Regie: Carlos Saura
Met: Antonio Gades, Cristina Hoyos, Laura del Sol, Juan Antonio Jiménez, Emma Penella, La Polaca, Gómez de Jerez, Enrique Ortega, Diego Pantoja
Tien jaar later is de zigeunerkolonie in feeststemming want Candela en José zijn eindelijk zover en hun huwelijk wordt op rituele wijze en met heel veel flamencomuziek ingezegend. Van op een afstand volgt Carmelo met gemengde gevoelens de ceremonie. Hij feliciteert de bruid, maar hij laat ook z’n afkeuring en z’n teleurstelling blijken. Candela reageert geïrriteerd: zij heeft zich neergelegd bij een gebruik dat een wezenlijk onderdeel is van hun cultuur en bovendien is ze wel degelijk verliefd op haar kersverse echtgenoot José. Dié staat ondertussen een eindje verderop een afspraakje te maken met de aantrekkelijke Lucía…
Als José een tijdje later tijdens een dispuut met Lucía’s vriend een messteek in de buik krijgt en Carmelio met bebloede handen (én in het gezelschap van Lucía!) bij het lijk wordt aangetroffen door de politie, verdwijnt hij in de gevangenis. Men verraadt geen stamgenoten… Als Carmelio vijf jaar later weer in het kamp verschijnt, wordt hij verwelkomd alsof hij even sigaretten was wezen kopen. Hij wil uiteraard weten hoe het met Lucía gaat, maar men vertelt hem dat ze gek is geworden, want dat ze elke avond naar de plaats van de moord gaat om er met José te praten en te dansen…
El Amor Brujo is het derde deel van de Flamenco-trilogie (1981-1986) van de Spaanse regisseur Carlos Saura, waarin hij de cultuur van de gitanos een centrale plaats geeft met in de hoofdrol Cristina Hoyos en Antonio Gades, de beste flamencodansers van hun tijd. Saura maakt van El Amor Brujo een productie waarin elementen uit drama, musical en dans met elkaar worden vermengd. Bovendien kiest hij voor een toneelachtig decor, want in de eerste minuut van film laat hij de camera door de coulissen van de immense hangaar rijden waar het zigeunerdorp is opgebouwd. Eenzelfde principe paste de Deens regisseur Lars von Trier toe in Dogville (2003) en Manderlay (2005) en ook in El Amor Brujo leidt die keuze bij de kijker tot een gevoel van claustrofobie, want dit is een wereld waaruit niemand kan ontsnappen, getuige het canvas op de achtergrond, waarop naargelang de omstandigheden vergezichten of een ondergaande zon worden geprojecteerd.
In het zigeunerdorp is nauwelijks sprake van enige vorm van privacy, want de huisjes staan er dicht opeen en ze zijn opgetrokken uit afbraakmateriaal. De bewoners vormen één grote familie en het leven speelt er zich buiten af, meestal op het centrale pleintje waar vaak wordt gezongen en gedanst. Het is dan ook geen geheim dat Carmelio op Candela verliefd is en dat José afspraakjes maakt met de vurige Lucía. Er wordt over geroddeld tijdens het ophangen van de was en in achterkamertjes, maar niemand licht de betrokkenen in, of misschien is dat zelfs niet nodig: ook wat niet volgens de regels verloopt, is wellicht onderdeel van het grote plan van God.
Het scenario is jammer genoeg vrij dun en moet het afleggen tegen de fragmenten waarin de hoofdpersonages hun emoties via de flamencodansroutines verwoorden. Maar vanaf het prille begin van de film is het ook duidelijk dat het Carlos Saura precies daarom te doen is. Waarom doe je als regisseur anders een beroep op de allerbesten uit het genre? Als kijker moet je m.a.w. een minimale interesse hebben voor flamencomuziek en –dans, want daaraan wordt de meeste tijd aandacht besteed. Cristina Hoyos (Candela) en Antonio Gades (Carmelo) toveren een veelzijdig en gevarieerd repertoire tevoorschijn, maar ook Laure del Sol (Lucía) en Juan Antonio Jimémez (José) laten zich niet onbetuigd.
Visueel moet je als kijker uiteraard ook wennen aan de theaterachtige sfeer van de film. Wegens de beperkte horizont en de heel aparte belichting, vergeet je nooit dat wat je ziet zich op een gigantische zandbak in een vliegtuigloods afspeelt en daaraan kunnen de vele effecten (o.a. windmachines) weinig veranderen.