PLAYER, THE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2005-03-15
FILM
Hoewel de meeste regisseurs magere en vette jaren kennen, zijn er maar weinig cineasten die onmetelijk hoge toppen zo vaak afwisselen met afgrijselijk diepe dalen als Robert Altman. Hij draaide zijn eerste langspeler in 1957, maar was vervolgens gedwongen meer dan een decennium te verkommeren in de obscure catacomben van Amerikaanse tv-series, alvorens
MASH hem onverwachts tot een internationaal erkend auteur maakte. De jaren zeventig zouden zijn gouden periode worden, waarin hij meesterwerkjes als
Nashville afwisselde met miskleunen als
Quintet. Maar de regisseur verdween na de commerciële en kritische flop
Popeye opnieuw een tiental jaren volledig uit beeld. Begin jaren negentig kende Altman een artistieke renaissance om vervolgens, je raadt het al, weerom een decennium in een filmische coma te vervallen. Pas in 2001 ontwaakte de cineast daaruit met het meesterlijke
Gosford Park. De films die Altmans carrière echter opnieuw op de rails zetten in 1992 en 1993 waren enerzijds mozaïekfilm
Short Cuts en anderzijds de verfilming van Michael Tolkins gitzwarte Hollywoodsatire
The Player.
Hierin volgen we het mondaine leven van een topproducer van een grote Amerikaanse filmstudio. Griffin Mill beweegt zich als een eersteklas klootzak door de straten van Hollywood, zich ten volle bewust van zijn macht om projecten te maken of te kraken. Niet verwonderlijk levert hem dan meer vijanden dan vrienden op. Eén zo’n vijand, scenarist David Kahane, gaat zelfs zo ver de producer doodsbedreigingen te sturen. Griffin Mill spoort de man op, probeert hem de bedreigingen uit het hoofd te praten, maar de avond eindigt abrupt als de producer de scenarist per ongeluk doodt. Aldus raakt Griffin Mill verzeild in een verstikkend net van intriges, waarin hij de verraderlijke vragen van de politie moet trachten te ontwijken, een relatie begint met de weduwe van de man die hij vermoordde en daarenboven het hoofd moet bieden aan een slinkse nieuwe producer die het op zijn job gemunt heeft.
Als Robert Altman de bal misslaat, dan slaat hij hem doorgaans serieus mis. Maar als hij raak treft, dan mag je er donder op zeggen dat hij een homerun slaat.
The Player bevindt zich zonder discussie in het laatste kamp. En dat is in de eerste plaats te danken aan het knappe scenario van Michael Tolkin, die zijn roman zelf naar het witte doek vertaalde. De scenarist bevolkt Hollywood met ijdele, grenzeloos ambitieuze rotzakken zonder in karikaturen te vervallen. Hij toont Tinseltown als de lege, navelstarende industrie die we altijd al vermoedden achter alle glitter en glans en overgiet dat met een spannende, intrigerende saus van klassieke film noir plots. De film is bovendien een voortdurende evenwichtsoefening tussen allerlei genres: een vleugje romantiek hier, een snuifje thriller daar, talloze teentjes satire overal. Daardoor werkt
The Player op meer dan één niveau: kijkers van allerlei soort zullen in de film hun gading vinden en zich probleemloos kunnen identificeren met de driedimensionale karakters.
Maar het is fair te zeggen dat zonder input van Robert Altman de film het risico had gelopen in een doordeweekse thriller uit te monden waarin de Hollywoodsetting het enige verkoopsargument is. De cineast, zelf maar al te bekend met de malafide machinaties van de Tinseltownmachines, lijkt alle frustratie van tien jaar cinematografische wildernis van zich af te schudden in
The Player. Met een speelse, venijnige cameravoering bijt hij naar hartelust in de hand die hem voedt. Altman doet dit in zijn gekende stijl van veel zooms en lange camerabewegingen. Het openingsshot spant wat dat betreft de kroon en is een briljant voorbeeld van hoe economisch filmen en artistieke aspiraties hand in hand kunnen gaan. In één lang kraanshot van bijna tien minuten introduceert de regisseur het bizarre wereldje dat Hollywood is, met wanhopige scenaristen, talentloze executives en arrogante rijkeluiszoontjes, en geeft hij tevens, in de dialogen, een beknopte geschiedenis van de filmstad zelf. De bravoure en de zwierigheid die deze ongeëvenaarde opening kenmerken, trekt Altman vervolgens door in de rest van de film, waardoor je als kijker wel meegesleurd moet worden in het fascinerende verhaal.
Een andere belangrijke factor daarin is de cast. Tim Robbins zet de beste rol uit zijn carrière neer als de slijmerige, arrogante Griffin Mill. Hij slaagt er wonderwel in dit door en door verachtelijke personage doorleefd te maken, sympathiek zelfs. Naar het eind van de film toe willen we dat hij onbestraft blijft voor de moord op David Kahane, hoewel hij zich in de twee uren daarvoor als een enorme klootzak heeft gedragen. Robbins gebruikt hiervoor de efficiënte less-is-more techniek. Steeds heb je het gevoel dat er iets broedt onder zijn leugenachtige koele gelaat, wil je meer te weten komen over wat er zich in zijn hoofd afspeelt. Ondanks de IJslandse origine van haar personage draagt Greta Scacchi, als de weduwe van de vermoorde scenarist, contrasterend het hart op de mouw. Scacchi heeft in haar carrière dikwijls verkeerde keuzes geplaatst, maar in
The Player zit ze prima in haar vel. De combinatie van mistroostigheid, koelheid en openheid levert bijgevolg een memorabele rol op.
