Regie: Tinto Brass, Bob Guccione
Met: Malcolm McDowell, John Gielgud, Peter O’Toole, Helen Mirren, Teresa Ann Savoy, Guido Mannari, Giancarlo Badessi, Bruno Blive, Adriana Asti, Paolo Bonacelli, John Steiner, Mirella D’Angelo
Dat in een film over de Romeinse keizer Gaius Caesar Augustus Germanicus (12-41 na Christus) o.a. aandacht zou worden besteed aan het geweld en de seksuele uitspattingen die hem door nogal wat historische bronnen worden toegeschreven, stond vanaf het begin als een paal boven water. Tinto Brass die net het ‘meesterwerk’ Salon Kitty (1976) had ingeblikt, werd aangezocht voor de regie, maar niemand kon op dat moment bevroeden dat Caligula zou eindigen als een regelrechte pornofilm, want na het vertrek van de Italiaan draaide Guccione nog ongeveer een uur materiaal bij met o.a. de dames uit z’n entourage, waarbij de camera hoofdzakelijk op vagina’s en geërigeerde penissen werd gericht. Maar eigenlijk was die keuze niet meer dan de voortzetting van een proces dat al vanaf het begin fout liep, want ook Tinto Brass’ schildering van de grotachtige woning van keizer Tiberius op Capri in het begin van de film heeft als voornaamste doel het publiek te choqueren, waarbij op geen enkel moment ook maar sprake is van een poging om een historisch correct beeld van de situatie op te hangen.
Welke bijdrage Gore Vidal uiteindelijk heeft geleverd aan het scenario is onduidelijk. Van hem is bekend dat hij ook wel eens controversieel durfde te zijn, zoals in zijn boek The City And The Pillar (1948) met homoseksualiteit en vrije seks als thema, waarmee hij de hele westerse wereld op het verkeerde been zette, maar of hij in staat was om het soort platitudes op papier te zetten die in Caligula te zien zijn, het is hoogst twijfelachtig. Wellicht is hij op dezelfde manier misleid als de rest van de sterrencast. Mocht hij een fatsoenlijk scenario hebben neergepend, dan is daar in Caligula niets van overgebleven: we zien de Romeinse keizer als incestpleger en verkrachter van vrouwen en mannen, we leren dat hij verschrikkelijk gewelddadig kon zijn, naïef en tegelijk doortrapt en dat geen enkele persversie hem onbekend was. Of het allemaal historisch waar is, het is onzeker en over de geloofwaardigheid van de historische bronnen bestaat sinds lang grote twijfel. Dat hij het met z’n zusje Drusilla deed, z’n pleegvader Tiberius liet ombrengen, de halve senaat liet uitmoorden en pogingen deed om ook de Pretoriaanse Wacht uit te schakelen, u verneemt er alles over in geuren en kleuren. Over z’n buitenlandse beleid, z’n gigantische kunstroof en z’n geldverslindende bouwactiviteiten verneemt u niets. In deze film ziet u de Romeinse keizer Caligula als seksbeest, geweldenaar en perverseling.
Moeten we nog aanstippen dat geen enkele acteerprestatie boven de middelmaat uitkomt, want dat overacting en kromme dialogen elke poging in die richting fnuiken? Het ligt beslist niet aan de bekende acteurs, want die hebben voor- en nadien bewezen waartoe ze in staat zijn. Voor Tinto Brass, maar vooral voor Bob Guccione, is kwalitatief hoogstaand acteerwerk vooral te zoeken in scènes waarin lullen uitvoerig worden afgezogen en kutjes worden gevingerd of grondig gebeft, alles zo duidelijk mogelijk in beeld gebracht in eindeloos lange scènes. Zelfs als porno stelt het bitter weinig voor.
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit is vaak slecht. Er is sprake van korrelvorming, verkleuring en één keer van een digitale storing. Voort is het beeldmateriaal soms wazig of gewoon onscherp. De geluidstrack staat in de originele monoversie en de muziek is ronduit belegen en flauw.