DIVE BOMBER
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2006-04-06
Deze film maakt deel uit van Warners Errol Flynn Collection, waartoe ook nog The Adventures of Robin Hood S.E., Captain Blood, Dodge City, The Private Lives of Elizabeth and Essex, The Sea Hawk, They Died With Their Boots On en de documentaire The Adventures of Errol Flynn behoren.
FILM
Pas eind 1941, na de Japanse aanval op Pearl Harbor, zouden de Verenigde Staten zich officieel engageren in de Tweede Wereldoorlog. Maar de vraag om uit het traditionele isolationisme te breken, klonk al sinds de invasie in Polen bij de gemiddelde Amerikaan. Hollywood – van nature een liberaal bruggenhoofd – sprong reeds in 1940 mee op de propagandistische kar met prenten als Alfred Hitchocks vergeten parel
Foreign Correspondent. En vanaf 1941 kwam de Californische 'oorlogsmachine' echt op gang. Warner Bros. deed zijn duit in het zakje met een groots aangepakte ode aan vliegeniers en hun legerartsen. De prent werd gefilmd in Technicolor, topregisseur Michael Curtiz zegde toe, en dat deden ook sterren Errol Flynn en Fred MacMurray. Als kers op de taart verleende het Amerikaanse leger zijn onvoorwaardelijke logistieke medewerking. Het resultaat –
Dive Bomber – blijkt echter geen onverdeeld succes.
De film volgt de carrière van legerarts Douglas Lee, die zich inschrijft voor vlieglessen om zo een remedie te achterhalen voor de black-outs die piloten treffen wanneer ze van op grote hoogte duiken. Zijn onderzoek wordt eerst meewarig onthaald, maar als een andere arts meegaat in zijn theorieën komt het project in een stroomversnelling. Enkel squadroncommandant Joe Blake blijft sceptisch. Naarmate de experimenten echter concrete oplossingen bieden, gaat ook hij in het project geloven. Hij wordt een goede vriend van Doug Lee en biedt zich zelfs aan als vrijwilliger voor het testen van een revolutionair decompressiepak. Maar zijn fysieke testen zijn zo slecht dat hem wordt verboden het luchtruim te kiezen.
De betrokkenheid van het Amerikaanse leger in
Dive Bomber is zowel een zegen als een vloek. Enerzijds is Michael Curtiz in staat om enkele prachtige luchtballetten van professionele vliegeniers op camera vast te leggen. Anderzijds doet het scenario er alles aan om hun logistieke partner niet voor het hoofd te stoten. Dat resulteert in een reeks lang uitgesponnen sequenties die de vliegende machines van het leger prachtig in beeld brengen, maar niets wezenlijks tot de –op zich al flinterdunne – plot bijdragen. Bovendien worden de protagonisten geschetst als een stel saaie, aseksuele wezens die techniek en experiment prefereren boven menselijke emotie. Als kijker heb je bijgevolg nauwelijks een houvast en zwem je voor je het beseft rond in een propagandistische zee van nihilisme.
Errol Flynn rekent als Doug Lee af met zijn heldhaftige schermpersoonlijkheid van het voorbije halve decennium en bewijst tegelijkertijd veelzijdiger te zijn als acteur dan menigeen zou vermoeden. Maar de saaie arts berooft Flynn meteen ook van zijn grootste troef: zijn natuurlijke charisma. Tel daar nog eens de van Paramount geleende Fred MacMurray als tegenspeler bij – een zeer goede acteur, maar ook niet de meest charismatische – en je hebt een prent die het zwakke scenario niet kan compenseren met in het oog springende centrale vertolkingen. In nevenrollen herkennen we Ralph Bellamy – die tenminste nog wat pathos aan de dag legt – en Alexis Smith – wiens aanwezigheid in een overbodige subplot enkel de film onnodig rekt.
Op technisch vlak kan je
Dive Bomber weinig aanwrijven: de crew toont zich een verzameling bekwame vakmensen. Maar toch hangt ook aan dit aspect een geurtje. Zo is de keuze voor Technicolor discutabel. De film had ervan geprofiteerd mocht hij in zwart-wit zijn opgenomen, wat het weinige drama beter uit de verf had doen komen door de hyperrealistische punch die zwart-wit aan dit soort verhalen geeft. Ook het feit dat er heel wat locatieopnamen te zien zijn – i.p.v. de in de jaren veertig gebruikelijke studiosets – komt
Dive Bomber niet ten goede. Regisseur Curtiz leverde namelijk zijn beste werk af met gestileerde composities en de realistische setting van deze film onttrekt hem van zijn grootste troef.
Teveel een promotiespot voor het leger en te weinig een entertainende speelfilm, is
Dive Bomber een van de zwakkere prenten op het résumé van Errol Flynn. De film speelt twee uur lang op veilig, met oninteressante personages, voorspelbare verhaallijnen en een ondoordacht creatief concept. Wellicht doordat het leger steeds mee over de schouder keek, ontbreekt het de productie aan lef om een donker randje aan het verhaal te breien. Een handvol knap gefotografeerde vliegtuigformaties volstaan dan ook niet om van
Dive Bomber een meeslepend spektakel te maken.
BEELD EN GELUID
Hoewel het kleurenpalet van deze Technicolorproductie vrij low-key gehouden wordt, is de beeldkwaliteit zeer behoorlijk. De scherpte zit constant op een hoog niveau en ook de contrasten zijn goed. Opnieuw wordt bovendien bewezen dat de films in de Warnerkluizen enkel de beste zorgen krijgen, want de gedigitaliseerde print is in nagenoeg gave conditie. Ook de soundtrack is dik in orde. Het monotone geraas van vliegtuigmotoren klinkt behoorlijk dynamisch voor een monospoor en de dialogen zijn steeds perfect te verstaan.
EXTRA'S
De minst goede film uit de
Errol Flynn Collectie krijgt ook de kleinste selectie extra’s mee op dvd. De korte documentaire
Dive Bomber: Keep ‘Em In The Air (8 min.) besteedt meer aandacht aan de betrokkenheid van de Amerikaanse marine bij de prent dan aan de artistieke merite ervan. En ook de bombastische
Trailer (3 min.) bejubelt de medewerking van de strijdkrachten.
CONCLUSIE
Dive Bomber werd grotendeels geconcipieerd als een propagandafilm voor de nakende betrokkenheid van de Verenigde Staten in de Tweede Wereldoorlog, waardoor het droge, ongeïnspireerde verhaal anno 2006 nauwelijks nog boeit. Enkel het vakmanschap van cast en crew houden de schijn hoog dat deze film meer is dan de trieste middelmaat. Beeld en geluid ogen en klinken behoorlijk, maar de bonussectie is eerder een papieren vliegtuigje dan een bommenwerper.