Regie: Niki Stein
Met: Ulrich Tukur, Tim Bergmann, Rolf Kanies, Arthur Klemt, Thomas Limpinsel, Patrick Mölleken, Robert Schupp, Peter Wolf, Hubertus Hartmann
FILM
In de lente van 1944 wordt Erwin Rommel door Hitler benoemd tot opperbevelhebber van de legergroepen aan de zgn. Atlantikwall, een strook die zich uitstrekt van Nederland tot Bretagne, om een mogelijk invasie van Engelsen en Amerikanen af te slaan. Met veldmaarschalk Gerd von Runstedt komt het tot een conflict over de opstelling van de pantserdivisies, want die wil hij langs de kust opstellen. Hij baseert z’n stelling op ervaringen in het Noord-Afrikaanse El Alamein waar z’n tanks zich door het spervuur van de Britse luchtmacht nauwelijks een weg naar het front konden banen. Hij krijgt een gunstig advies van Hitler, maar omdat de oorlog aan het oostfront in volle gang is, krijgt hij maar een deel van de gevraagde tanks ter beschikking. Tegen de overmacht van de geallieerden ter zee en in de lucht is zijn uitgeput leger nauwelijks opgewassen en dus reist hij naar Berlijn om Hitler ervan te overtuigen met de Amerikanen te onderhandelen.
Ondertussen worden in Berlijn plannen voor een coup tegen Hitler gesmeed, maar als Rommel gepolst wordt, weigert hij z’n medewerking te verlenen, waarmee hij de plannen van de coupplegers doorkruist, want zij gaan ervan uit dat als de zgn. woestijnvos en volksheld zich achter hun actie schaart, Hitler geen kant meer op kan. Na de afwijzing door Hitler van een ev. onderhandelingsronde met de Amerikanen, keert Rommel teleurgesteld terug naar zijn hoofdkwartier in Normandië, beseffende dat over tienduizenden Duitse soldaten een zinloos doodvonnis is uitgesproken. Naarmate de situatie verslechtert wordt hij opnieuw benaderd, maar hij blijft bij z’n eed van trouw, ook al zijn er geruchten over de massale arrestatie van Franse joden en de jacht van de SS op joodse kinderen die in Franse weeshuizen verstopt zijn. Zelfs de verwoesting van Oradour bij Limoges, waar de SS 450 vrouwen en kinderen in de kerk vermoordt als vergelding voor de aanslag op een Duits officier, kan hem niet overreden.
Regisseur Niki Stein maakt van Rommel een biografisch portret van de Duitse veldheer in het laatste jaar van de oorlog. Het is niet Rommels beste periode. Na z’n successen in Noord-Afrika – tot op het laatste moment door de nazipropaganda uitgebuit in het eigen voordeel – is hij uit de gratie gevallen in Berlijn, ook al stond het in de sterren geschreven dat een definitieve overwinning tegen de Britten in het onherbergzame noorden van Afrika een quasi onhaalbare kaart was, temeer omdat de Wehrmacht op hetzelfde moment honderdduizenden soldaten verloor in het oosten. Als gevolg van de nakende invasie van Engelsen en Amerikanen is de totale vernietiging van Duitsland nu een realistisch scenario, aldus Rommel, en dus probeert hij Hitler toch nog op andere gedachten te brengen. Maar hij faalt en twijfelt, en ondanks de innerlijke strijd tussen trouw aan het vaderland of trouw aan een gezworen eed, doet hij niets, wijst hij participeren aan een complot tegen de führer af. Uit zelfbehoud? Lafheid? Of zoals veldmaarschalk Günther von Kluge hem verweet omdat hij in se tot niet meer in staat was dan tot leidinggeven aan een enkele divisie? Niki Stein laat het in het midden. Ze toont Rommels twijfels als hij over de genocide op de joden hoort en over de moord op onschuldige Franse burgers, maar dieper graven doet ze niet, kan ze wellicht ook niet in het licht van de historische feiten, nl. dat Rommel zich nooit tot het nationaalsocialistisch gedachtegoed bekend heeft. Hij bewonderde Hitler alsof hij God was, maar of hij in staat was om het criminele aspect van het regime in te schatten en de politieke gang van zaken op een gedifferentieerde manier te interpreteren, is onwaarschijnlijk. Hij was in eerste instantie een soldaat die z’n plicht deed.
Erwin Rommel blijft op die manier een beetje een afstandelijke figuur. Bij de kijker roept hij weinig emoties op omdat hij schijnbaar tot weinig emotie in staat is. Hij is een prima soldaat, een uitstekend strateeg, zonder twijfel, maar ook een wat naïeve figuur zonder veel persoonlijkheid, wellicht hét soort medewerker dat bij Hitler de voorkeur genoot omdat het makkelijk manipuleerbaar was. Voor Niki Stein betekent het evenwel dat ze een film maakt over een niet zo interessante figuur en dat hypothekeert uiteraard het eindproduct. Bovendien wijdt ze uitvoerig uit over het mislukte complot tegen Hitler o.l.v. Claus von Stauffenberg op 20 juli 1944, maar gezien de veelheid van militairen die bij die actie betrokken was (in Berlijn, maar ook in Normandië), wordt de kijker overstelpt met namen. Wie de voortgang en de afwikkeling van die affaire kent heeft wellicht geen probleem met de manier waarop Stein haar scenario opbouwt, in het andere geval is de film wellicht op sommige punten moeilijk te volgen en lijkt het eerder alsof men naar een documentaire zit te kijken. Daarenboven komt haar hoofdfiguur Erwin Rommel in dat onderdeel van de film nog nauwelijks voor, want die ligt ondertussen zwaar gewond in een militair ziekenhuis na een confrontatie met Engelse gevechtsvliegtuigen tijdens een inspectieronde aan het front. Het is een wat ongelukkige keuze.
Qua productiedesign is Rommel een uitstekend gemaakte film waarin niets aan het toeval is overgelaten inzake de detaillering van de militaire uniformen en de kwaliteit van het wapenarsenaal. De gevechtsscènes zijn zeer realistisch en worden net zoals de politieke verwijzingen in de film ondersteund door zwart-witfootage uit de periode. In de rol van Erwin Rommel levert Ulrich Tuker (Das Weisse Band, 2009; John Rabe, 2009) een goede en geloofwaardige prestatie, zij het dat het personage net iets te gewoon is om een hele film lang te intrigeren. In nevenrollen ziet u een uitstekende Rolf Kanies (Der Untergang, 2004; Borgia 3, 2014) als eerste kwartiermeester Fickh, Hubertus Hartmann (Wer Wenn Nicht Wir, 2011) als infanteriegeneraal Von Stülpnagel, Vicky Krieps (Anonymous, 2011; Möbius, 2013) als de jonge Franse gravin La Rochefoucauld, een perfecte Thomas Thieme (Das Leben Der Anderen, 2006; Der Baader Meinhof Komplex, 2008) als veldmaarschalk Von Kluge en Johannes Silberscheider (Jud Süss – Film Ohne Gewissen, 2010) als Adolf Hitler, naar Duitse normen zowaar een supercast.