LET ME IN
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2011-05-24
FILM
De jonge Owen wordt op school gepest door een paar medeleerlingen en thuis heeft ie af te rekenen met een moeder die te vaak te veel drinkt. Z’n vader hoort ie alleen af en toe via de telefoon. ’s Avonds zit hij op het binnenplein van het wooncomplex in z’n eentje in het donker op een klimrek of kijkt hij vanuit z’n slaapkamertje met z’n astronomische verrekijker bij de buren naar binnen. Meer heeft het leven niet te bieden. Op een dag nemen een zekere Abby en haar vader hun intrek in de naburige flat. We kunnen geen vrienden zijn, zegt ze tegen een nieuwsgierige Owen als ze hem de dag nadien toevallig na het donker op het binnenplein aantreft. Maar op de één of andere manier voelt ze zich aangetrokken tot haar nieuwe buurman. Je moet terugslaan, hard terugslaan, zegt ze een paar dagen later als Owen met een blauwe veeg op z’n wang voor zich uit zit te staren. Hoe ze weet dat hij een paar flinke tikken heeft gekregen van een klasgenoot? Owen vraagt het zich niet af, maar gaandeweg wordt het hem duidelijk dat er bij de buren wat aan de hand is. ’s Avonds hoort hij nl. via de tussenmuur vreemde geluiden en Abby’s vader gaat meestal nog heel laat op pad.
Tussen Owen en Abby groeit een zekere verstandhouding, je zou het gemakkelijk vriendschap kunnen noemen, was het niet dat het meisje soms plots verdwijnt en geheimzinnig doet over haar vader en haar privéleven. Bovendien blijkt ze niet naar school te gaan, maar toch goed op de hoogte te zijn. Als Owen besluit om hun kameraadschap te bezegelen met een bloedband, lopen de zaken bijna uit de hand en moet Abby kleur bekennen: ze is een vampier, ze heeft elke dag vers bloed nodig om te overleven. Owen zou geschokt moeten zijn, maar dat is hij maar heel even, want hij herkent in Abby’s afwijking z’n eigen tekortkomingen. Al doende leert men en dat geldt ook voor de jongen en de vampier, want samen lijken ze het beest in het jonge meisje onder controle te krijgen zodat zij voor hem in elk geval geen gevaar (meer) betekent.
Let Me In is de Amerikaanse remake van de Zweedse film
Låt den Rätte Komma In (Let the Right One in ),
naar de roman en het scenario van schrijver John Ajvide Lindqvist. De Amerikaanse regisseur Matt Reeves (Cloverfield, 2008) maakt hier een daar een andere keuze dan zijn Zweedse collega Tomas Alfredson, maar hij beseft dat diens verfilming een paar sterkhouders bevat die hij best ongewijzigd in z’n eigen productie integreert, wat dan ook gebeurt met als logisch gevolg dat een film met een andere sfeer en feel uiteindelijk dezelfde consequenties heeft en een overtuigende indruk maakt. Dat één van de beste vampierfilms van de laatste jaren uitgerekend twee kinderen van 12 jaar in de hoofdrol heeft, is duidelijk geen toeval, want het laat de beide regisseurs toe om het genre vanuit een totaal nieuwe visie te benaderen en dat is duidelijk in goede aarde gevallen bij het publiek. In Let Me In is niet toevallig gekozen voor een zeer klassieke aanpak op basis van stevige en overtuigende verhaallijnen en sterke acteerprestaties, waarbij geloofwaardigheid zoveel mogelijk voorrang krijgt op al te bloederige ensceneringen. Die krijgen uiteraard een plaatsje in de film, maar ze zijn veel minder groot in aantal dan diehardfans graag voor lief nemen. Gewelddadig zijn ze wel, maar zodanig in scène gezet dat ook een breder publiek deze film probleemloos kan bekijken.
Let Me In is een film waarin de karakters van de hoofdrolspelers vrij omstandig worden uitgediept, waardoor de film afwijkt van de meeste vampier- en horrorproducties die de markt bereiken. De jonge Owen loopt het meest in de kijker en is ook het eigenlijke hoofdpersonage. Hij krijgt van Matt Reeves een Spielberg-behandeling, d.w.z. dat z’n figuurtje zich al vanaf de eerste scène in het hart van de kijker nestelt en die plaats niet meer af zal staan. Het feit dat ie gepest wordt zit er uiteraard voor iets tussen, maar ook de zielige manier waarop hij zich op z’n eentje probeert bezig te houden op het binnenplein, ver weg van z’n immer dronken en bazige moeder, het raakt de toeschouwer op een tere plek. In Abby ziet hij het vriendje dat hij nooit heeft gehad. Haar aanvankelijke afwijzing stemt hem treurig, maar als hij merkt dat ze hem ’s avonds zelf opzoekt, neemt z’n hoop toe en klaart z’n gezichtje op. Het klinkt als een bekend verhaal uit een kinder- of jeugdfilm en dat is het ook tot op het moment dat Abby bloed ruikt of er dringend aan toe is. Dan komt het monster naar buiten en is niemand veilig en niets nog zeker. Desondanks kan ook Abby op een zekere sympathie rekenen, want dat ze een vampier is, dat staat als een paal boven water, maar daar kan ze zelf niet aan doen en dat heeft ze zelf nooit gewild, laat staan besloten om het te worden. Het fijne evenwicht dat Matt Reeves uiteindelijk bereikt, maakt van Let Me In een interessante, een beetje vreesaanjagende, maar tegelijk ook hartverwarmende film en dus dekt Stephen Kings uitspraak als zou het hier gaan om de beste horrorfilm van het decennium helemaal de lading.
BEELD EN GELUID
Een vampierfilm is bij uitstek een donkere productie, want de bloeddrinkende dames en heren schuwen het zonlicht en komen bij voorkeur na het donker naar buiten. Naast veel zwart, gebruikt Matt Reeves veel bruin en sepia, met dagscènes in wit en blauw, want er ligt sneeuw in het voor de rest rustige stadje. Ongerechtigheden en beschadigingen zijn bijgevolg onzichtbaar in de donkere textuur van de productie. De muziektrack bevat een aantal popsongs die we via Owens radio horen en vooral heel veel stiltes en scènes zonder muziek tout court; voor de heftigere scènes gebruikt Matt Reeves composities van Michael Giacchino, meestal rustige melodieën met op de cruciale momenten flinke uithalen, maar altijd binnen de grenzen van de redelijkheid, wat beslist niet iedereen zal bevallen.
EXTRA’S
De Originele Trailer en een aantal Andere Trailers.
CONCLUSIE
Let Me In is een zeer toegankelijke vampier- en horrorfilm die veel meer gemeen heeft met normale bioscoopfilms dan u wellicht zal vermoeden bij het bekijken van de trailer of de wervende advertenties en affiches. Regisseur Matt Reeves kiest nl. voor een stevig scenario en prima acteurs en vertelt dit bizarre verhaal alsof het om een gewoon filmdrama zou gaan. De technische kwaliteit is in orde, de bonussectie is zo goed als leeg en toch bevelen wij u deze film heel warm aan, ook als u niet van vampiers houdt.