SOLEIL ASSASSINE, LE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2005-10-05
FILM
Na de Tweede Wereldoorlog komt de dekolonisering van de Derde Wereld op gang. In Azië en Afrika verzet de plaatselijke bevolking zich tegen de westerse overheersing en eist zelfbeschikkingsrecht en onafhankelijkheid. Naargelang de situatie geeft het protest aanleiding tot korte of lange conflicten tussen beide partijen, maar één ding is op termijn voor iedereen duidelijk: de onafhankelijkheid van de voormalige kolonies is onvermijdelijk. Eén van de zwaarste conflicten wordt begin jaren '60 uitgevochten in Noord-Afrika en meer bepaald in Algerije. Dat land is in Franse handen sinds 1830 en meer dan 10 procent van de bevolking heeft er Europese voorouders, vooral Fransen, maar ook Spanjaarden en Spaanse joden die ooit zijn gevlucht voor de Inquisitie. In de grote Algerijnse steden is in 1959 nog tot 40 procent van de bevolking Europees. Deze Europeanen worden Pieds Noirs genoemd. Tijdens de bevrijdingsoorlog wordt hun positie hachelijk en als de Franse president De Gaulle toegeeft aan de eisen van de Afrikanen komen de Pieds Noirs tot tweemaal toe in opstand. In Parijs proberen ze zelfs de president te vermoorden. Na de onafhankelijkheid vertrekken 900.000 Pieds Noirs richting Frankrijk, een vloed die het land nauwelijks kan verwerken. Zo’n 100.000 van hen blijven achter. Zij beschouwen Algerije als hun geboorteland. Eind jaren '80 is hun aantal geslonken tot een paar duizend.
Jean Senac is zo'n Pieds Noirs. Z'n familie woont en leeft al drie generaties in Algerije en Jean – die een Frans paspoort heeft – voelt zich 100 procent Algerijn en koestert tegelijkertijd zijn Franse roots: hij is dichter en op de Algerijnse radio verzorgt hij elke week een poëzie-programma waarin Algerijnse kunstenaars hun Franse gedichten ten gehore brengen. Senacs programma heeft de hoogste luisterdichtheid in Algerije. Wanneer hij de theaterwedstrijd bezoekt die ter gelegenheid van 10 jaar Algerijnse onafhankelijkheid wordt georganiseerd door de overheid (bestaande uit de voormalige rebellen van FLN – het Nationaal Bevrijdingsfront dat tegen de Fransen heeft gevochten en zich communistisch noemt) leert hij een toneelgroep uit de provincie kennen en de twee jonge Algerijnen, Hamid en Belkacem. Samen met het publiek vindt Senac hun zelfgeschreven toneelstuk de interessantste inzending van het festival, maar de productie wordt gediskwalificeerd, zogenaamd omdat ze in het Frans is opgevoerd en
goede Algerijnen schrijven in het Arabisch, de taal waar hun vaders en grootvaders tien jaar geleden voor gevochten hebben. De jongeren zijn onthutst en zeker Belkacem wil weg uit Algerije richting Parijs, want hij benijdt Jean Senac die zich vrij kan bewegen en zeggen wat hij wil. Maar Jean Senac is helemaal niet zo vrij: de geheime dienst houdt zijn bewegingen van heel dichtbij in de gaten. Ze pesten zijn vrienden en kennissen en maken hem op die indirecte manier het leven moeilijk. Wanneer hij zonder toelating van het Ministerie van Cultuur een
Anthologie van de Algerijnse Poëzie op de markt brengt, gedrukt in Parijs, overschrijdt hij de uiterste grenzen van wat redelijk en doenbaar wordt bevonden door de autoriteiten.
