Regie: diverse
Met: David Attenborough (commentaarstem)
1. First Steps
De kuikens van de brandganzen in de Østedvallei op IJsland staan voor een moeilijke keuze: ze komen uit het ei op een hoge rots, zo’n 120 meter boven de grond, maar net zoals hun ouders voeden ze zich met gras en dat vinden ze alleen aan de voet van de rotsformatie. Er is maar één manier om daar te geraken: springen. Het lijkt op georganiseerde zelfmoord, maar de twee dagen oude kuikens hebben geen keuze, en wat meer is: hun ouders bewijzen dat het mogelijk is, want die zijn onder dezelfde voorwaarden ter wereld gekomen. De beide ouders verlaten het nest en installeren zich 120 m lager terwijl ze hun spruiten al gakkend tot de sprong proberen te bewegen en gedreven door hun instinct doen de jongen wat van ze wordt verwacht…
Dan heeft het jong van een bultrugwalvis het schijnbaar een flink stuk gemakkelijker, want die komt in het warme zeewater in de buurt van Hawaï ter wereld en wordt er gedurende zes maanden gezoogd. Tegen de tijd dat het z’n gewicht heeft verdubbeld tot 1800 kg, begint het met z’n moeder aan een 4800 km lange tocht naar de Noordelijke IJszee. Jammer genoeg valt het broed- en paarseizoen van walvissen samen en dat betekent dat er mannelijke bultruggen verschijnen met niet mis te verstane bedoelingen. De heren, die ruim 3800 kg wegen, maken een ongelooflijke herrie en het gevaar bestaat dat ze tijdens hun strijd om de gunst van het wijfje haar jong platdrukken of beschadigen met hun enorme vinnen. Orchidee-bidsprinkhanen daarentegen zijn piepklein. Zij hebben het voordeel van het getal. Ze komen allemaal tegelijk tevoorschijn en glijden langs zijdeachtige draadjes naar beneden tot ze een soort bal vormen. Daar hangen ze dan een tijdje om te drogen. Hun aanwezigheid is evenwel al opgemerkt door spinnen en oudere (eveneens carnivore) soortgenoten en dus maken ze zich zo gauw mogelijk uit de voeten. Om grotere rovers af te schrikken gebruiken ze een soort Kung Fu-techniek: ze spreiden hun achterste poten en steken hun voorpoten in de lucht waardoor ze veel groter lijken, en in nogal wat gevallen blijkt het trucje succes te hebben en druipt de belager af…
Tegen de tijd dat de jonge pelsrobben in Nieuw-Zeeland de broedplaats verlaten, zijn grote groepen orka’s in het ondiepe water langs de kust gearriveerd, want pelsrobben zijn hun lievelingskostje. De jonge en onervaren diertjes maken geen enkele kans, maar daarop hebben ze wat gevonden, want in plaats van naar zee te trekken, maken ze een tocht landinwaarts naar een meertje bij een waterval, waar ze zich gedurende drie dagen trainen in wat je een overlevingsstrategie zou kunnen noemen. Gewapend met de nieuwe kennis keren ze nadien terug naar het strand om hun geluk te beproeven.
2. Growing Up
Ook als jonge dieren erin slagen om de fragiele beginperiode van hun leven zonder problemen door te komen, is succes niet gegarandeerd, want op het moment dat ze door hun ouders aan hun lot worden overgelaten – en voor sommige soorten is dat al na zeer korte tijd – staan ze er helemaal alleen voor. Jonge poolvossen moeten al in hun eerste levensjaar op eigen poten staan, want in de barre noordelijke winter is er weinig voedsel en dus moet de familie zich over een grote oppervlakte verspreiden. Hun geliefde kostje zijn lemmings, maar die zitten diep onder de sneeuw. Met hun scherpe gehoor kunnen poolvossen ze horen bewegen en dan is het een kwestie van een gat te maken en de buit te vangen: eerst wordt er een kuiltje gegraven en vervolgens maken de diertjes een salto en boren ze zich met hun snuit in de dikke sneeuw om het nest te bereiken. Geen sinecure en vaak een pijnlijke affaire! Aziatische tijgerpups hebben geen last van de kou en voedsel is er meestal in voldoende hoeveelheden, maar voor hen komt het gevaar uit een andere hoek, want als hun vader zijn dominante positie moet afgeven aan een sterkere leeuw, dan worden de pups van het oude opperhoofd in de meeste gevallen door de nieuwkomer vermoord. En ook luipaardjongen in Afrika hebben met gelijksoortige problemen af te rekenen.
