WAY OF LIFE, A
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2006-06-07
FILM
Leigh-Anne (Stephanie James) woont met haar baby Rebecca en broer Robbie in een arbeidershuisje ergens in Cardiff (Zuid-Wales). Sinds de dood van hun moeder zijn ze op zich zelf aangewezen en op de sociale dienst. Robbie (Gary Sheppeard) hangt op straat rond met vrienden en probeert aan de kost te komen met het versjacheren van gestolen auto-onderdelen. Leigh-Anne staat er alleen voor, want haar vriend zit een gevangenisstraf uit voor gelijkaardige feiten. Zij leeft van de bijstand en van wat haar broer kan bijdragen voor stroomverbruik en verwarming. Leigh-Anne, Robbie en zijn vrienden behoren tot een groep kansloze jongeren, nauwelijks geschoold, slecht gemanierd en gefrustreerd omdat ze aan hun lot zijn overgelaten.
Zelden zijn armoede, achterstelling en racisme op een dergelijk directe en efficiënte manier in een bioscoopfilm bij elkaar gebracht en is met zo weinig middelen een precies en scherp beeld geschetst van hoe een onomkeerbaar proces van uitsluiting, paranoia en zelfvernietiging op gang komt met catastrofale gevolgen voor de betrokkenen en hun directe omgeving. Regisseur Amma Asante biedt de toeschouwer weinig ademruimte: al in de eerste scène zien we een groepje jongens een Turk in elkaar rammen en voor dood achterlaten. Na de inleidende titels wordt de kijker zonder veel omhaal geconfronteerd met de slechte gezondheidstoestand van de kleine Rebecca: ademhalingsmoeilijkheden als gevolg van schimmel op de vochtige muren en eczeem op armpjes en benen. Leigh-Anne doet wat ze kan, maar haar schoonmoeder verwijt haar egoïsme. De baby zou beter af zijn bij haar. Leigh-Anne gooit Rebecca’s oma eruit, maar ze beseft dat ze de controle op de situatie verliest en straks misschien haar kleintje. Een controlebezoek van de sociale werkster drijft de jonge vrouw tot wanhoop: de keuken ligt overhoop, de baby ligt onbewaakt op de bank, de melkfles staat niet in de ijskast en de woonkamer ziet eruit als een interieur van Jan Steen. Als Rebecca een kaars omduwt en ernstige brandwonden oploopt aan haar rechterarmpje, raakt Leigh-Anne in paniek.
Leigh-Anne is boos, boos op zichzelf en op de wereld en die boosheid deelt ze met Robbie en zijn vrienden: hun mogelijkheden zijn beperkt, sociaal en op de arbeidsmarkt. Ze staren zich dood op de
Paki's, Aziatische inwijkelingen die in de Britse steden massaal aanwezig zijn, tot zelfs op het arbeidsbureau en de sociale dienst toe: overal zijn het
zwarten die hun meedelen dat er geen verlenging meer komt van de uitkering, dat een nieuwe lening uit den boze is wegens het niet nakomen van de terugbetaling op de vervaldag. Volgens Leigh-Anne zorgen de
Paki's vooral voor zichzelf en hun soortgenoten en pikken ze de jobs van de
echte Britten. Leigh-Anne ziet haar vooroordelen bevestigd aan de overkant van de straat: op wiens kosten installeert die Paki een nieuwe badkamer? Wat staat hij haar aan te gapen als ze met de kinderwagen passeert? Regelmatig vliegt Rebecca haar overbuurman aan en bombardeert hem met een arsenaal van racistische scheldwoorden. Hassen Osman (Oliver Haden) blijft er kalm onder, maar hij verdraagt niet dat Leigh-Anne en haar vrienden zijn dochter Julie (Sara Gregory) discrimineren. Op hun
ga terug naar je land, Paki!, antwoordt hij dreigend met
ik woon hier 32 jaar, en jullie?, goed en wel beseffend dat z'n Britse buren nauwelijks twee decennia geleden op deze plek ter wereld kwamen.
