FLYBOYS
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2007-08-10
FILM
Terwijl in 1916 Amerika zich officieel afzijdig houdt in de Eerste Wereldoorlog, worden enkele vrijwilligers ingelijfd in het zogenaamde Lafayette Squadron, een eenheid van Amerikaanse gevechtspiloten die met het pas uitgevonden vliegtuig zo veel mogelijk Duitsers uit de lucht moeten schieten. Onder hen Blaine Rawlings (James Franco), een niksnut die het schurft heeft aan de militaire discipline en al de eerste dag zijn naam heeft gemaakt door zonder uniform te verschijnen op het appel. Niet dat commandant Thenault (Jean Reno) veel keuze heeft, want met een gemiddelde levensverwachting van drie tot zes maanden kan hij het zich niet echt permitteren kieskeurig te zijn. Na een belachelijk korte opleiding worden de piloten uitgestuurd voor verschillende ondersteuningsmissies, en elke keer komen er een stuk minder terug dan dat er vertrokken zijn. De oorlog is in elk geval een stuk minder heroïsch dan de propagandafilmpjes deden geloven, alhoewel de aanwezigheid van een lokale schoonheid Lucienne (Jennifer Decker) voor Blaine de pil enigszins verguldt.
"Gebaseerd op ware feiten" is toch een beetje de waarheid bij de haren sleuren, want met de technologie van de jaren '10 van vorige eeuw zouden de vliegtuigen in de Eerste Wereldoorlog die manoeuvres uitvoeren zoals deze hier, zonder uitzondering
en masse zijn neergestort. Blijft over: een dikke 3 dozijn vrijwilligers, Amerikanen die aan de kant van de Fransen gingen vechten in een apart squadron. De rest is inhoudelijk opvulsel, alhoewel er bijvoorbeeld écht een zwarte man dienst heeft genomen, wat in die tijd ondenkbaar was.
Flyboys is een geromantiseerd oorlogsverhaaltje dat qua opbouw veel overeenkomsten vertoont met
Pearl Harbor, maar op gebied van historische kadering toch wat te wensen overlaat. Feit is wel het historische gegeven van het Lafayette-squadron, onder het bevel van kapitein Georges Thenault, en enkele zaken zoals de leeuwenwelpen-mascottes (waar we er in de film één van zien). De personages zijn daarentegen niet op het minst geënt op de echte (en toch redelijk goed gedocumenteerde) Lafayette-piloten; zelfs de namen van de echte piloten werden nergens hergebruikt, waarschijnlijk om geen juridische mot te krijgen met de nabestaanden.
De naam Dean Devlin op de aftiteling als producent zou echter normaal al een belletje moeten doen rinkelen waar het met deze film naartoe gaat. In essentie doet hij met deze
Flyboys opnieuw een
Godzilla'tje: de effecten zijn oogverblindend mooi, Jean Reno loopt er als Franse klootzak lekker irritant te wezen, maar de opsmuk kan de inhoudelijke tekortkomingen niet echt verdoezelen. Buiten James Franco bestaat de rest van het Lafayette-squadron uit een halve crimineel die aan justitie wil ontsnappen door in het leger te tekenen (Martin Henderson), een geëmancipeerde zwarte (Abdul Salis), een
redneck (Tim Pigott-Smith) - die twee zorgen uiteraard eerst voor vuurwerk en daarna voor een grote verbroederingsscène - en een
bible thumper (Michael Jibson), die onveranderlijk
Onward Christian Soldiers begint te zingen vooraleer hij de moffen op lood trakteert. Allemaal fictieve personages, dus. Mogelijk haal ik hier dan ook nog enkele personages en acteurs door elkaar, maar dat is ook meteen hét grote gebrek aan de uitwerking van de nevenpersonages: ze zijn essentieel allemaal inwisselbaar met elkaar, en de film bestaat uit een opeenvolging van "opdrachten" waarbij elke keer één of twee van hen niet meer terugkomen, waarna het squadron weer wordt aangevuld met verse rekruten. Er zit echter niet alleen te weinig variatie in de personages om te boeien, ook komen ze min of meer allemaal op dezelfde manier om (
guess what? een vliegtuigongeluk!) Tijdens de diverse gevechten duiken de reddende collega's van voornamelijk Rawlings telkens op alsof ze op de rand van het luchtslagveld hebben staan/hangen/zweven te wachten wanneer die een poging doet om
diene grote zwarte neer te halen. En even onopvallend verdwijnen ze dan weer, tenzij diegene die per ongeluk een kogel tussen hun schouders hebben ontvangen... het is vaak té routineus.
