DODGE CITY
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2006-04-03
Deze film maakt deel uit van Warners Errol Flynn Collection, waartoe ook nog The Adventures of Robin Hood S.E., Captain Blood, The Private Lives Of Elizabeth And Essex, The Sea Hawk, Dive Bomber, They Died With Their Boots On en de documentaire The Adventures of Errol Flynn behoren.
FILM
Men beweert wel dat – naast jazzmuziek – de western de enige originele Amerikaanse kunstvorm is. En daar valt wat voor te zeggen. De expansie van het continent was nooit mogelijk geweest zonder de moed van enkele pioniers, die vanuit beide kusten landinwaarts trokken, het onbekende in. Ze overwonnen de aanvallen van Indianen, de weerelementen en het ruige landschap, en stichtten stad na stad, tot het ganse continent veroverd was. Dergelijke inspirerende verhalen zijn steeds de boter op Hollywoods brood geweest. Het verwondert dan ook niet dat de filmstad vlijtig aan de slag ging met het genre, de Amerikaanse setting patriottisch uitbuitte en affectieve verhalen over cowboys en Indianen van de band deed rollen. Toch werd vaak meewarig gedaan over de western. Het waren gemakkelijke escapistische prenten, die artistiek noch commercieel aan de verwachtingen voldeden. Het succes – op beide fronten – van John Fords
Stagecoach herzag echter de meningen van velen. Niet in het minst die van de studiobonzen, die hiermee de aanzet gaven tot twee decennia memorabele westerns.
Eén van de eerste producties die in reactie op
Stagecoach groen licht kreeg, was Errol Flynns eerste film waarin hij niet in maillots moest opdraven:
Dodge City. De plot vertelt hoe het stichten van de titulaire stad in het Midwesten van de Verenigde Staten niet over rozen liep. De naïeve plannen voor een bloeiende metropool, waar ruige veehandelaars en keurige gezinnen in vrede samenleven, worden snel gefnuikt door het drieste optreden van een stel onscrupuleuze bandieten. Hun bewind van terreur maakt Dodge City tot een wetteloze stad, waarin corruptie en lynchpartijen welig tieren. De komst van Wade Hatton verandert echter alles. Hij durft het als enige aan op te treden tegen de boevenstreken. Het volk ziet in hem dan ook een verlosser en benoemt hem tot sheriff. De stad wordt opgekuist en nieuwe gezinnen vestigen zich zelfs in de huizen. Wade Hatton moet enkel nog de genadestoot geven aan het brein achter de corruptie en het geweld: een louche vee-eigenaar. Maar die is niet zinnens zich zonder gevecht over te geven.
Dodge City is eigenlijk dé archetypische western. Een idealistische revolverheld die de rol van sheriff op zich neemt? Aanwezig. Zijn betrouwbare, maar vooral als comic relief bedoelde sidekick? Ook op het appel. Een schone deerne die de held eerst niet kan uitstaan, maar vervolgens verliefd op hem wordt? Check, check en nog eens check. En dan zijn er natuurlijk nog de slechteriken, met zwarte hoeden op hun hoofd een eeuwige sarcastische grijns om de lippen. Kortom: alle elementen zijn er om van
Dodge City een voorspelbare, weinig memorabele prent te maken. En toch blijft de film hangen. Ondanks de weinig innovatieve plot verweven regisseur Michael Curtiz en zijn crew de typische genre-elementen tot een bevredigend geheel, dat bol staat van ouderwets entertainment.
Ondanks het ontbreken van het – nog niet uitgevonden – widescreenformaat, wordt de grootsheid van de Far West magistraal in beeld gezet door de cineast. De Technicolor-kleuren geven de prent bovendien een aanstekelijk positivisme mee, zodat je steeds het gevoel krijgt dat een goed einde om de hoek loert, hoeveel duistere kronkels de plot ook mag maken. Curtiz toont zich ook in zijn element bij stevige actiescènes. Het begint met een adrenalinerijke race tussen een locomotief en een postkoets, en gaat dan via o.a. een stampede van bizons en een lang uitgesponnen bargevecht naar een daverende climax op een in vlammen omgeven trein. Al deze scènes worden bovendien begeleid door Max Steiners repetitieve maar verdomd efficiënte muzikale score. Het scenario bevat dan wel een stel scènes die het drama iets té hard uitmelken – de stampede is een goed voorbeeld – maar de prima montage en het zoals steeds uitmuntende production design van de Warnerteams vegen die smetjes overtuigend weg. Een verhalend instrument dat wél in goede zin in het oog springt is overigens een printpers.
