BALLADE VAN DE DALTONS, DE
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2001-03-22
INLEIDING
Tijdens de jaren '70 beleefde de Belgische tekenfilmindustrie zijn hoogtepunt. Na avondvullende films van Kuifje en Asterix werd in 1978 er ook een langspeelfilm gemaakt van de poor lonesome cowboy Lucky Luke, naar een verhaal van diezelfde geniale René Goscinny. De inmiddels al enkele jaren overleden scenarist verdeelde zijn creativiteit in die periode ongeveer gelijkmatig tussen de reeksen Astérix en Lucky Luke, en alhoewel beide reeksen na zijn dood zijn voortgezet, zijn de meeste stripkenners het erover eens dat geen van de recente scenario's qua genialiteit aan de hersenspinsels van Goscinny kan tippen. Ook in deze film - die overigens dateert uit de tijd dat een sigarettenrokende cowboy nog niet politiek incorrect was - merk je weer dat er tempo in het verhaal zit, het geheel zeer coherent is uitgebouwd, en de gags uitgebalanceerd zijn en precies op het goede moment werken, ondanks het feit dat de meeste Lucky Luke-verhalen zeer stereotiep zijn en qua verhaallijn vaak voortborduren op dezelfde thema's. Maar of het nu over de aanleg van de telegraaf gaat, de spoorweg of over het transport van de levensgevaarlijke desperado Billy The Kid, de Lucky Luke-verhalen zijn meestal zeer goed gedocumenteerd, wat dan weer mee de verdienste is van tekenaar Morris (pseudoniem van Maurice De Bevere), de geestelijke vader van Luke.
FILM
Dit verhaal begint wanneer de Daltons hun 4200 jaar durende dwangarbeid uitzitten in de intussen klassiek geworden gevangenis, onder het wakende oog van Rataplan, de hond zonder hersens. De bewakers kunnen de vier coyote's goed onder de knoet houden, alleen krijgt Joe Dalton regelmatig een woedeaanval wanneer iemand zijn eeuwige nemesis Lucky Luke vernoemt. Op een dag krijgen de vier broers in de gevangenis het bezoek van een notaris. Het blijkt dat hun oudoom Henry Dalton, die ze feitelijk nooit gekend hebben, is overleden (opgehangen om precies te zijn, wat door Joe Dalton wordt omschreven als "een natuurlijke dood"), en oompje heeft zijn zeer, zeer, zeer groot fortuin aan zijn neefjes nagelaten.
Er is echter één kleine formaliteit: vooraleer de Daltons het geld krijgen, moeten ze als wraak op hun overleden oom de rechter én de voltallige jury die oom Henry naar het schavot hebben gestuurd, omver leggen. En als klap op de vuurpijl heeft oom Henry in zijn testament gestipuleerd dat Lucky Luke, de enige eerlijke mens die hij ooit gekend heeft, als onafhankelijke getuige moet kunnen verklaren dat de juryleden inderdaad allemaal dood zijn. Tot hier lijkt het gegeven erg op De 12 Werken Van Asterix, niet toevallig van dezelfde scenarist; het verschil is dat Luke natuurlijk alles in het werk zal stellen om de Daltons in hun opdracht te doen mislukken.
Door een "ongelukje" in de opslagplaats voor dynamiet weten de Daltons te ontsnappen, en wanneer Luke hen probeert te vangen, kunnen ze hem overmeesteren en hem hun bedoelingen voorleggen. Opdat hij intussen de schurken in het oog kan houden, stemt hij ogenschijnlijk toe. Vervolgens trekt het vijftal van het éne stereotiepe western-stadje naar het andere om de al even stereotiepe juryleden neer te kogelen, één voor één typetjes die je wel in elk Lucky Luke-album terugvindt. Zo is er een Chinese wasserij-baas, een gevangenisdirecteur, een Indiaanse medicijnman, een zwaar drankzuchtige kwakzalver, een gekke goudzoeker, een beroepsgokker die predikant is geworden, een treinmachinist en natuurlijk de onvermijdelijke doodgraver, compleet mét gier. Luke moet niet alleen proberen om al deze moordaanslagen te voorkomen, hij moet bovendien de Daltons tegelijkertijd laten geloven dat ze in hun opzet geslaagd zijn. Dit lijkt als gegeven zeer eentonig, maar als geen ander heeft Goscinny hier een plot uitgewerkt, bestaande uit allemaal verschillende subplots waarvan er geen twee identiek zijn, en die uiteindelijk cumuleren in de grote finale, waarbij de Daltons de rechter, die als voorzitter een rodeo jureert, neer moeten knallen.
