Regie: Tony Scott
Met: Denzel Washington, Val Kilmer, Paula Patton, Bruce Greenwood, Adam Goldberg, Jim Caviezel
FILM
Op Mardi Gras pleegt een terrorist een bomaanslag op een ferryboot. 543 mensen laten er het leven bij. Alle verloven worden ingetrokken, en met man en macht wordt de plaats van de aanslag, in het zo al genoeg getroffen New Orleans, doorzocht, maar omdat het bewijsmateriaal allemaal verkoold is, op de bodem van de rivier ligt, of een combinatie van beide, is het een onbegonnen puzzel. Toch weet Agent Doug Carlin (Denzel Washington) in al de rommel een ontstekingsmechanisme te vinden, wat duidt op kwaadaardig opzet. Hij merkt bovendien op dat één van de honderden aangespoelde lijken, dat van Claire Kuchever (Paula Patton), niet aan het patroon van het gewelddadig einde van de andere slachtoffers voldoet, en de autopsie wijst inderdaad uit dat ze al overleden was vòòr de ferry ontplofte. Agent Andrew Pryzwarra (Val Kilmer) vraagt aan Doug om een speciaal team te vervoegen dat mogelijk licht op de zaak kan schijnen, zij het met wat onorthodoxe middelen. Een militaire, als geheim geklasseerde uitvinding laat toe om in een welbepaald venster een goeie vier en een halve dag terug in het verleden te kijken; het ding wordt eerst gepresenteerd als een bijzondere toepassing van satelliet-triangulatie, maar het blijkt een anomalie in de tijd-ruimtefysica te zijn. De catch? Er kunnen weliswaar video-opnamen gemaakt worden, maar het is slechts mogelijk om op één plaats tegelijk te kijken, en de tijd tikt intussen meedogenloos verder. Daarbuiten is er geen enkele mogelijkheid om vooruit of achteruit te spoelen. Aan Carlin om te beslissen waar de meest interessante leads te zien.
Films over tijdreizen zijn altijd een dubbeltje op hun kant, zeker wanneer dit dan nog eens gekoppeld wordt aan het oplossen van een misdaad of het voorkomen daarvan. De meeste regisseurs komen daarbij niet verder dan het herkauwen van de goedkope succesformules waarop al zoveel scenario's en verhalen zijn vastgelopen. Toch heeft regisseur Tony Scott alweer een goeie invalshoek gevonden om hier een wetenschappelijke draai aan te geven, én er een likje filosofische beslommeringen over te plakken over het feit of het heden nu is ontstaan ondanks, of net dankzij het ingrijpen in het verleden. Met andere woorden, is tijd een rekbaar begrip, met alle gevaren voor tijdsparadoxen vandien (de Back To The Future-aanpak), of overheerst het fatalisme en is eigenlijk al wat we trachten te voorkomen, feitelijk al eens eerder gebeurd (de 12 Monkeys-visie)? Scott laat de kijker lang in het ongewisse, en zet 'm vooreerst een paar keer flink op het verkeerde been.
Er waren eens twee broers. De éne, laten we hem voor het gemak even Ridley noemen, heeft zijn strepen al enkele jaren verdiend met epische, oscarwinnende spektakelfilms zoals Gladiator en Kingdom Of Heaven, en is tussendoor niet vies van een actie-spektakel als Black Hawk Down of een science-fiction-cult-gore-hit als Alien. De andere, Tony, heeft voornamelijk zijn strepen verdiend met méér videoclips in te blikken dan een redelijk mens kan bekijken, en heeft zijn hyperactieve stijl van filmen overgedragen op een meer Homer Simpson-gerichte deel van onze hersens-stijl van films, zoals Top Gun en Enemy Of The State. Toch worden de verschillen tussen de films van de broers met de loop der tijd tijd kleiner: ook Tony houdt immers van grote sets met veel schoon volk op, maar de publieke opinie bestempelt hem toch nog steeds als het minder begaafde broertje van.
