FREDDIE MERCURY - THE KING OF QUEEN
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2019-03-28
DOCUMENTAIRES
De film Bohemian Rhapsody is nog niet goed en wel uit op dvd, of Source1Media staat al klaar om een graantje mee te pikken van het succes. In hun archieven zitten nog onder meer deze drie zeer gelijkaardige documentaires, alledrie van de hand van regisseur Jordan Hill, waarin hij enkele Queen-kenners aan het woord laat. Blijkbaar zijn de documentaires op een verschillend tijdstip of voor een verschillende klant geschoten, want bij enkele ervan wordt duidelijk de link gelegd met de recente blockbuster door als openingsquote acteur Rami Malek aan het woord te laten, terwijl andere documentaires zulk een introductie missen. Het dient evenwel gezegd dat Hill meer dan voldoende achtergrondkennis over Queen bezit om een deftig werkstuk af te leveren, en in zekere zin zijn deze documentaires minder gepolijst dan de film, want ook Freddie's decadente kantjes worden vrij onverbloemd weergegeven.
Ik herinner me als Queen-fan nog goed dat Freddie Mercury op 23 november 1991 aankondigde dat hij HIV-positief was, en verzocht aan de paparazzi om hem en zijn naasten met rust te laten opdat hij de ziekte zou kunnen dragen. Veel tijd om hem lastig te vallen hebben de paparazzi niet gehad, want een dag later was de legendarische frontman van Queen dood. Queen benam een plek die het midden hield tussen theatrale glamrock en het stevigere werk, maar altijd weer drong de bijzondere frontman zich naar het voorplan met zijn soms nichterige, dan weer eens stoere, maar vooral erg androgyne uiterlijk. Niemand kon de man echter iets maken, want met zijn stem als een klok twijfelde niemand aan de absolute wereldklasse van de band. Dit werd des te duidelijker toen de band in 1985 optrad op het grootse benefiet Live Aid, en daarbij een performance gaf die nu nog steeds wordt beschouwd als de beste die een band ooit ten berde heeft gegeven. Freddie Mercury laat tienduizenden toehoorders meezingen, het publiek eet uit zijn hand, en als de brave man had gevraagd dat ze collectief hun broek zouden laten zakken, ze zouden het nog gedaan hebben ook.
Freddie Mercury mat zich het allure van een diva aan, en hij zou pas écht in die rol glorieren na zijn dood. Nu nog voert de band met Bohemian Rhapsody vaak het lijstje van evergreens aan, als de één of andere commerciële zender het weer eens nodig acht om nóg maar eens een top zoveel aller tijden uit te braken. Figuren die op jonge leeftijd het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen blijven echter tot de verbeelding spreken. Freddie was biseksueel, woonde samen met een man waarmee hij alleen niet in naam getrouwd was - het homohuwelijk was, nu spreken we over de jaren '80, zelfs in progressievere landen als Nederland en België nog taboe, en leidde een nogal decadent leven waarin hij hét deed met alles en iedereen, tot en met zijn brievenbus.
Freddie Mercury: The King Of Queen
Als ik 's avonds niet meer weet wat doen, zap ik al eens langs de Engelse satellietzenders, en mijn oog viel op een avond op deze documentaire, die nu dankzij Source1Media in een Nederlands ondertitelde versie te bewonderen valt. Muziekpresentator Paul Gambaccini, autoriteit op het gebied van popmuziek, weet enkele treffende bedenkingen te plaatsen bij de impact die Queen heeft gehad op de muziekgeschiedenis. Vooral de vergelijking dat Queen een soort uiting van sociale media was vooraleer het medium bestond, snijdt werkelijk wel hout. Fans identificeerden zich met de band, analyseerde de soms wel zeer doorwrochte lyrics tot op de draad, en ontmoetten elkaar uiteraard op optredens. Vanaf het moment dat Freddie Mercury tot de band Smile toetrad, wilde hij duidelijk zijn stempel op hun muziek drukken. Hij was diegene die de verandering van de bandnaam in Queen doordrukte, en de oorspronkelijke zanger Tim Staffell zo ver kreeg dat die de band uiteindelijk verliet omdat hij naar eigen zeggen muzikaal andere wegen wilde inslaan.
