AGE OF STUPID, THE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2009-12-13
DOCUMENTAIRE
Een tijdje geleden stond er op de Knack-website een artikel over de onderzoeksresultaten van een aantal vooraanstaande Amerikaanse wetenschappers. Zij voorspellen dat bij ongewijzigd menselijk gedrag inzake de uitstoot van CO2, de temperatuur op aarde tegen het einde van de eeuw zal stijgen met 6 graden Celsius. De heren en dames die halfweg december 2009 in Kopenhagen voor de klimaatconferentie rond de tafel zatten, zij onderhandelden over een stappenplan om te voorkomen dat de temperatuur in de komende 50 jaar met meer dan 2 graden stijgt. De hele discussie is controversieel, mede omdat economische en politieke belangen de industrie- en ontwikkelingslanden verdelen: de rijke landen willen hun levensstandaard behouden, de arme landen willen de hunne drastisch verhogen. Opmerkelijk op diezelfde Knack-site was de reactie van een lezer: hij verweet de wetenschappers aan
nestbevuiling te doen en hij vroeg zich af of zij – ten gunste van het klimaat – misschien met de fiets naar hun werk reden en ’s winters in de kou zaten? Bij het begin van de klimaatconferentie in Kopenhagen interviewde het VRT-journaal een aantal medeburgers aan een benzinepomp: een oud mannetje noemde de hele heisa
zever en op de vraag wat hij deed om het klimaat te sparen, keek een jonge kerel met capuchon in een veel te blitse auto de journalist aan alsof hij het hoorde donderen in Keulen. Alleen een goeduitziende vrouw van middelbare leeftijd bekende dat zij net
An Inconvenient Truth van al Gore had gezien en zich zorgen maakte, al wist ze niet wat we konden doen om de zaken ten goede te keren.
Het is veelbetekenend dat we geneigd zijn om de waarschuwingen van duizenden goedmenende wetenschappers in de wind te slaan, terwijl objectief cijfermateriaal overduidelijk bewijst dat de toenemende CO2-concentratie in de atmosfeer en het daarmee gepaard gaande broeikaseffect onomkeerbare gevolgen hebben voor het leven op aarde. Uiteraard is niet iedereen het daarmee eens. Er zijn wetenschappers die beweren dat het zo’n vaart niet zal lopen. Weer anderen beweren dat we de effecten met nieuwe technologieën perfect kunnen te lijf gaan. De vraag is of we nog langer risico’s kúnnen nemen en of we met z’n allen bereid zijn om de financiële kosten te dragen om de CO2-uitstoot op korte termijn drastisch te beperken. Want de uitdaging is bijzonder groot en de gevolgen zijn zo mogelijk nog veel groter: de kleine minderheid die nu over een onevenredig groot deel van de welvaart beschikt, zal moeten inleveren ten voordele van de enorme massa in de rest van de wereld die nauwelijks een menswaardig bestaan leidt. Bovendien gaat het niet louter om de rechtvaardige verdeling van de natuurlijke rijkdommen van de aarde – een discussie die vooral in de jaren 60 werd gevoerd in het kader van de verbijsterende armoede in de zgn. Derde Wereld – maar om de levenskwaliteit van toekomstige generaties.
The Age Of Stupid van regisseur Franny Armstrong wordt aangekondigd als de grootste klimaatfilm sinds An Inconvenient Truth, maar eigenlijk gaat het om een documentaire die veel minder expliciet is dan die van Al Gore en die bovendien ver uit de buurt blijft van een rampenfilm als 2012 van Roland Emmerich. In The Age Of Stupid krijgt u nauwelijks indrukwekkende natuurrampen te zien uit de recente geschiedenis of indrukwekkende statistieken en diagrammen onder de neus geduwd die het gelijk van de zgn. doemdenkers moeten bewijzen. Wat Franny Amstrong vooral wil aantonen is dat we als wereldgemeenschap en als technologisch geavanceerde westerse maatschappijen al veel langer hadden kunnen ingrijpen ten voordele van klimaat en milieu, maar dat financieel gewin het gehaald heeft op gezond verstand en op een verantwoorde omgang met de schaarse natuurlijke rijkdommen van de planeet. Amstrongs hoofdpersoon is geen politicus à la Al Gore die op een hoogtewerker staat om aan te geven hoe hoog de CO2-concentratie tegen het einde van deze eeuw in de atmosfeer zal zijn, maar een oudere man (Pete Postlethwaite) die in 2055 terugkijkt op een verwoeste aarde. In een betonnen Ark van Noach op een gigantische pyloon, 800 kilometer ten noorden van Noorwegen, heeft hij een digitaal archief aangelegd van alle menselijke kennis en op een langere verdieping bevindt zich een museum met twee exemplaren van elke dier- en plantensoort op sterk water. Op de onderste verdieping zit hij voor een touchscreen en kijkt in de beeldarchieven van 1950 tot 2008 en vraagt zich daarbij af waarom we niets deden om de klimaatverandering een halt toe te roepen toen we de kans hadden.