De geaderde octopus in de wateren voor de kust van Indonesië heeft in tegenstelling tot andere soorten geen camouflagekleuren en hij kan zich ook niet vermommen, en dus is hij kwetsbaar. Voor de allereerste keer heeft een natuurfilmteam een exemplaar gefilmd dat twee halve kokosnootschelpen gebruikt om zich in veiligheid te brengen als er jagers in de buurt zijn. Nooit eerder is een dergelijk gedrag bij ongewervelde dieren vastgesteld. De octopus sleept de schelpen de hele tijd met zich mee en als het gevaar echt heel groot wordt, vouwt hij de beide schelpen dicht en laat zich als een bal door de stroming over de zeebodem meevoeren!
3. Home
Ook dieren hebben behoefte aan behuizing waar ze hun jongen kunnen verzorgen en waar zich kunnen verstoppen tijdens de nacht. Wilde honden in de kale vlakte van Zambia verstoppen hun jongen in de laatste bosjes, maar omdat voedsel schaars mis, moeten de volwassen honden lange afstanden afleggen en de zorg voor de pups overlaten aan één van de teven. Heel veel vijanden hebben de wilde honden niet, tenzij slangen en die weten waar de prooi zich verschuilt. Hermietkrabben in Belize hebben en heel specifiek probleem. Zij verschuilen zich in lege schelpen, maar ieder jaar moeten ze op zoek naar een grote behuizing en daarvoor hebben ze een ingenieus systeem ontwikkeld: ze verzamelen zich in de buurt van een nieuwe en net aangespoelde schelp en wachten tot een krab van het goede formaat de woonst op komt eisen. De rest stelt zich op in een lange rij, van groot naar klein, en op het moment dat de eerste krab zich in haar nieuwe (grotere) huis vestigt, komt er een ware volksverhuizing op gang, waarbij elke volgende krab in de ketting de voor haar liggende schelp inspecteert, goedkeurt en ze zich vervolgens toe-eigent. Een perfect systeem!
Remora-vissen in de buurt van de Fiji-eilanden houden zich schuil in scheepswrakken, waar ze wachten op de komst van een school stierhaaien. Ze zuigen zich vast aan de grote vissen en in ruil voor het voedselafval verwijderen ze hun parasieten. Stierhaaien en remora’s leven levenslang in symbiose. Wevermieren in Australië prefereren een huis van bladeren. Ze trekken de bladeren naar elkaar toe en met de zijde uit de kop van een larve – die dienst doet als lijm - worden de randen met elkaar verbonden. Om hun woonst te beschermen tegen belagers of rivalen van de eigen soort, spuiten ze mierenzuur in de richting van de vijand en worden er ware veldslagen geleverd waarbij vaak de helft van een populatie op het slagveld achterblijft.
4. Power
Macht is één van de sterkste wapen in de dagelijkse strijd in de natuur. Apen in Senegal hanteren een strenge hiërarchie om de gang van zaken in hun gemeenschap te regelen en in de Chilkatrivier in British Colombia waken volwassen arenden over de laatste zalmen, want daarmee voeden ze hun jongen. Halfvolwassen arenden worden er geweerd en riskeren hun leven als ze het weinige voedsel toch proberen buit te maken, terwijl ze eigenlijk de jongen van het vorig seizoen zijn. Maar de volwassen arenden hebben nu een nieuwe kroost en die heeft voorrang op het vorige broedsel. Stekelstaarthoenen in Montana weren hun rivalen af met een baltsdans die ze jarenlang oefenen, en wie het meeste indruk maakt, beheerst niet alleen het terrein, maar trekt straks ook het makkelijkst een wijfje aan. En mannelijke kangoeroe’s in Centraal-Australië leveren een strijd op leven en dood om hun terrein (en hun kroost) te verdedigen. Als twee en een halve meter grote bodybuilders betreden ze de arena voor een gevecht zonder regels en dus wordt er aardig wat onder de gordel getrapt en zelfs de ogen uitkrabben is toegelaten, met gebroken botten en diepe vleeswonden als consequentie.
