Regie: Lennart Stuyck & Ruben Vermeersch
Met: Eric Kabongo
Om z’n single te promoten heeft Eric een afspraak met een specialist ter zake. Die zal proberen om z’n muziek op de radio te krijgen en met de fraaie clip hoopt hij ook de muziekzenders te overtuigen. Dat Why Try een Franse tekst heeft is geen probleem, zegt hij, maar drie weken later blijkt dat de belangrijkste Vlaamse radiozenders (MNM, Q-Music en Studio Brussel) niet enthousiast hebben gereageerd. En bovendien vallen de concertboekingen tegen, want Eric wil graag 10 betalende optredens vóór het einde van het jaar, maar eind april staat hij nog nergens… Als mijn muziek niet goed genoeg is, dan zou men me dat beter zeggen, is zijn reactie, maar als hij in de zomer in het voorprogramma van een zwarte artiest in Waregem mag optreden, vat hij weer moed.
Erics probleem is dat hij soms door het lint gaat, en in het verleden kreeg hij al een keer een gevangenisstraf omdat hij een buurman knock out had geslagen die z’n jongere broertje een pak slaag gaf omdat die te veel lawaai maakte tijdens het buitenspelen. Op Waregem Koerse – waar Eric in een opvallende outfit verschijnt - wordt hij boos na een racistische opmerking van een omstaander. Opnieuw vloeit er bloed en Erics beide vrienden zijn niet opgetogen over zijn gedrag. Wij zijn dat soort opmerkingen gewend, zegt één van beiden. Ik weiger me daaraan te gewennen!, is Erics furieuze reactie, maar later, als hij weer wat rustiger is, betreurt hij het voorval en toont hij de camera de bloedvlek op z’n witte overhemd.
De regisseurs Lennart Stuyck en Ruben Vermeersch maken van What About Eric? een interessante en boeiende documentaire over een jonge zwarte die alles in het werk stelt om z’n droom te verwezenlijken, maar die daar niet in slaagt – althans voorlopig niet – en die het slachtoffer is van z’n eigen verleden én – in mindere mate - van z’n opvliegend karakter. Die buurman was een racist, zegt Eric over die eerdere affaire, hij vond dat kinderen binnen moeten blijven want hun lawaai stoort hem. Racisme of onverdraagzaamheid, wie zal het zeggen, maar voor de slachtoffers maakt het uiteindelijk niet veel uit en misschien doet hun huidskleur er op dat moment ook helemaal niet toe… Maar je kan je voorstellen dat het een jonge kerel als Eric in het defensief dringt, en of je Nederlands spreekt of geïntegreerd bent, het speelt vaak geen enkele rol in een maatschappij die zich niet-racistisch noemt, maar wel heel vaak op een racistisch manier reageert. We hebben niet voor niets de aller slechtste faam in West-Europa…
Stuyck en Vermeersch laten Eric zelf z’n verhaal doen, in het Nederlands met een licht West-Vlaams accent, maar ook in het Frans en het Engels, want de jonge kerel schakelt moeiteloos van de ene taal over naar de andere. Soms spreekt hij rechtstreeks tegen de camera, maar meestal hebben de regisseurs andere oplossingen gezocht en dat leidt tot een visueel zeer gevarieerd en overtuigend resultaat, waarbij het realiteitsgevoel op geen enkel moment in het gedrang komt. Eén van de beste scènes is gedraaid na afloop van de paardenraces: de camera zit heel dicht op de huid van het hoofdpersonage, maar ook de omstaanders worden van heel dichtbij in beeld gebracht waardoor hun niet uitgesproken gedachten op een subtiele en toch geraffineerde manier zichtbaar worden gemaakt. Het is niet minder dan sublieme cinema!