Toch wist Tony Scott ons een jaar of twee geleden aangenaam te verrassen met Man On Fire, waarin Denzel Washington een uitgebluste lijfwacht speelt die, omdat hij gefaald heeft zijn target te beschermen, een queeste onderneemt om zijn fout weer recht te zetten, en iedereen die hem daarbij in de wegloopt zonder pardon vol lood pompt - of kneedplastic, op een zeer creatieve manier gebezigd. Wel, afhankelijk van uw ingesteldheid en de snelheid waarbij U al dan niet ziek wordt van te veel adrenaline in het bloed, heb ik goed of slecht nieuws voor U: Washington is back and he is pissed off again! De manier waarop hij alweer in zijn archetypische rol van opofferingsbereide wraakengel kruipt, zou bijna lachwekkend moeten zijn, niet meer waard dan een voetnoot in de filmgeschiedenis, maar de man overstijgt zichzelf weer eens: alhoewel zijn eerste on-screenverschijning en de misplaatste waar-is-de-koffie-humor eigenlijk initieel het ergste deden vermoeden, worden na een paar scènes de meest duistere demonen van Washington weer eens ontbonden, en alhoewel zijn personage niet kan tippen aan de getormenteerde loner Creasy die hij in Man On Fire neerzette, zien we de acteur weer bezig zoals we hem het liefst zien: gefocust, met een duidelijk doel voor ogen en niet tegen te houden.
Om het met een boutade te zeggen die we in een ander filmmagazine gelezen hebben, maar die maar al te juist is: Jezus, Jim Morrison en Malcolm X in één film, dat moet vuurwerk geven. Tony Scotts reputatie is er één die voornamelijk moet waargemaakt worden door een hyperkinetische fotografie en tonnen explosies. Het scenario van Déjà-Vu laat de beide zien: waar we eerst de naweeën en de chaos van de aanslag te zien krijgen, wordt het zwaartepunt van het verhaal daarna verplaatst naar het technische hoogstandje dat het militaire apparaat kan leveren. In een sequens van jump cuts zien we hoe (en daar worden niet te veel morele kanttekeningen bij gemaakt) de overheid als een Big Brother de burgers in het oog kan houden, maar toch machteloos met de rug tegen de muur staat wanneer er alweer eens een gek - Jim Caviezel - met drie automatische (vergunde!) pistolen een bloedbad aanricht. En wat is dát nu net voor een gelukkig toeval: laat de producent van deze film nu toch net weer eens Jerry Bruckheimer zijn, de ongekroonde koning van de popcorn-cinema. Niet alleen de actiescènes - en dank vernoem ik in de eerste plaats aan de achtervolgingsscène in de humvee - deden me erg denken aan die in The Island, ook het voetbadje met wetenschappelijke ernst dat tenminste toch voor de duur van de film de zo broodnodige suspension of disbelief moet opwekken, is aanwezig. En vooral: het idee dat je bij het lezen van de premisse van de film hebt, een vergezocht en vaag idee over het achteruit kunnen kijken in de tijd, leent zich uitstekend als een opstapje om een prima thriller af te leveren, waarin uiteindelijk de puzzelstukjes wonderwel netjes op hun plaats vallen.
Het plichtsbewustzijn van Washingtons personage, de ernst van de nevenpersonages, waarbij ik de maniakaal zieke Jim Caviezel niet onvermeld mag laten - en het decor van een nog steeds gedeeltelijk verwoest New Orleans dat nog altijd zijn wonden likt na de doortocht van de orkaan Katrina, het zijn allemaal ingrediënten die de film net dat duwtje de goede richting in geven. Weetje is dat de plannen om de film in New Orleans te draaien nog vóór de ravage van Katrina dateren, en dat Tony Scott desondanks (of "juist daarom"?) de locatie niet wilde verplaatsen. ok uit het feit dat Scott zich niet verslikt in de verschillende tijdlijnen die naast elkaar in het verhaal lopen, maar ook niet vanaf het begin al zijn kaarten op tafel legt, blijkt dat hij op het goede moment de goede keuzes heeft gemaakt. Scotts scenaristen hebben uiteindelijk elk gaatje in de plot gedicht, en zelfs bij het onwaarschijnlijke einde moet je achteraf de bedenking maken dat we op gegeven moment in de film in die richting gestuurd