SHERLOCK HOLMES - PURSUIT TO ALGIERS
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2005-07-12
FILM
Als je een bepaald populair karakter speelt, zo hebben vele acteurs in de loop van de filmgeschiedenis al ervaren, wordt je door het publiek al snel vereenzelvigd met het personage dat je gestalte geeft. Voor Basil Rathbone en Nigel Bruce, respectievelijk Holmes en Watson, was het niet anders. In
Pursuit To Algiers bijvoorbeeld verschijnen de namen van de speurder en zijn kompaan niet meer in de begingeneriek. In tegenstelling tot de voorgaande films worden enkel de namen van de acteurs nog getoond. Bruce vond het niet zo erg voor eeuwig als dr. Watson door het leven te gaan, maar Rathbone kwam de wereldvermaarde Baker Street detective langzaamaan de strot uit. De angst voor typecasting was groot, maar door een langdurig MGM-contract (de studio leende hem uit aan Universal voor de Holmes-films) kon hij onmogelijk onder de rol uit. Vanaf
Pursuit To Algiers begint de desinteresse van Rathbone voor de rol die hem beroemd maakte dan ook danig op te vallen. Maar hij is niet de enige die in mediocriteit wegzakt…
De plot van
Pursuit To Algiers doet terugdenken aan de propagandaproducties die de moderne Sherlock Holmes serie bij Universal opstartten. De vermaarde speurder wordt na de moord op de koning van het kleine Centraal-Europese land Rovenië ingeschakeld om de kroonprins veilig naar zijn vaderland te escorteren. Dankzij een list van de detective weet hij te ontsnappen aan een aanslag op een vliegtuig, waarna Holmes en de kroonprins incognito, in het gezelschap van Watson, per boot doorreizen naar Algiers. Aan boord bevinden zich echter ongure sujetten, die nieuwe aanslagen op de kroonprins beramen. Het is aan Holmes en Watson om te voorkomen dat de criminelen in hun opzet slagen.
Om met de deur in huis te vallen: het verhaal van
Pursuit To Algiers is allesbehalve geïnspireerd te noemen. De plot is voorspelbaar, intrigeert nauwelijks en gaat bovendien gebukt onder een traag kabbelend tempo en overdreven aandacht voor triviale intermezzo’s. Nochtans belooft de opening veel. In één van de meest memorabele starten van een Holmes-film worden de speurder en de dokter via een serie nadrukkelijke aanwijzingen naar een rendez-vous gelokt. Deze eerste vijf minuten zijn klassieke Holmes: fascinerend, intelligent, grappig en meeslepend. Helaas gaat het scenario volledig van de rails vanaf het moment dat in het rendez-vous de benodigde expositie aan de kijker is meegedeeld. Zoals eerder al in
The Hound Of The Baskervilles gebeurde, worden de detective en zijn kompaan bij het begin van het avontuur gescheiden en volgen ze schijnbaar een andere route. Ditmaal is het Watson-karakter echter niet in staat om de film te dragen en zelfs als Holmes dan toch weer (te snel?) opduikt, is het script niet in staat het energieniveau van de film op te krikken.
De setting aan boord van een schip zou in principe een spannende, van de wereld afgesloten omgeving moeten opleveren, maar de makers van
Pursuit to Algiers vergeten dit universum met interessante karakters te bevolken, zodat verveeldheid al redelijk rap intreedt. Vreemd genoeg gebeurt er nochtans genoeg in de prent: op papier zou je denken dat er voldoende materiaal aanwezig is om de kijker zoniet op het puntje van zijn stoel te lijmen, dan wel hem tenminste eersteklas entertainment te bieden. Roy William Neill en zijn team vergeten echter dat hun productie enkel kan slagen als er een tastbaar doel voor de karakters aan verbonden wordt. Je kan niet anders dan concluderen dat
Pursuit To Algiers een op drift geslagen stuk wrakhout is dat soms door hoge, grillige golven wordt meegezogen, maar nooit de kabbelende eindeloze, doelloze zee zal verlaten.
