LAIR OF THE WHITE WORM, THE (BLU-RAY)
Bespreking door: Didier - Geplaatst op: 2020-08-06
FILM
De in 2011 overleden Ken Russell mag je zonder meer beschouwen als één van de meest eigenzinnige Britse regisseurs die je maar bedenken kan. Net zoals zijn landgenoot Nicolas Roeg was hij een cineast die zich niks aantrok van wetten of producers. Russell maakte vooral films in de jaren 70 en 80, en het mag gezegd worden: het is een lijst van hits and misses. Een regisseur die nooit de schaar in zijn eigen werk zette, en zich volop liet gaan aan uitbundige extravaganza. Getuige het in 1969 met een Oscar-bekroonde
Women In Love, de Who-musical
Tommy uit 1975,
Altered States,
Crimes Of Passion en
Gothic uit 1986 dat vooral een videohit werd.
Gothic met Gabriel Byrne is trouwens het aanknopingspunt van ons verhaal. Door dit onverwachte succes kreeg Ken Russell van Vestron Pictures een contract voor drie films aangeboden. De films die een eigen adaptie op de werken van D.H. Lawrence en Oscar Wilde waren, en in het geval van
The Lair Of The White Worm op Bram Stoker, flopten één voor één. Meer zelfs, Hugh Grant die hierin één van zijn eerste rollen speelt, schaamt zich diep over de film en weigert om erover te praten. Zo’n film dus.
The Lair Of The White Worm is een uit 1911 onafgewerkt boek van Bram Stoker, de Ierse auteur die ons de legende van Dracula schonk.
The Garden Of Evil, want zo word het boek ook wel eens genoemd, gaat over de legende van de gigantische worm van Lambton die de buurt op stelten zette. Russell heeft het nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij het Stoker-verhaal maar niets vond, en met deze film uit 1988 doet hij een poging om via een experimentele Hammer-achtige manier zijn versie neer te zetten. Het resultaat is deels leuk, maar vooral deels een zooitje.
Ook al kun je stellen dat de film niet meer in dan een pompeus vampierverhaal, proberen we toch om dit verwarrende verhaal enigszins te schetsen.
De archeologiestudent Angus Flint (Peter Capaldi) is bezig met allerlei opgravingen in een oud klooster dat door zijn zusters Trent, Mary (Sammi Davis) en Eve (Catherine Oxenberg) als een bed and breakfast wordt gerund. Op een dag ontdekt hij een schedel die volgens hem afkomstig is van een grote slangachtig wezen en onmiddellijk wordt de link gelegd met de worm van d'Ampton: een mythisch wezen dat na veel dood en verderf door John d'Ampton werd gedood, één van de voorouders van de steenrijke lord James d'Ampton (Hugh Grant). Wanneer James in een grot een zakhorloge vindt, vermoedt James dat de d'Ampton-worm meer is dan een legende. Het horloge was immers eigendom van de vader van de zusjes Trent, die in de buurt van Temple House verdween, het statige huis van de mooie en verleidelijke Lady Sylvia Marsh (Amanda Donohoe). Al gauw komen we erachter dat Lady Sylvia een volgelinge is van de slangengod Dionin.
We zouden je nog met heel wat mythologisch woordenvoer kunnen overblaffen maar niemand die daar baat bij heeft. Ook niet de kijker die verzuipt in een poel van symboliek, want waar het hem in feite grotendeels om draait is het exposeren van kunstzinnige gore en bloot. Dat laatste was trouwens een heel probleem. Amanda Donohoe die ontdekt werd door popzanger Adam Ant had er niet veel moeite mee om uit de kleren te gaan. Eerder werd de rol voorgesteld aan Tilda Swinton, maar toen die het script las, liet ze Russell vriendelijk weten dat hij zonder haar kon filmen. Ook met Catherine Oxenberg liep het fout. Vestron wilde absoluut een Amerikaanse naam op de affiche, en die werd gevonden met Oxenberg die toen populair was als Amanda Carrington uit
Dynasty. Minpunt voor Russell was dat die weigerde om in haar blote kont rond te huppelen wat volgens Russell dan weer de hele finale naar de knoppen hielp. In feite is Amanda Donohoe de enige die zich blijkbaar loopt te amuseren in dit vreemd vehikel, want ook Hugh Grant lijkt geen tikkeltje overtuigend en door nog maar eens een Jane Austen-figuur neer te zetten, merken we wederom op wat voor een eenzijdige acteur de Brit wel is.
The Lair Of The White Worm is een zeer dubieus geval dat vooral de extravaganza die eigen is aan Ken Russell nog eens weet te onderstrepen.
BEELD EN GELUID
Onlangs hadden we het bij
Blood Diner nog over hoe mooi de releases van Vestron wel zijn. Dit label moest het vooral hebben van zijn VHS-releases en in de late jaren 80 had deze maatschappij heel wat toppers in de videotheken lopen, die nu op blu-ray heruitgebracht zijn. Een prachtig transfer zonder ook maar één mankement, zelfs niet in de donkere scenes. Door de perfecte technische benadering kun je trouwens perfect zien hoe belachelijk goedkoop de decors wel waren. De kleuren zijn heel attractief en hebben een heerlijk 80’s gothic cheesy kantje. Het geluid bestaat uit een degelijke, van alle storingen ontdane Engels DTS-2.0, en de disk is voorzien van Engelse subtitels, wat door het gebruik van dialect soms zeer handig is.
EXTRA'S
Deze disk kon heel wat moois bevatten, we denken bijvoorbeeld aan een docu over Ken Russell, maar helaas moet je het naast de
trailers en tv-spots stellen met
twee interviews met twee medewerkers die toch eerder aan de zijlijn stonden. Allereerst is er een praatje met actrice Sammi Davis die ongelooflijk trots is op het feit dat ze met Russell een film mocht draaien. Vervolgens is er een interview met de editor Peter Davies. Leuk om eens te horen, meer niet.
CONCLUSIE
The Lair Of The White Worm valt (mits wat goede wil) te omschrijven als een guilty pleasure dat vooral overdreven pompeus aanvoelt.