In het begin van de documentaire zien we heel kort hoe zijn wereld eruit ziet: Londen is overspoeld door de zee, Las Vegas ligt er verlaten bij, verschroeid door een immense hitte, in het Australische Sidney staat het beroemde schelpvormige Opera House van de Deense architect Jørn Utzon in lichterlaaie en van ijs in de Alpen of op de noordpool is al lang geen sprake meer. Dan bekijkt hij fragmenten uit internationale nieuwsbulletins waarin gewaarschuwd wordt voor de gevolgen van de klimaatverandering, naar de beelden van de orkaan Katrina die New Orleans verwoestte, overstromingen in Oost-Afrika, de woestijn die tegen een tempo van drie mijl per jaar oprukt in weer een ander deel van de aarde, etc., allemaal beelden die we in de afgelopen jaren op televisie konden zien en waarover verslag werd uitgebracht in dagbladen en duidingmagazines, waarschuwingen die we in de wind hebben geslagen en die Pete Postlethwaite in 2055 met heimwee en verbazing aan- en weer uitklikt.
Franny Armstrong heeft evenwel zwaarder geschut in petto. Het is geen eenzijdige propaganda, maar beeldmateriaal dat ze speciaal voor deze documentaire heeft gedraaid in de Franse Alpen, in New Orleans, in India, in Jordanië en in Nigeria en waarin ze eenvoudige mensen aan het woord laat over wat hun is overkomen, wat ze hebben vastgesteld inzake klimaatveranderingen en wat hun toekomstplannen zijn. In Frankrijk leren we Fernand Pareau kennen, een kranige tachtiger die sinds 1956 als gids in de buurt van de Mont Blanc werkt. Hij vertelt dat de zomers warmer zijn dan 50 jaar geleden en dat de vakantiegangers in die tijd makkelijk op de plaatselijke gletsjer konden lopen. In de jaren tachtig was een ladder nog om tot op het niveau van de ijsmassa af te dalen. Ondertussen zijn er verschillende ladders met elkaar verbonden en ligt de gletsjer meer dan 25 meter lager en volgens Pareau gaat het afsmelten steeds sneller. Hij geeft Guy Piers en zijn gezin een rondleiding langs de gletsjer, een echtpaar met twee kinderen uit Cornwall. Piers is een ontwerper van windmolens en thuis heeft hij het plan opgevat om een windmolenpark van 12 turbines op te richten op en oude legerplaats in Bedfordshire. Maar hij krijgt tegenwind van de plaatselijke bevolking die vreest voor geluidoverlast, hoewel het bouwterrein naast een drukbezocht racecircuit ligt. De tegenstanders vrezen dat hun eigendommen in waarde zullen dalen wegens het verstoorde uitzicht en één man oppert zelfs dat autobestuurders zullen afgeleid worden door het zoeven van de rotorbladen van de turbines. Piers maakt z’n huiswerk opnieuw en doet een voorstel voor 9 windmolens, maar ook dat plan wordt door de commissie afgewezen. Uit statistieken blijkt dat in Groot-Brittannië 90 procent van dergelijke projecten door de bevolking wordt vertraagd of gewoon tegengehouden.