zijn geweest, zonder dat we het door hadden. Andere goeie elementen die nog zeker genoemd moeten worden zijn het gelukkig niet trekken van de té romantische kaart, die even door dreigt te schemeren maar uiteindelijk toch de film niet doet vastrijden zoals ik even vreesde, en uiteraard de zeer uitgekiende fotografie, waarbij kleurfilters een belangrijke rol spelen om heden van verleden te scheiden. De eerder vernoemde achtervolgingsscène in twee parallelle tijdlijnen tegelijk (u moet het echt wel gezien hebben om te weten wat ik bedoel) is daar een voorbeeld van, en dit hoogtepunt van de film somt eigenlijk alle kwaliteiten ineens op. Heeft de film ook zwaktes? Uiteraard. Déjà-Vu is geen diepgravende sciencefiction die filosofeert over de zin van het bestaan, het einde zou iets dramatischer gekund hebben - het stapje dat het scenario zou nodig gehad hebben om uiteindelijk tóch op een status quo uit te komen, al was het maar om te bewijzen dat je met het verleden niet kan foefelen, ligt op gegeven moment erg voor de hand, maar wordt nét niet genomen, en dat is dan ook het enige moment van de film waarop Tony Scott duidelijk getwijfeld heeft. En échte nitpickers zullen ongetwijfeld een hele lijst van inconsequenties waarin de beide tijdlijnen van het verhaal elkaar tegenspreken, kunnen aanstippen. Maar dat zijn allemaal relatief bijzaken: Déjà-Vu is een film die het publiek geeft waar het voor gekomen is: een achtbaanrit waarbij je bij het uitstappen hoopt dat je kon terugkeren in de tijd om 'm nog eens mee te maken.
BEELD EN GELUID
Tony Scott staat garant voor schietpartijen en explosies: desze blu-ray heeft een mooie en stevige Engelse Dolby Digital 5.1-geluidstrack met goeie ruimtelijke spreiding en flinke bassen. Soms zelfs een beetje té flink, want de dialogen staan een stuk stiller op de disc dan de grootse portie actiegeweld, en worden soms naar de achtergrond verdrongen. Split-surround is rijkelijk aanwezig, en het geheel klinkt ietsje strakker dan de dvd-versie. Er is ook nog een PCM 5.1-track present. De beeldvoering is jachtig en onrustig, maar op technisch vlak is er niet veel op aan te merken. De snel pannende camerabewegingen vertonen geen ghosting of compressieproblemen. De transfer is zeer scherp, wat onder meer zeer goed te zien is in de scènes waarin het surveillance window boven New Orleans inzoomt: het beeld is rijk gevuld met details en abundant in kleurgebruik. In zijn geheel ziet Déjà-Vu er af en toe wel een beetje stoffig uit.
EXTRA'S
Waar er op de dvd-versie nog duchtig beknibbeld werd op de extra's, is dit euvel voor de blu-raydisc verholpen. En hoe. Moest de dvd het met één miezerige verwijderde scène stellen, dan krijgen we hier 5 verwijderde (8 min.) en 3 uitgebreide (6 min.) scènes. Dé extra waar U op deze release voor moet uitkijken is het surveillance window. Net als op de dvd is het een originele invalshoek, zeker vergeleken met het thema van de film. De optie activeert een audiocommentaartrack ingesproken door producent Jerry Bruckheimer, regisseur Tony Scott en auteur Bill Marsilii, die best aardig is, maar een beetje té veel informatie verraadt vooraleer je het in de film ziet, dus deze is enkel geschikt voor een tweede of volgende visie. Ook wordt hierdoor de film op enkele momenten onderbroken voor verschillende interactieve featurettes die parallel met de film worden verteld. De overgang tussen de film zelf en de featurettes is zeer interessant gedaan en maakt gebruik van de seamless branching-techniek. Hierdoor wordt de film mét toevoegingen ruim een half uur langer. Wie zijn of haar filmervaring liever ononderbroken smaakt, maar toch de featurettes wil bekijken, kan deze in een index één voor één of achter elkaar opvragen. Tot slot vinden we nog wat trailers terug, en het crappy Movie Showcase.
CONCLUSIE
Déjà-Vu is een verrassende en vakkundig gemaakte science fiction-thriller, mooi technisch solide gepresenteerd, met iets meer extra's op de bluray dan op de dvd.