Gambaccini maakt de interessante observatie dat Freddie Mercury een typetje is, gecreëerd door Farrokh Bulsara (de werkelijke naam van Mercury), dat hij naar zijn eigen visie kon kneden, in die mate zelfs dat de meeste mensen uit zijn entourage zijn echte naam niet kenden. Gambaccini trekt de parallel met Bryan Ferry, die zich in Roxy Music het imago aanmat van een gentleman, terwijl hij eigenlijk van zeer bescheiden komaf was, maar uiteindelijk toch door de Queen (Elizabeth, niet de band) geridderd werd. De al even flamboyante showbusinessagent Eric Hall, die zichzelf te pas en te onpas bedient van het betekenisloze stopwoord bubula totdat het hondsirritant wordt, bekent eerlijk dat hij aanvankelijk geen brood zag in de formule, maar zijn idee moest bijstellen nadat er van Bohemian Rhapsody geen zestig, zoals hij aanvankelijk dacht, maar zestigduizend exemplaren op een week waren verkocht. Het levert ook nog een leuke anekdote op dat de band erop aandrong dat Hall zijn vaste videoclipproducer, die standaard tegen het tarief van 500 pond per clip werkte, wandelen stuurde, en ze hesen hun eigen regisseur aan boord die prompt het tiendubbele vroeg. Zowel Freddie Mercury als de andere bandleden hielden graag een vinger aan de pols wat het artwork van de band betrof, hetgeen niet altijd in dank werd afgenomen. Muziekjournaliste Rosie Horide tracht te verklaren hoe onder meer door in hun beginperiode een extensief gebruik van uitsluitend zwart-witkostuums de band meer wilde zijn dan de zoveelste rockband en artistiek boven de middenmoot trachtte uit te steken. Paul Watts van EMI records herinnert zich dat hij de man was die Queen voor gek verklaarde dat de band met Bohemian Rhapsody een nummer maakte dat maar scheen te blijven duren, en hen aanraadde er de schaar in te zetten, wat hem vooral kwade blikken en een opgestoken middelvinger opleverde. Ook fotograaf Mick Rock haalt herinneringen op aan Queen, en meent dat vooral Freddies ongeëvenaarde stem, in combinatie met zijn theatrale verschijning, bron van succes was, en alhoewel de man zelf dol was op de aandacht van de fans, was hij naast het podium en in bijzijn van zijn intimi eerder een verlegen kerel die soms niet uit zijn woorden geraakte.
En onvermijdelijk wordt stil gestaan bij de dood op 45-jarige leeftijd van Freddie Mercury, die daardoor paradoxaal genoeg eigenlijk de diva werd die hij al zijn leven al had willen zijn. We krijgen beelden van rouwenden die, de dag nadat Mercury bekend maakte dat hij AIDS had, tevens de dag waarop hij stierf, bloemen kwamen leggen bij de villa van Freddie en zijn vriendin. Zoals terecht wordt opgemerkt, stel je je bij artiesten die jong overlijden de vraag wat ze nog allemaal in hun mars hadden gehad, mochten ze ouder zijn geworden. De documentaire wordt doorspekt met clips van de band, en het verdient naar Source1Media een pluim toe dat zelfs de lyrics van de aangehaalde fragmenten zijn vertaald.