In India bereidt Jeh Wadia, zoon van een steenrijke familie, de start van zijn lowcostvliegmaatschappij voor. Hij wil Indiërs de kans geven om tegen lage tarieven (hij spreekt van een paar honderd tot 1 roepie) op een vliegtuig te stappen als alternatief voor het verouderde, trage en weinig comfortabele Indiase treinennetwerk. Als zijn plan doorgang vindt, dan verdubbelt hij in één keer de Indiase luchtvloot en betekent zijn initiatief een enorme boost voor de economie van het subcontinent. In Nigeria maken we kennis met Layefa Malini, een jonge vrouw van 23 die het plan heeft opgevat om huisarts te worden in de hoop het lot van haar familie en dorpsgenoten te verbeteren. Om de opleiding te betalen gaat Layefa elke dag vissen, maar in de buurt van de Shell-olieboortorens is het water vervuild en wordt de vis steeds kleiner. De vangst moet elke dag met Omo afgewassen worden om de olie van de schubben te verwijderen. De komst van de multinational heeft overigens geen voordelen voor haar dorp: de ruwbouw van het beloofde medisch centrum staat er vervallen bij – volgens Shell zijn de werken stilgelegd om ontvoeringen van het eigen personeel te voorkomen – en het vele geld dat de olieontginning opbrengt, verdwijnt in de zakken van belangrijke mensen in de hoofdstad. Ondertussen verwaarloost de overheid de medische zorg, de infrastructuur en de landbouw en is de bevolking – hoe tegenstrijdig het ook moge klinken – alleen maar armer geworden. Layefa is van vis op diesel overgeschakeld. Olie is schaars in Nigeria (!) en dus is er met zwarte handel geld te verdienen. De grote oliemaatschappijen hebben hun macht in de voorbije decennia uitgebreid van de industrie naar de politiek: ze spekken de verkiezingskas van republikeinse presidentskandidaten en volgens Alan Greenspan, de voormalige chef van de Amerikaanse Federal Reserve (de Nationale Bank), zitten ze ook achter de oorlog in Irak wegens de immense olievoorraden in dat land.
Slachtoffers van die oorlog zitten in vluchtelingenkampen in Jordanië, waar Franny Armstrong ze opzoekt: onschuldige mensen die have en goed verloren zijn en die zoals in het geval van Jamila and Adnan Bayyoud ook hun vader kwijt zijn, die door Amerikaanse soldaten is doodgeschoten. In New Orleans, aan de andere kant van de wereld, filmt de regisseur Alvin DuVernay, een wetenschapper van opleiding en ondertussen gepensioneerd na een 30-jarige carrière voor een bedrijf dat gespecialiseerd is in het opsporen van nieuwe olievoorraden op de zeebodem around the globe. DuVernay verloor z’n huis en z’n bezittingen tijdens de orkaan Katrina. Alleen de beide eikenbomen bleven overeind en de grond waarop z’n huis ooit stond, die kan hij nu verkopen aan geïnteresseerden. Hij redde zijn 84 jaar oude vader tijdens de storm en nog een honderdtal andere bewoners die hun huis niet tijdig konden of wilden verlaten. Hij betreurt het niet in de oliebranche te hebben gewerkt. Je moet nu eenmaal iets doen, zegt hij daarover. Wat hem wel pijn doet is het feit dat we een waardevol product als aardolie gewoon verbranden en opstoken, terwijl het zoveel nuttigere toepassingsmogelijkheden heeft, voor ons en voor latere generaties.
The Age Of Stupid is met andere woorden veel meer dan een klimaatrampenfilm. Het format dat regisseur Franny Armstrong gebruikt als verpakking wijst in die richting, maar haar boodschap is veel serieuzer en vooral fundamenteler: de verantwoordelijkheid ligt bij de grote olieconcern die hun macht misbruiken om de rol van aardolie in de wereldeconomie te vrijwaren én bij een globale politiek om consumptie te stimuleren in plaats van zuinig en verantwoord gebruik van de slinkende voorraden. Daarvoor gebruikt ze een mix van echte en geanimeerde beelden en zes toepasselijke persoonlijke verhalen uit alle hoeken van de aarde. Het is aan de kijker om z’n conclusies te trekken, maar net zoals Al Gore destijds maakt Franny Armstrong een zeer bewuste keuze: we moeten nu actie ondernemen om de aarde leefbaar te houden voor het nageslacht.
BEELD EN GELUID
De documentaire bevat materiaal uit verschillende bronnen, maar dat is niet uitzonderlijk voor een dergelijke productie. Het beeld is meestal goed van kwaliteit en de transfer naar dvd is meer dan behoorlijk. Van technische mankementen en ongerechtigheden is geen sprake. Het geluid staat in stereo en dat volstaat voor deze film.
EXTRA'S
Geen
CONCLUSIE
The Age Of Stupid – een uitdrukking van de Amerikaanse wetenschapper Alvin DuVernay om de tijdgeest van onze generatie te omschrijven – is een documentaire over de mogelijke klimaatramp die ons te wachten staat indien de wereldgemeenschap de waarschuwingen van de specialisten inzake milieu en klimaat niet ernstig neemt. Niet toevallig valt de release samen met de internationale klimaatconferentie die in de loop van december 2009 in de Deense hoofdstad Kopenhagen is gehouden en die de voorstanders van drastische maatregelen een hart onder de riem probeert te steken. Een documentaire voor het goede doel als het ware, alhoewel u het daarmee niet eens hoeft te zijn. Eindafrekening: over vijftig jaar.