De supporting cast is eveneens om duimen en vingers bij af te likken: een recht voor de raapse politiecommissaris (Goldberg), een pretentieuze scenarist (Grant), de concurrerende producer (Gallagher) of de komieke cop (Lyle Lovett), allen spelen ze op het toppunt van hun kunnen. Aangezien
The Player zich afspeelt in Hollywood zijn cameo’s van beroemde filmsterren trouwens niet te vermijden. Een zeventigtal in totaal duikt op gezette momenten op: Cher, John Cusack, Andie McDowell, Susan Sarandon, Julia Roberts, Bruce Willis, Nick Nolt, Jack Lemmon, en nog vele, vele anderen. Dit draagt bij tot het gevoel van een microkosmos, een gesloten, geheimzinnige gemeenschap, wat uiteraard de spanningsboog enkel maar ten goede komt.
The Player is een film waarvoor je niet noodzakelijk Hollywood-voorkennis nodig hebt, maar het helpt wel om de subtiele satirelaagjes te herkennen en één voor één af te pellen. In de rijkelijk gevulde carrière van Robert Altman is deze film een van zijn meest speelse, monkelende uitstapjes. Geweldige visuele vondsten (het openingsshot, een dode vis die door maden wordt verorberd op een begrafenis, talloze zooms op omineuze film noir posters om de spanning zichtbaar te maken) worden afgewisseld met bijtende dialogen, schitterende vertolkingen, ritmische montage en een heerlijk eclectische muzikale score van Thomas Newman. Als het Hollywood dat
The Player schetst, vol achterbakse egocentrici, ijdele leeghoofden en meedogenloze jaloezie, de waarheid ook maar enigszins benadert, geef mij dan maar meteen een enkeltje L.A. Hollywood: here I come!
BEELD EN GELUID
Dit was een van de eerste films die uitkwam op het dvd-medium en je zou dus voor minder denken dat beeld en geluid van een minder niveau zijn. Wel, dat valt allemaal nog reuze mee. Als je de minderwaardigheid van NTSC t.o.v. PAL even opzij zet, vind je een transfer die iets te soft is, in donkere scènes wat problemen vertoont en niet volledig vrij is van minuscule beschadigingen en vuiltjes, maar die voor het overige verre van slecht te noemen is. Geluid is op een Altman-disc waarschijnlijk van groter belang dan op elke andere dvd, gezien zijn voorliefde voor overlappende dialogen. Gelukkig is de mix van de talloze audiotracks probleemloos verlopen en krijgen we in Dolby 5.1 een helder, duidelijk te verstaan geluidsspoor, dat echter nooit een openbaring wordt.
EXTRA’S
De lijst extra’s oogt op het eerste gezicht indrukwekkend, maar schiet bij nadere inspectie toch schromelijk tekort. Zo overtuigt het
Audiocommentaar met regisseur Altman en scenarist Tolkin niet, door de vele stiltes, Altmans pompeuze manier van spreken en het feit dat beide mannen afzonderlijk hun track opnamen. Ook de featurette
One on One with Robert Altman (17 min), een interview intercut met fragmentjes, geknipte scènes en promotiemateriaal, brengt weinig nieuwe onthullingen. Grote stukken van de vijf
Deleted Scenes (14 min) zagen we al in de featurette, maar hier krijgen we de fragmenten in hun geheel. Waarom ze werden geknipt is van meet af aan duidelijk: ze zijn gewoon niet erg goed. De anamorfische
Trailer (2 min) is dat wél. Zelden een aankondiging gezien die zo goed sfeer, toon en humor van een film correct weet weer te geven. Tenslotte zijn er nog
Filmografieën van de vele filmsterren die de film bevolken. Gekoppeld hieraan kan je in het
Cameo-overzicht direct naar de scène zappen waarin de celebrity van je keuze zijn/haar opwachting maakt.
CONCLUSIE
The Player zette de tweede renaissance van Robert Altman, begin jaren negentig, triomfantelijk in. Het is een thriller met romantische aspiraties, een satire vol giftige dialogen, een tour-de-force van technische en artistieke hoogstandjes. Kortom: een van de beste werken uit Altmans benijdenswaardige oeuvre. Beeld en geluid zijn dik in orde, doch zeker geen overdreven lof waard. De extra’s stellen daarentegen stevig teleur door hun gebrek aan inzicht. Haal deze dvd dus zeker in huis, maar bid ook regelmatig tot de patroonheilige van dvd’s, hoe hij ook heet, in de hoop dat bijvoorbeeld Criterion deze film, in navolging van
Short Cuts, weldra de digitale, versatiele behandeling geeft die hij verdient.