Regie: Fons Feyaerts
Met: geen
Het verloop van de ritten van de Tour de France is niet alleen overvloedig op beeld vastgelegd, over alles wat er tijdens het wedstrijdverloop gebeurt bestaan gedetailleerde notulen en dus is het mogelijk om zelfs 45 jaar na datum precies te vertellen wat de gemiddelde snelheid van Eddy Merckx was op elk moment van zijn beklimming, welke tussentijden Marco Pantani liet registeren of welke klimtijden Jean-François Bernard liet optekenen, waar Richard Virenque kostbare tijd verloop op z’n concurrenten en hoeveel seconden Juan Manuel Garate uiteindelijk nog wist goed te maken. Fons Feyaerts illustreert het tijdens de rit met kleurige grafieken en geeft daarin bijv. ook de lengte en de hellingsgraad van de verschillende etappes van de klim aan. Om het nog spannender te maken is aan de betrokken wielrenners gevraagd om vooraf het eindresultaat te voorspellen, want zij – behalve Eddy Merckx die uitblinkt door afwezigheid – volgen de virtuele rit vanuit studio’s in Spanje (Garate), Luxemburg (Virenque), Parijs (Bernard) en Italië (Davide Boifava, de toenmalige sportdirecteur van de in 2004 aan een overdose overleden Patani) en zij geven tijdens het wedstrijdverloop commentaar op de voortgang van de wedstrijd.
Na 72 minuten kennen we de winnaar en z’n naam zal u verrassen, al moeten we zeker vermelden dat het om heel verschillende ritten ging, want er was in één geval sprake van een tijdrit van 35 km en minstens twee coureurs hadden een rit van meer dan 150 km achter de kiezen vooraleer ze aan de Mont Ventoux begonnen en Richard Virenque had zelfs al een rit van meer dan 175 km gereden en begon dus niet echt fit aan zijn klimpartij. Het zal uiteindelijk invloed hebben op het eindresultaat, ook al zijn er meer factoren die een grote rol spelen, zoals de staat van het materiaal bijv., want de fiets van Eddy Merckx woog in 1970 ruim 4 kg meer dan die van de vier andere renners, hij moest het met minder versnellingen doen en kon niet rekenen op de zeer lage versnellingen waarmee moderne fietsen zijn uitgerust. Je hebt de indruk dat het allemaal even snel gaat, zegt Juan Manuel Garate, maar eigenlijk reden ze vroeger veel sneller en trappen de coureurs van tegenwoordig gewoon iets sneller. Maar er is ook het weer dat een rol speelt, want in 1970 stond er een ijzige wind tijdens het laatste stuk van de beklimming, terwijl het in juli ook snikheet kan zijn op de hellingen van de Mont Ventoux, want wie herinnert zich niet het jammere lot van de Britse wielerkampioen Tom Simpson, die tijdens z’n beklimming van de Ventoux op 13 juli 1967 op anderhalve km van de top (bij een temperatuur van 43 graden!) van z’n fiets sukkelde en tijdens de helikoptervlucht naar een ziekenhuis in Avignon overleed?
Misschien is de Mont Ventoux daarom berucht bij de coureurs van de Tour de France, maar ook zonder dat soort trieste voorvallen is de beklimming van de Mont Ventoux een helse onderneming, want de hellingsgraad over de 21,4 km ligt gemiddeld tussen 6 en 10 procent en menig liefhebber die het zelf geprobeerd heeft, zal ruiterlijk toegeven dat het bereiken van de top een haast bovenmenselijke prestatie vergt. De winnaar uit deze fictieve rit legde het traject van 21.4 km in nauwelijks 58 minuten af, de laatste had bijna zes minuten meer nodig (maar ook hij mocht de rit destijds op z’n palmares bijschrijven). Bovendien legde de winnaar bijna de hele rit in z’n eentje af, terwijl bijv. Marco Pantani z’n voordeel kon doen met het feit dat hij in het laatste stuk van de klim het gezelschap kreeg van (een toen nog ongeschonden) Lance Armstrong, die af en toe aan de kop reed en regelmatig het tempo verhoogde.