Een paar scènes kunnen deze monotoniciteit doorbreken, alhoewel het niet met glans is. Blaine Rawlings komt samen met zijn maat na een iets uit de hand gelopen vliegles in een boomgaard terecht, waarna het tweetal verzorgd wordt door de dames van een hoerenk- euh, sorry, op mijn taalgebruik letten, een euh, "etablissement waar klassedames meedrinken", en Rawlings kan zijn ogen niet afhouden van een mooie française, Lucienne (Jennifer Decker), van wie hij eerst denkt dat ze ook een dame uit het vak is. Ze blijkt echter toevallig in de hoerenk- het etablissement, juist - verzeild te zijn om de schaarse oorlogsruilhandel geactiveerd te houden; ze komt een stuk chocolade of zoiets ruilen tegen wat anders, kan in een dergelijke zaak waarschijnlijk alleen tegen kut met peren zijn. Hoe dan ook, Rawlings zoekt haar op en leert dat haar leefomstandigheden verre van gelijk zijn aan diegene die hij in Amerika heeft achtergelaten. Lucienne heeft drie kinderen van haar broer en zijn vrouw onder haar hoede genomen nadat ze bij het bombardement in hun eigen huis zijn omgekomen. Zoals zij met de moed der wanhoop tracht om als substituut-moeder toch de kleintjes te voorzien in de meest elementaire basisbehoeften, is iets geheel nieuw voor de luxeleven gewende piloot, die bij het binnenrijden van het station de eerste keer met de werkelijkheid van de Eerste Wereldoorlog in contact was gekomen bij het zien liggen van verminkte soldaten met hier en daar een ledemaat te weinig. Een tweede indringende scène is die waarin Rawlings midden tussen de vijandelijke linies moet landen om een maat in nood te helpen, en dan pas eens voor de eerste keer aan den lijve ondervindt wat de Eerste Wereldoorlog zo gruwelijk maakt, maar waar hij tot daarvoor letterlijk en figuurlijk boven verheven was. In het slagveld, onder een spervuur van Duitsers, moet hij een beslissing nemen die zeer ingrijpend zal zijn, niet voor hemzelf maar voor één van zijn Squadron-genoten.
Dit soort scènes waren misschien wat beter uitgewerkt ten opzichte van de pure gevechtsscènes, zodat misschien de film wat langer zou worden, maar tegelijkertijd wat epischer. Nu lijkt het te veel op een videospelletje: tussendoor modderen de karakters maar wat elkaar aan, maar eens het startschot voor de volgende vlucht wordt gegeven, zit iedereen weer in zijn toestel, en oh wonder, binnen de minuut verschijnen de
bogeys. De film had een meer uitgewerkt achtergrondverhaal kunnen gebruiken, waarin misschien iets minder personages meer op voorhand met hun voorgeschiedenis en hun motivatie om zich als vrijwilliger aan te bieden zouden kunnen geschetst geweest zijn. Vooral de verhouding tussen Lowry (Tim Pigott-Smith) en Skinner (Abdul Salis), die eerst zodanig tegen een muur van vooroordelen lopen zodat ze niet in dezelfde kamer gelegerd worden, maar die na de één of andere vlucht plots de beste maatjes zijn nadat Lowry zijn fles 100 jaar oude cognac opent ter bezegeling van hun vriendschap, zou veel dieper kunnen uitgewerkt zijn, zodat je uitendelijk toch geeft om de personages die hun leven geven voor de heroïsche strijd.