5. Courtship
Of dieren in staat zijn tot gevoelens als trouw en verliefdheid, is een vraag die voorlopig onbeantwoord blijft, maar de Galapagosalbatros houdt er gewoonten op na, die voor mensen zeer herkenbaar zijn. De diertjes zijn nl. monogaam en bij hun retour in het begin van het broedseizoen wachten ze op de uitgestrekte kuststrook rustig tot de partner terugkeert. Hoe de dieren elkaar tussen de duizenden vogels herkennen, dat is eveneens onbekend, maar als er een reünie plaatsvindt, dan ontspint er zich een magisch baltsritueel en zitten de beestjes nadien als geliefden heel dicht tegen elkaar: als er liefde bestaat in de natuur, dan is de Galapagosalbatros er het beste voorbeeld van. Als het op hofmakerij aankomt dan is de oranje prieelvogel uit Papoea Nieuw-Guinea beslist één van de beste, want hij bouwt met heel fijne takjes een nest dat bestaat uit twee verticale wandjes en hij versiert de onmiddellijke omgeving met blauwe (de kleur van z’n ogen) en gele papiersnippers, bessen, maar ook rietjes en stukjes plastic die hij uit de stad heeft meegebracht. Als er een wijfje op z’n indrukwekkende prestatie afkomt, voert hij een heel aparte baltsdans op en vervolgens biedt hij haar de trofeeën uit zijn tuintje aan, waarbij hij er zorg voor draagt dat hij altijd tegelijk een geel én een blauw spulletje in de bek neemt. De koning van de hofmakerij is evenwel de Japanse kogelvis, want hij tovert in het zand een kunstwerkje tevoorschijn met een perfect bouwplan dat hij een hele week lang en 24 uur per etmaal onderhoudt om te voorkomen dat de stroming er vat op zou krijgt. Het is een uniek concept en een reuzenonderneming voor een dergelijk klein visje.
6. Parenthood
Onvermijdelijk wordt elk dier op een dag vader of moeder, want dat is het doel van moeder natuur: het voortbestaan van de soort. Het ouderschap is in de natuur heel bizar geregeld. Voor sommige dieren is het een levenstaak zoals voor de mens, voor andere soorten is het niet meer dan een kwestie van het leggen van een ei. Schildpadden bijvoorbeeld kruipen moeizaam aan land om hun eieren op een droge plek onder het zand te deponeren, maar tegen de tijd dat de jongen uit hun schaal breken – zo’n 2 maand later – staan ze er helemaal alleen voor. En de koekoek die gaat nog een stuk verder, want die legt z’n ei in het nest van een koningsdrongo, en z’n jong zal meteen na de geboorte de andere eieren uit het nest duwen. En omdat de eieren van beide soorten heel erg op elkaar gelijken, is de koningsdrongo helemaal niet gealarmeerd door het supplementaire ei dat op een keer in z’n nest ligt. Bonobo’s hebben het zwaarder. Hun baby’s zijn pas na 5 jaar in staat om voor zichzelf te zorgen en eigenlijk blijven de moeders zich hun levenslang – zo’n 30 jaar – om hun nakomelingen bekommeren, net zoals alle grote zoogdieren.
Naar goede BBC-gewoonte is ook heel veel zorg besteed aan de soundtrack van de serie. Dave Foster en z’n collega Jeremy Holland-Smith hebben een grappige en soms spannende soundtrack gecomponeerd, die door het sounddepartement van de BBC is aangevuld met bizarre geluidjes die de actie kracht bijzet en opnieuw heel vaak voor grappige momenten zorgt. En ook David Attenborough laat zich niet onbetuigd, want zijn commentaar is interessant en leerrijk, maar vaak ook heel erg humoristisch, met een vleugje sarcasme en een flinke scheut ironie.