Freddie Mercury: The Ultimate Showman
De tweede documentaire opent met een Red Carpet-evenement waarop Brian May, Roger Taylor en acteur Rami Malek, die in Bohemian Rhapsody de betreurde frontman speelt, homage brengen aan Freddie's genie. Het grootste deel van de interviews zijn echter uit dezelfde pot getrokken als de eerste documentaire, met toevoeging van Jennifer Otter Bickerdike weliswaar, zodanig dat er veel overlap is. Er wordt meer chronologisch stilgestaan bij de verwezenlijkingen van Queen aan de hand van de albums die ze hebben uitgebracht. Keep Yourself Alive in 1973 en Seven Seas Of Rhye een jaar later waren eigenlijk maar doorsnee-rocknummers die artistiek geen potten hebben gebroken, maar het was pas met het theatrale Killer Queen uit 1974 dat het theatrale, kitscherige en van opera doorspekte aspect van de band naar de voorgrond drong, uiteraard belichaamd in elk vezeltje van hun frontman, Freddie Mercury. Een pseudoniem dat de frontman bewust koos omwille van het feit dat Mercurius de boodschapper van de goden was, en zo zag de man zichzelf. Opmerkelijk is ook dat Eric Hall in deze documentaire aangeeft dat Freddie verliefd op hem was, maar dat die liefde uiteraard onbeantwoord bleef omdat Eric hetero is. De man heeft bovendien overtuigende argumenten om te beweren dat het nummer Killer Queen eigenlijk over hem gaat. De documentaire is ook eerlijk genoeg om te vermelden dat Hot Space uit 1982 zowel artistiek als commercieel een flop was, en het is spijtig dat ook in deze documentaire de drie albums die Queen maakte toen Freddie al niet meer optrad door zijn ziekte, A Kind Of Magic, The Miracle en Innuendo, nauwelijks worden vermeld, op een fragment uit het profetische These Are The Days Of Our Lives na.
Queen: How They Broke Free
Ook deze documentaire tapt uit hetzelfde vaatje interviewfragmenten als de vorige twee documentaires. Het voordeel ten opzichte van Freddie Mercury: The Ultimate Showman is echter deze keer dat de vierletterwoorden deze keer niet zijn weggebiept, waaronder Freddie's reactie toen hij bij het verlaten van de homoclub Heaven midden de jaren '80 tegen reporter Paul Gambaccini zei dat qua de Grote Levensbedreigende Ziekte die in de homomiddens waarde, ze allemaal - excuseer voor de woordspeling - zijn rug op konden. Deze documentaire focust wellicht wat meer op het imago dat de band zichzelf aanmat door extensief gebruik van zwart-witbeelden. Er wordt ook meer stilgestaan bij albums als News Of The World en het charismatische optreden van Queen op Live Aid, om maar aan te toen hoe het publiek uit Freddie's hand at. Deze documentaire focust, meer dan de andere twee, ook een beetje op de drie andere bandleden die vaak in de schaduw staan van de frontman. Vooral het feit dat Brian May en Freddie Mercury in zowat alles van elkaar verschillend zijn, en hoe die frictie maximaal werd uitgebuit om de basis van de groep te verbreden, wordt uitvoerig uitgespit.
BEELD EN GELUID
De archiefbeelden worden er niet beter op, en het geluid is uitgevoerd in simpele Dolby Surround 2.0. Er bestaan weliswaar betere opnamen van Queen-materiaal, maar vooral bij de oudste opnamen is zulks uiteraard onmogelijk. Heel wat van het archiefmateriaal is bovendien geschoten op video, wat resulteert in het door het scherm lopende lijnen, afgewassen kleuren en diens meer. De recentere interviews zijn dan weer piekfijn in orde.
EXTRA'S
Deze drie schijven bevatten geen bonusmateriaal. Nee, ook geen minidocumentaire over Larry Lurex!
CONCLUSIE
Deze documentaires bieden een perfect tegengewicht tegen de film Bohemian Rhapsody die toch met de waarheid omtrent Freddie Mercury een beetje een loopje neemt. Wat echter spijtig is, is dat de drie documentaires op dezelfde interviewfragmenten met Mercury-kenners zijn gebaseerd, waardoor je een overlap krijgt van meer dan 80 procent.