En dan ontbreekt nog eigenlijk een serieuze historische achtergrond: in welke slagen de Lafayettes uiteindelijk terecht komen, of deze al dan niet beslissend waren voor de oorlog, en wat uiteindelijk de resultaten van de veldslagen waren. Op gegeven ogenblik valt het Lafayette-squadron een zeppelin aan. Wat de strategische betekenis hiervan was, is niet helemaal duidelijk (bewaakte die het munitiedepot? Lijkt me onzin want daar is zo'n transporttoestel niet geschikt voor). Wél vreemd genoeg in een historische film van Amerikaanse makelij dat de Fransen wel degelijk Frans spreken en de Duitsers Duits, ik kan genoeg klassefilms opnoemen waarbij dit niet waar is! Dat en de scènes in de loopgraven doen me toch besluiten dat er een klein beetje ruimte was voor historisch verantwoorde sfeerschepping. Alleen zou regisseur Bill dan die stap ook noeten hebben durven zetten, en zijn film meer én historisch accuraat genoeg uitgediept hebben. Dan was
Flyboys een meesterwerk gekomen. Nu is het hoogstens een genietbaar computerspel. Maar het samenspel van CGI en echt stuntvliegen is een zodanig belangrijke troef in de film - de manier waarop de zeppelin wordt aangevallen is echt wel uitgekiend en met gevoel voor luchtchoreografie gedraaid - dat het de film zowaar redt van de totale ondergang. Voor een film waarbij de historische relevantie er met een enkel haartje aan hangt te bengelen is dat een prestatie op zich.
BEELD EN GELUID
Alhoewel
Flyboys op het eerste zicht een behandeling heeft gekregen die de film recht aandoet, zitten er toch enkele zwaktes in het beeld waar ik niet zomaar aan kan voorbij gaan. Er treedt bij de snelle opeenvolgende montages van de luchtgevechten, wanneer de actie zich focust op de vliegtuigen, nogal eens blokvorming op op de voorbij zoemende begane grond. Dit zouden we nog met de mantel der liefde kunnen bedekken, maar in de donkere scènes worden de fouten een stuk erger. Het fragment tussen de 90ste en de 94ste minuut, waarin Rawlings probeert Lucienne en haar neefjes en nichtje te evacueren voor een inval van de Duitsers, zit vol ghosting en andere donkere vegen; typisch laten bijvoorbeeld de pupillen van Jean Reno in de 94ste minuut een zwarte schaduw achter, die het gevolg is van een erg slechte compressie. De helderdere scènes hebben een mooi kleurpalet, een beter contrast en zijn gevrijwaard van printbeschadigingen, maar hier is de scherpte niet altijd optimaal, zodat de gezichten soms vertroebelen en het niet altijd even duidelijk is wie er nu eigenlijk achter de stuurknuppel zit. De DTS 5.1-geluidstrack en zijn Dolby Digital 5.1-broertje zijn gelukkig zoals je voor een film waarin het merendeel van de actie bestaat uit luchtgevechten, conform de verwachtingen, waarbij de DTS-track net iets gespreider klinkt, maar het verschil is marginaal. De vliegtuigen die in surround rond je oren vliegen... het klinkt toch allemaal opgezwollen en bulkt van het machtsvertoon. Eerlijkheidshalve moet ik daaraan toevoegen dat het niet de beste track is die ik in dit genre ooit beluisterd heb, maar de audio mag er best wezen.
