen worden op 11 dagen zo plat als een vlieg geslagen, en het sprookjesland is van de éne dag op de andere een wreedaardige dictatuur, waar alle godsdienst wordt verdrukt, behalve de blinde adoratie voor Mao Tse Toeng. Een genocide is geboren. De Dalai Lama wordt nog voor de show gekroond, maar de veelvuldige vlaggen van Mao in de straten en de luidsprekers met linkse propaganda maken hiervan een schertsvertoning. Heinrich meent dat hij in dit nieuwe Tibet niets meer verloren heeft, en hij keert verbitterd terug. De ervaring die hij echter heeft opgedaan met het vaderlijke aspect van zijn taak jegens de Dalaï Lama heeft hem in elk geval de moed gegeven om tenminste te proberen terug contact op te nemen met zijn natuurlijke zoon.
De film
Seven Years In Tibet maakt een oorverdovend politiek standpunt waarvan niet weg te kijken valt: De Chinezen hebben de Tibetanen uitgeroeid op een manier die niet moest onderdoen voor andere genocides van de laatste eeuw. De Tibetanen hebben hun kruis stoïcijns moeten dragen en zijn altijd waardig in hun protest gebleven. Een heilige oorlog oproepen in een godsdienst waarin zelfs de wormen met de nodige égards worden omringd bij de bouw van een nieuw cineplex, u hoeft niet ver te zoeken hoe het komt dat de Chinezen de oorlog hebben gewonnen met één vinger in de neus. Natuurlijk is elke visie op een film gekleurd, zo was er bij de release van de film een hele rel ove het feit dat Brad Pitt een personage met nazi-sympathieën zou spelen. Dat is dan ook nogal redelijk meegevallen, want buiten het feit dat Pitt geen enkele andere keuze heeft dan het nazisme te omarmen, is zijn strategie om de oorlog te overleven maken dat hij weg is en niet meer terugkeren voor de oorlog over is. Bovendien zijn zijn denkbeelden in de film erg bijgedraaid: de confrontatie met de vredelievende Tibetanen heeft van hem een ander mens gemaakt, en - hij kan het weten - hij wijst zonder twijfels de oprukkende communistische legers aan als het Grote Kwaad.
Maar dat er een miljoen Tibetanen zijn afgeslacht, dat kan niet ontkend worden. Dat China tot op de dag van vandaag nog steeds de politieke touwtjes in Tibet in handen heeft en er een zelfde assimilatiepolitiek tracht te voeren die in tal van ex-sovjetstaten (het Balticum, de Balkan, het Warschaupakt) compleet is mislukt, is een feit. En pas als er ooit openheid zal zijn over Tibet zoals dat was over de Oostbloklanden na de val van de Berlijnse muur, zullen we de gruwel in al haar details moeten onder ogen schouwen. Het is dan ook wraakroepend dat er vandaag de dag nog mensen zijn die bewust blind en doof willen blijven voor dergelijke flagrante schendingen van de voornaamste mensenrecten, dat er politieke bewegingen zijn die dit soort massaslachtingen als normaal beschouwen, en dat hun leden politieke figuren adoreren die normaal gezien terecht zouden moeten of hebben moeten staan voor een internationaal tribunaal.
Neem nu alleen maar eens het filmen van deze prent. Wanneer Annaud bij de Chinezen ging aankloppen om in Tibet te mogen gaan filmen, kreeg hij uiteraard de deur tegen de neus. Annaud wou dan uitwijken naar Lakadh, in het noorden van Indië, maar ook daar reikte de politieke invloedssfeer van China zo ver, dat hem het filmen onmogelijk werd gemaakt. Gelukkig bood Argentinië aan om te komen filmen op de Andes, wat niet de optimale oplossing is, maar stilaan de enige oplossing. De productieproblemen waaren daarbij niet van de poes: de nodige natuurstreken waren er wel, maar het nabouwen van decors en tempels, en het laten overvliegen van vliegtuigen vol Tibetaanse figuranten. Dat de film daardoor niet zijn volle potentieel bereikt, omdat er duidelijk in bijzonder extreme omstandigheden is moeten gefilmd worden, weegt enerzijds op de visuele uitwerking van de film, maar de betere politiek beslagen kijker weet nu tenminste hoe dat komt, en dat levert Annaud alleen maar lof op. Ook het feit dat Annaud niet altijd in zijn film pertinente vragen stelt over de motivering van de Chinezen heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat hij de eerste filmmaker niet zou zijn die in China persona non grata wordt verklaard.
Gegeven dit alles is
Seven Years In Tibet een indrukwekkende film, waarin de natuurlijke aantrekkingskracht tussen Harrer, die zijn zoon 'verloren' is na een smossige echtscheidingsdeal, en de duidelijk om een vaderfiguur verlegen zittende Kundun, in de sterren geschreven staat. Vooral wanneer de hofhouding zich terugtrekt en het tweetal alleen is breken ze alle regels van het protocol: de Lama gaat op de grond zitten, hij raakt Harrer aan, en die spreekt hem op zijn beurt met zijn voornaam aan. Het is geen teken van disrespect, maar eerder van een op diep wederzijds respect berustende manier van omgang met elkaar.
BEELD EN GELUID
Eerder presenteerden we U al de
dvd-versie van Pathé, die op zich al niet gelijk was aan de versie van RCV die hier op reguliere basis te vinden was,. De rechten zijn intussen in handen beland van Sony, die de film redelijk vroeg in hun line-up in hun catalogus opnamen. Het HD-beeldformaat is in elk geval een stuk bonter en rijker gedetaileerd, en vooral de kunstwerken van de Tibetanen zijn in hun volle pracht te bewoneren. Het contrast is danig goed, getuige daarvan de scène waarin Brad Pitt voor het eerst zijn werkende filmprojector aan het hof wil introduceren. Hier en daar is er wat grain te zien, en ook is er af en toe wel eens een haarkrasje in een stilstaand beeld te ontwaren. De foutjes zijn zeker van een ordegrootte minder dan de RCV-release. Voor de Dolby Digital 5.1-geluidstrack is er blijkbaar ofwel geen nieuwe mix gemaakt, ofwel is de mix van op de dvd overgenomen. De soundtrack van John Williams en de Tibetaanse muziek weerklinken doorheen alle kanalen en weten goed gebruik te maken van de 5.1 mogelijkheden. Er is echter ook een PCM-track aanwezig die zeker niet de 5.1-track overtreft. Daarnaast hebben we meestal dialogen die helder en verstaanbaar overkomen. De audiotransfer klinkt behoorlijk, maar verwacht zeker geen overdonderde effecten
EXTRA'S
Op de diverse pan-Europese dvd-releases was er verschillend materiaal te vinden over Jean-Jacques Annauds betrokkenheid bij het project. Deze blu-rayversie daarentegen bevat helaas niks.
CONCLUSIE
Seven Years In Tibet is een stevig politiek statement verweven in de biografie van twee mannen die een opmerkelijke vriendschapsband koesterden. Ondanks de vele pesterijen van diverse autoriteiten is de film er toch min of meer gekomen zoals Annaud 'm wilde, uitgezonderd natuurlijk de budgettaire restricties.