De problemen met de overbuurman, niet een Pakistaan maar een Turk die voor de opvoeding van zijn dochter zorgt sinds de dood van zijn echtgenote, het sociale isolement van de marginale blanke jongeren, hun agressiviteit ten opzicht van de buitenwereld en hun toenemende neiging om het allemaal op de rug van de
Paki's te schuiven, situeert de regisseur tegen de achtergrond van Leigh-Anne's precaire levenssituatie. Het jonge meisje vertrouwt niemand meer, zet haar stekels overeind, bedreigt haar schoonmoeder en de sociale werkster, vlucht ten einde raad naar het ziekenhuis, haalt er haar baby tegen de afspraken in weer weg en verliest alle contact met de realiteit. Wanneer ze de
Paki van de overkant met haar sociale werkster ziet praten, roept Leigh-Anne de hulp van Robbie en zijn vrienden in om de
roddelaar een lesje te leren. In een vlaag van frustratie, jaloezie, afgunst, angst en diepgeworteld racisme leiden Leigh-Anne en haar vrienden de film naar een tragisch hoogtepunt waarbij de climax vast ook bij u nog lang zal nazinderen.
Deze eersteling van Amma Asante is meteen een voltreffer. Met weinig meer dan de decors die het provinciestadje biedt, de armoedige interieurs van de uitgewoonde rijtjeshuizen en een handvol niet of nauwelijks professionele acteurs bouwt ze een grauw en realistisch drama op dat naar de keel grijpt. De dialogen zijn hard, direct en shockerend, het racisme gespeend van elke vorm van politieke correctheid en de uitzichtloosheid van het dagelijkse bestaan is voelbaar in elke neergeslagen blik, in de sfeer van machteloosheid, de wrok en de woede die de personages voordrijft en van elkaar isoleert. Plaats voor eensgezindheid, solidariteit en een beetje menselijke warmte is er niet, want niemand is te vertrouwen. Wat overblijft is rancune en een alles verslindend negatief zelfbeeld.
A Way Of Life is geen feel good movie, noch een coming-of-age film. Het is een zwart en illusieloos drama waarin de regisseur met chirurgische precisie een etterende wonde opensnijdt die niet alleen in Wales of Londen, maar ook in Brussel en Antwerpen woekert.
BEELD EN GELUID
Amman Asante doet er alles aan om het realisme van haar film via setting én kleurenkeuze te benadrukken. Het palet is donker en grauw. Plaats voor het prachtige Welsche landschap is er niet. De camera beweegt zich door de slonzige huiskamers en de troosteloze en onpersoonlijke arbeidershuisjes, over ruige en inspiratieloze mannengezichten en lusteloze jonge meisjes die zich voor de elektriciteitsrekening laten misbruiken achter een schutting, in een verlaten prieeltje, geluidloos en met een doffe schreeuw van wanhoop in hun ogen. Asante filmt bij donker en regenachtig weer en in het halfduister. Ze gebruikt bijgevolg weinig kleur en kiest voor blauw en grijs met brede vlakken van donkerbruin of zwart en tegenlicht: koud en onpersoonlijk. De transfer is in orde en van ongerechtigheden is er geen sprake. Het geluid bestaat uit flarden diepe en trage gitaarklanken en de Dylaneske stem van David Gray. Zijn atmosferische muziekscore doet zijn voordeel met de 5.1-versie waarbij akoestische en elektrische gitaren prachtig door elkaar vloeien vanuit verschillende hoeken van de kamer. Onder heel veel fragmenten is totaal geen muziek geschoven wat het realisme en de directheid bevordert. De stemmen zitten vooraan in het midden, klinken duidelijk en helder en geven de film met hun Welsche accent een exotisch tintje. Het achtergrondgeluid, dat een belangrijke plaats krijgt in deze film, zit opzij en in de surround.
EXTRA'S
Deze dvd bevat geen extra's.
CONCLUSIE
A Way Of Life is een compromisloos portret van een groep jonge mensen die alle hoop op een beter leven al opgegeven hebben voor ze goed en wel volwassen zijn. Amman Asante’s korte schetsen uit hun dagelijks leven zijn shockerend wegens de directe en harde taal, de haat en het ingebakken racisme dat op elk moment aanwezig is en hun doen en laten stuurt. Baby Rebecca is de mascotte van de film. Aan de hand van haar fysieke achteruitgang tekent de regisseur de voortschrijdende mentale aftakeling van de jonge mannen en vrouwen, de neerwaartse negatieve spiraal waaruit wegvluchten niet meer mogelijk is.
A Way Of Life toont ons de jeugd uit de achtergestelde buurten, ten prooi aan hoge werkloosheid, alcoholmisbruik, drugs en kleine criminaliteit. Mocht dit een Hollywoodproductie zijn dan ontsnapten Leigh-Anne en Rebecca wellicht aan het allerergste. Amman Asante blijft evenwel met beide voeten op de grond en toont de rauwe werkelijkheid: pijnlijk, confronterend en vernietigend.