EXTRA'S
Bij nagenoeg elke internationale relevante dvd-release is tegenwoordig qua bonusmateriaal grotendeels de regio 2-release vergelijkbaar met zijn regio 1-evenknie, op een paar marginale verschillen na, zoals de cross-promotionele trailers die afhankelijk van de lokale markt wat kunnen schelen. Hoe het mogelijk is weet ik niet (maar ik vermoed een gebrek aan bereidwilligheid om geld op tafel te leggen), maar Dutch Filmworks slaagt erin om deze release extragewijs helemaal te verprutsen. Van het vele en rijke bonusmateriaal van de Amerikaanse 2-discrelease blijft er hier *niets* over, en toch waagt men het om van deze release een 2-discversie uit te geven. Op disc 1 is de audiocommetaartrack van de regio 1 spoorloos verdwenen, wat al eens gebeurt, maar op disc 2 tart de slachting elke verbeelding. De diverse making of-documentaires zijn eruit geknikkerd, en wát krijgen we in de plaats? Cross-promotionele trailers (wat dacht U?), een trailer, een set statische liner notes die zo van een elektronisch perspakket konden zijn overgeschreven (en dat zal nog niet te ver van de waarheid zijn), een fotogalerij met maar liefst tien (U leest het goed!) foto's, die ongeveer een kwart van het scherm innemen in een menu-inzetje en een setje van 7 tv-spots. Ook flikt Dutch Filmworks het élke keer om een setje "film clips" te verkopen als extra's, gewoon fragmentjes film die ook op disc 1 staan en geen enkele meerwaarde bieden, en die normaal dienen om bij de bioscooprelease in het elektronisch perspakket te stoppen om filmmagazines op televisie te bedienen. Denkt u dan dat u het ergste gehad heeft, en hoopt U dat de 16 minuten durende "behind the scenes"-sectie eindelijk iets bevat dat op de regio 1-release terug te vinden is, komt u alweer bedrogen uit, want dit zijn fragmentjes B-roll en pre-visualisaties die zonder enige vorm van commentaar of toelichting achter elkaar geplakt zijn. Ook de 15 minuten cast en crew-interviews zijn duidelijk promotionele afdragertjes.
Is er dan echt niets positiefs over de extra's te zeggen? Wel, er zijn twee stukken documentaire "The Death Of Glory" toegevoegd over de Eerste Werldoorlog, respectievelijk 47 en 50 minuten, afkomstig van The History Channel, die érg goed gemaakt zijn en op zich niet zouden misstaan als een losstaande dvd-release. Wat daar mis mee is? Dat het verdorie buiten het aanhalen van dezelfde historische periode niets te maken heeft met de film
Flyboys. Als het dan nog een specificieke documentaire over het Lafayette Squadron zou zijn geweest, hadden we er misschien nog mee kunnen leven. Maar feit is dat ik het toch niet kan laten om aan te klagen dat een samenraapsel van promotiemateriaal dat duidelijk voor de pers bedoeld is, en een paar losjes gerelateerde documentaires niet kunnen compenseren dat de samenstellers blijkbaar te gierig waren om het bonusmateriaal van de overzeese release gewoon over te nemen. Voor een andere filmmaatschappij is dat blijkbaar geen probleem, en áls het er wel één is, dan brengt men op een ander eerder een vanilla-release uit. Nu krijgen we als consument onterecht het gevoel dat deze dvd-release op dezelfde leest geschoeid is als andere 2-discreleases, en dat is compleet niet waar. Misschien is het toch een hint aan het adres van Dutch Filmworks om in de toekomst wat bonusmateriaal betreft beter dáár wat in te investeren in plaats van de steelbook-verpakkingen.
CONCLUSIE
Flyboys zouden we toch eerst even aanraden om te gaan huren, tenzij oud vliegende WO I-spul uw ding is, want dan zet u zichzelf beter schrap. De technische prestatie is aanvaardbaar, alhoewel ik bij het beeld een paar kanttekeninge wil plaatsen, en buiten de extra's van het elektronische perspakket zijn de twee documentaires uiterst genietbaar. De release wordt echter danig op vlak van extra's verprutst doordat de échte extra's, die op de regio 1-versie te vinden zijn, in de vergeetput zijn geworpen.