Zoals ik reeds zei, vormt ook de motivatie van Basil Rathbone in de titelrol een probleem. De acteur slaapwandelt door zijn rol in deze film, geeft ons weliswaar de verplichte nummertjes die je van Holmes verwacht, maar zonder de energie of de brute kracht die de rol vereist. Het is moeilijk na te gaan of de kwaliteit van het scenario of Rathbones persoonlijke besognes aan de grondslag hiervan liggen, maar naar alle waarschijnlijkheid is het een combinatie van de twee. Dat Nigel Bruce heel wat minder problemen heeft met zijn typecasting als naïeve Watson mag blijken uit een scène waarin hij een traditioneel Schots volksliedje zingt. De sequentie helpt de plot geen sikkepit vooruit en geeft daarenboven Bruce karaktertrekken mee die de dokter uit de originele verhalen van Arthur Conan Doyle verloochenen. De nevenrollen worden bevolkt door een plejade aan kartonnen karakters die geen van allen een impact maken en vlot worden opgezogen door de al even kartonnen en goedkoop ogende decors.
Pursuit To Algiers luidt het begin van het einde in van de Sherlock Holmes reeks bij Universal. Met een ster die de hoofdrol begint te haten, scenaristen wiens inspiratie zoek lijkt en een production design dat de immer dalende productiekosten niet langer kan verhullen, is de prent wellicht de zwakste aflevering uit de serie. Een goed voorbeeld van de staat van reeks ten tijde van
Pursuit to Algiers is de climax van de prent: veel te snel afgehaspeld, met een ongeloofwaardige verhaallijn (waarin de slechteriken Holmes probleemloos kunnen doden maar het zonder aanwijsbare reden toch niet doen) en een pedant tempo dat nauwelijks voldoet aan de definitie van 'climax'. Af en toe zijn er nog blikken op te vangen van hoe goed deze serie bijwijlen was, zoals een weinig verrassend, maar niettemin vernuftige twist in de laatste minuten, die aangenaam om volgen is, maar niet kan verhullen dat
Pursuit To Algiers al lek was geslagen lang voor het schip de haven had bereikt.
BEELD EN GELUID
Het lijkt een trend in deze Sherlock Holmes Collectie: de slechtste films uit de reeks zijn gezegend met de beste transfer. In dit geval gooit het beeld hoge ogen, dankzij een uitstekend contrast (op een korte sequentie in dikke mist na), prima zwartniveaus en de reeds legendarische onvermoede scherpte. Filmgrain en vuiltjes zijn uiteraard niet volledig weggewerkt, maar de prent lijdt nimmer onder deze kleine tekortkomingen. Ook het geluid haalt wederom een bewonderenswaardige kwaliteit. De monotrack geeft de weinig gevatte dialogen zo goed weer als je van mono kan verwachten, zonder noemenswaardige ruis en met een minimum aan dynamiek.
EXTRA'S
Deze disc bevat diverse pagina’s
Production Notes, geschreven door Richard Valley, en een kleine, maar niettemin welgekomen
Fotogallerij. Afrondend staat er ook een featurette op de schijf:
Restoring Sherlock Holmes (5 min.), een veel te korte en vrijblijvende kijk op het restauratieproces van alle veertien films uit de reeks.
CONCLUSIE
Pursuit To Algiers is het spijtige nadir van een reeks die zijn gouden jaren voorgoed vaarwel heeft gezegd en zich nu langzaam naar een onvermijdelijk einde sleept. Geen van de makers van de prent, zowel voor als achter de camera, lijken zich ten volle te engageren om de kijker een aangename tijd te bezorgen, wat resulteert in een saaie, onopvallende bedoening. Beeld en geluid halen daarentegen wél een hoog niveau, maar de extra’s vallen wat karig uit.
SHERLOCK HOLMES: THE DEFINITIVE COLLECTION
Pursuit To Algiers maakt deel uit van een collectie films die alle veertien gerestaureerde Sherlock Holmes prenten met Basil Rathbone en Nigel Bruce, uit de periode 1939-1946, bundelt in een digipack van zeven discs. Iedere dvd bevat twee films. Zo staat bijvoorbeeld
Pursuit To Algiers op één dubbelgelaagd schijfje met
The Woman In Green. Voor iedereen die Holmes in het hart draagt, is dit een essentiële aankoop, met een niet te kloppen prijs-kwaliteitsverhouding.