Regisseur Abdelkrim Bahloul geeft in zijn film
Le Soleil Assassiné (de vermoorde zon) een keihard en ontluisterend beeld van het sluipend proces van islamisering dat greep krijgt op de Algerijnse maatschappij, waarbij voorrang gegeven wordt aan de eigen godsdienst en de eigen taal ten nadele van wat nefaste en volksvreemde Europese invloeden worden genoemd. Oude strijdmakkers uit het FLN komen aan verschillende kanten van de machtslijn terecht: Senac vertegenwoordigt de vrijheid van woord en van de Arabisch-Europese gedachte; zijn oude makkers, die een loopbaan in de partij hebben opgebouwd en uitvoeren wat de partijlijn hun oplegt, kiezen de kant van het zgn.
volkseigen conservatisme en de normen van de islam: zij rekenen af met wie zich verzet tegen de partij-ideologie. Voor hen is de partij gelijk aan de staat en de staat gelijk aan de natie. Bijgevolg is de partij het denkend geweten van de natie, de hoedster van de goede zeden en het politiek correcte gedrag. Regisseur Bahloul houdt het aanvankelijk allemaal rustig en concentreert zich op de dichter Senac en de toneelspelertjes die zich oneerlijk behandeld voelen. Dan, heel langzaam, ontvouwt hij een klimaat van onzekerheid, repressieve willekeur en angst: jonge vrouwen die met pekbesmeurde kuiten op straat lopen wegens acties van moslimconservatieven, nachtelijke razzia’s van de politie, het schrappen van Senacs radioprogramma, zijn verwijdering uit het mooie huis bij de zee, de harde taal van de beambten tegen de jonge kunstenaars, de nauwelijks verhulde bedreigingen. Tegelijk toont de regisseur ons hun onderlinge verdeeldheid; er zijn blijvers en vertrekkers, zij die voor openheid en pluralisme willen vechten (Senac) en zij die geen enkele opening zien (Belkacem) en hun leven elders willen opbouwen.
Le Soleil Assassiné is een gewelddadige film zonder geweld. Abdelkrim Bahloul heeft weinig middelen nodig om een zeer duidelijke situatie in beeld te brengen. Zijn aanpak is gebald, raak en functioneel. Voor de woede van zijn personages, voor hun motivatie, heeft hij maar een paar pennentrekken nodig, nooit meer. En hoewel de homoseksualiteit van zijn hoofdpersonage, Jean Senac, van belang is voor de maatregelen die de Algerijnse overheid tegen hem neemt, maakt Bahloul geen misbruik van dat gegeven om een gay-film te maken of goedkope bedscènes over de toeschouwer uit te storten. Ook op dat punt geeft de regisseur blijk van een ingehouden en volwassen benadering van het materiaal. Zijn film is eerder een novelle dan een roman, waarbij het uitwaaieren naar nevenverhalen en anekdotes allerhande tot een minimum is beperkt en de aandacht - op een enkele uitzondering na, nl. de verliefdheid van Hamid - bij de eigenlijke vertelstof blijft.
BEELD EN GELUID
Le Soleil Assassiné is netjes getransfereerd naar dvd: prachtig en helder beeld met veel contrast en veel details. De tinten gaan van roestbruin en geel tot blauw, het blauw van de deuren en kozijnen van Noord-Afrika, het geel en roestbruin van de ondergaande zon en het licht van de donkere interieurs en daar tussendoor het unieke licht van de Middellandse zee. Het geluid is eenvoudig zonder veel franje.
Le Soleil Assassiné is meer een praatfilm dan een doe-film en het schaarse Arabische geluid van melodieën en stemmen is spaarzaam aangebracht. Geen storingen en geen ruis. De ondertitels zijn duidelijk leesbaar, goed geplaatst, maar soms krijg je de indruk dat er te weinig is vertaald, maar dat kan een idee zijn, gezien Nederlands over het algemeen een gebalderde taal is dan Arabisch.
EXTRA'S
De extra's op deze dvd beperken zicht tot de
Originele Bioscooptrailer en
Andere Trailers uit het Total Film-aanbod.
CONCLUSIE
Le Soleil Assassiné is een sterke film, een politieke film, een film over mensen die getroffen worden door fanatisme en fundamentalisme van een overheid die alleen toelaat wat zij zelf toelaatbaar vindt. Deze film ademt politiek conservatisme en culturele onverdraagzaamheid in elke scène en de regisseur brengt de toeschouwer via zijn scherpzinnige psychologische analyse van de karakters heel dicht in de buurt van de angst en het gevoel van ongemak die de hele film domineren.
Le Soleil Assassiné is een belangrijke film.