Spanning alom dus, maar de vermenging van heel divers beeldmateriaal (zwart-wit in de tijd van Eddy Merckx, veel storingen in de opnamen van 1987 wegens een niet altijd perfect contact met de satelliet, technisch zo goed als uitstekend beeld vanaf 2000, zij het met wat troebele shots in 2002) is op zich een aandachtstrekker, want in 1970 zie je Eddy Merckx afzien en uitgeput in de armen van z’n sportdirecteur vallen (al beweerde hij later dat er een flink pak komedie mee gemoeid was om de journalisten te ontlopen), terwijl z’n collega’s van dertig jaar later nauwelijks sporen van vermoeidheid vertonen. Heeft te maken met het trainingsprogramma en de omkadering, zegt Jean-François Bernard, nu hebben ze een hele equipe ter beschikking, inclusief een dokter, en de hele zaak wordt wetenschappelijk benaderd. Maar dat heeft ook kwalijke gevolgen gehad, denk maar aan de dopingaffaires en de schandalen als nog maar eens een grote naam positief bleek te testen of toegaf iets te hebben gebruikt. Iedereen wist wat er omging in dat wereldje, zegt Richard Virenque, maar het waren altijd de renners die gestraft werden, nooit hun sportdirecteurs, nooit de sponsors…
Het commentaar bij de reportage wordt geleverd door Michel Wuyts en z’n Nederlandse collega Maarten Ducrot. Ze wisselen elkaar regelmatig af tijdens het wedstrijdverslag en nemen regelmatig een deel van de rest van de informatie (klimtijden, info over de carrière van de coureurs, over doping, etc.) voor hun rekening. En voor een keer vertelt Wuyts geen onzin en rolt het allemaal in het Nederlands uit z’n mond, wat alleen maar kan betekenen dat het commentaar op voorhand grondig is doorgepraat en in een scenario is gegoten. En dat is in dit geval een goede zaak, al moet je het dan zonder de spontane emotionele uitbarstingen doen waarmee Michel Wuyts beroemd (of is het berucht?) is geworden.
Het resultaat van deze fictieve of virtuele rit gaan we niet verklappen, dat zou het kijkplezier alleen maar bederven, en het grappige is dat ook de voorspellingen van de betrokken wielrenners helemaal niet overeenkomen met het eindresultaat. Maar om u gerust te stellen: Eddy Merckx brengt het er ondanks de vele handicaps ten opzichte van z’n jongere collega’s goed vanaf!
BEELD EN GELUID
Het beeldmateriaal komt uit drie (quasi vier) verschillende decennia en dat betekent dat het zeer divers is van kwaliteit. De wazige zwart-witbeelden uit de tijd van Eddy Merckx zijn ondertussen historische documenten en daarover hoort u ons niet klagen, ook al is er sprake van veel vuiltjes en andere beschadigingen. De rest van het materiaal is op video opgenomen en de wat onnatuurlijke kleur in de opnamen van 1987 maakt tegen 2000 plaats voor realistische en felle tinten. Het beeldmateriaal heeft geen eigen geluid, want de nadruk ligt op het commentaar, dat goed en duidelijk is opgenomen. De Franse, Spaanse en Italiaanse interviews zijn netjes ondertiteld.
CONCLUSIE
Je moet niet per se een wielerliefhebber zijn om te genieten van deze documentaire, want De Koning Van De Mont Ventoux is een verrassende en spannende film die de emotionele grenzen van de wielrennerij overstijgt en op ons overwinningsinstinct inspeelt. Wat dat betreft heeft regisseur Fons Feyaerts een uitstekende keuze gemaakt en het zou ons niet verbazen mocht De Koning Van De Mont Ventoux straks aan een succestocht door Europa en de rest van de wereld beginnen.