De acteurs slagen er niet in het materiaal te overstijgen, maar zijn zo’n meesters in hun vak dat ze moeiteloos in de huid van hun conventionele personages kruipen. Errol Flynn bewijst meer te zijn dan een Middeleeuwse schelm of een koene zeerover. Zijn charme blijft intact als cowboy en hij weet zelfs een ruwheid te suggereren die vaak ontbreekt in zijn zee- of bosgebonden avonturen. Vaste filmpartner Olivia de Havilland mag uiteraard ook niet ontbreken. Haar rol is echter vrij klein in
Dodge City en de romance tussen haar en Flynn bloeit daardoor nooit volledig overtuigend open. Toch kwijt ze zich als een volleerde professional van haar taak. Die andere vaste Flynn-sidekick – Alan Hale – is vooral aanwezig voor comic relief en slaagt in zijn opzet. Bruce Cabot buit uit dat hij de looks van een goede schurk heeft, Ann Sheridan staat hoog op de affiche maar haar cabaretzangeres is niet meer dan een veredelde cameo en Henry Travers speelt eens te meer in zijn carrière de goede, zorgzame vader.
Dodge City lijkt niet meteen het beste bewijs dat de western een authentieke Amerikaanse kunstvorm is. Daarvoor is de plot te generisch en genereert de film geen diepere lagen in zijn vertelling. Maar alleen al het vakmanschap waarmee de prent gemaakt is, het enthousiasme waarmee de acteurs je in het verhaal sleuren en het grenzeloze optimisme dat in Technicolor van het scherm straalt, zijn voldoende om je honderd minuten lang op het puntje van je stoel te houden. En dat is, alle authenticiteit ten spijt, ook een kunst.
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit van
Dodge City kan weliswaar niet tippen aan de kleurenpracht in de restauratie van
The Adventures of Robin Hood, maar niettemin is de prent gezegend met een uitstekende transfer. De scherpte is zelden een probleem, het contrast prima en filmgrain noch vuiltjes zijn in grote getale aanwezig. Ook het monospoor van de geluidstrack verloochent de ouderdom van de film. Nergens valt achtergrondruis te bekennen, de dialogen zijn perfect verstaanbaar en zelfs de muzikale begeleiding vertoont een aangename dynamiek.
EXTRA’S
De
Warner Night At The Movies gaat van start met een
Newsreel (2 min.) dat beelden brengt van o.a. Hitlers invasie in Polen.
Sons of Liberty (20 min.) is een nogal prekerige kortfilm over de joodse helden van de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. De tweespoeler oogt echter klasserijk dankzij de medewerking van acteur Claude Rains en regisseur Michael Curtiz.
Dangerous Dan McFoo (8 min.), een Merry Melody met de Far West als setting, toont vervolgens Tex Avery’s waanzin op zijn best. De
Trailer (3 min.) voor
Dodge City wijkt af van de norm door nauwelijks beelden uit de prent te tonen, maar te focussen op de grootse première van de film in het titulaire stadje. En afrondend is er een frustrerend korte, maar niettemin interessante documentaire:
Dodge City: Go West, Errol Flynn (8 min.).
CONCLUSIE
Na talloze successen in piratenfilms en middeleeuwse spektakels, kruipt Errol Flynn in
Dodge City voor het eerst in de huid van een cowboy. Met succes, want de prent mag dan weinig origineel zijn, zowel cast als crew maken er een makkelijk verteerbaar stukje entertainment van. Beeld en geluid zijn bovendien van uitstekende kwaliteit, en ook de extra’s dragen bij tot het kijkplezier van de dvd.