Ondanks de ouderdom heeft De Ballade Van De Daltons de tijd toch min of meer doorstaan. De film bevat enkele zeer leuke gags - zo overvallen de Daltons verschillende keren dezelfde verkoper die telkens nét dat verkoopt wat ze volgens het verhaal op dat moment nodig hebben, zo'n beetje in de stijl van de piraten bij Asterix - en enkele geestige one-liners. Voor wie de gelijknamige strip bij hem thuis in de kast heeft staan kan ik nog melden dat de film het boek tot in de kleinste details volgt, dus als je de strip hebt gelezen voel je de grappen wel aankomen.
BEELD EN GELUID
Aan de mono geluidskwaliteit valt er uiteraard niet veel te verhelpen, maar het maakt de film wel authentiek. Je hebt bovendien keuze tussen vijf klanksporen, en ik verkies toch nog het originele Frans boven het Nederlands dat te zeer Hollands klinkt om verstaanbaar te zijn. Wat wel in de ondertiteling opvalt is dat bij de liedjes in de film de Nederlandse vertaling mijlenver van het origineel ligt; zo is er bijvoorbeeld een stukje over de Woestijn Van De Dorst, waar de kippen gebraden uit de lucht vallen. Als dit laatste in beeld wordt gebracht, en hier tegelijkertijd in het Franstalige liedje allusie op wordt gemaakt, gaat intussen de Nederlandse vertaling over iets compleet anders.
Dé verrassing van de disc is dat deze, niettegenstaande de vermelding op de hoes, in het originele 1.85:1-formaat op de disc staat, weliswaar niet anamorf, en je moet het beeld een beetje naar boven schuiven om de ondertitels te lezen. De animatie is natuurlijk niet te vergelijken met bijvoorbeeld een Disney-film, maar PFC blijft toch nog steeds verbazen door wat ze nog aan oud tekenfilmmateriaal in hun archieven hebben liggen.
EXTRA'S
Net zoals bij de Astérix-films zijn de Cast en Crew-biografie hier vervangen door enkele 'biografische gegevens' van de hoofdpersonages en de auteurs. Vervolgens bevat de disc ook een documentaire van een klein uur over wijlen Rene Goscinny, en dan nog wel een andere documentaire dan die op de Astérix-discs kan worden gevonden. Daarnaast vind je ook nog een volledige lijst van de Lucky Luke-albums, en tot slot een interactieve kaart van de Verenigde Staten in de tijd van Luke, waarbij verschillende historische landmarks die in de albums terugkomen, van achtergrondinformatie worden voorzien; zoals rechter Roy Bean, de moderne Robin Hood-figuur Jesse James, en vele anderen.
De extra's op deze disc zijn spijtig genoeg alleen maar in het Frans zonder ondertiteling beschikbaar.
CONCLUSIE
Je moet flink zoeken om deze DVD te vinden (in de gewone groothandel vind je'm niet), maar je zoektocht zal beloond worden! Dit is zeker één van de betere voorbrengsels uit de tekenfilmstudio's van Dargaud, en nog maar eens, voor wie nog niet overtuigd moest zijn, het bewijs dat René Goscinny ontegensprekelijk één van de beste, zoniet dé beste, scenarist van de vorige eeuw was. Het is overigens spijtig dat zijn nagedachtenis na zijn dood zo is besmeurd door zijn dochter, die zowel Lucky Luke-tekenaar Morris als Asterix-tekenaar Uderzo naar de rand van de wanhoop dreef door te proberen beide tekenaars, die allebei met Goscinny innig bevriend waren, hun broek uit te procederen - wat overigens niet gelukt is. Maar dat is weer een heel ander verhaal...