FILM
Frank Abagnale sr. (Christopher Walken) is een niet al te succesvolle zakenman, die constant overhoop ligt met de belastingen, die hem tot de de laatste druppel willen uitpersen. Zijn zoon Frank jr. (Leonardo DiCaprio) kijkt enorm naar hem op, maar moet lijdzaam toezien hoe het faillissement uiteindelijk leidt tot een echtscheiding, en moeder Paula (Nathalie Baye) heeft kort daarop
in no time een ander aan de haak geslagen. Frank Jr. geraakt op drift, en moet maar zijn eigen boontjes zien te doppen. Maar dát is nu net waar hij steengoed in is; als tiener al had hij op zijn nieuwe school zich een week lang voorgedaan als de interim-leerkracht, en op de kortste keren tijd belandt hij op de luchthaven, waar hij zich uitgeeft voor piloot. Niet dat het vliegen hem zo interesseert, wel dat het pilotenwezen in de maatschappij van de jaren 60 genoeg vertrouwen opwekt opdat piloten zonder dat iemand wantrouwig wordt, overal betalen met cheques. Franks
core business, zijnnamaakcheques van een bijzondere kwaliteit, en op de duur kent hij zodanig de knepen van het vak, dat tegen de tijd dat de politie hem opgespoord heeft, de vogel alweer is gaan vliegen naar een ander nestje. Frank wil aan de maatschappij in het algemeen en aan zijn vader in het bijzonder bewijzen hoe succesvol hij wel is, maar dat is zonder de ijver van FBI-agent Carl Hanratty (Tom Hanks) gerekend. De inspecteur, het type dat blijkbaar achter zijn bureau geboren is, bijt zich als een bloedhond in het spoor van Frank Abagnale jr. vast; wanneer echter blijkt dat Frank intussen al voor meer dan een miljoen dollar ongedekte cheques heeft verzilverd, wordt de druk om hem te klissen wel érg hoog. En niet alleen blijft Frank uit de klauwen van het FBI, hij maakt er een sport van om de FBI-medewerkers nog belachelijk te maken ook.. Met zijn vervalsingskunsten produceert hij ook diploma's van arts en advocaat, en weet zelfs zodanig indruk te maken op de bekende openbare aanklager Roger Strong (Martin Sheen), dat hij hem om de hand van zijn dochter Brenda (Amy Adams) kan vragen. Maar op het verlovingsfeest daagt er plots iemand op die niet op de uitnodigingenlijst stond: Carl Hanratty.
Na het zwaarmoedige
Artificial Intelligence en de briljante SF-film noir
Minority Report had Stevie (ik mag Stevie zeggen) blijkbaar de smaak weer eens te pakken gekregen om een ongecompliceerde rechtlijnige avonturenfilm te maken, liefst met niet te veel diepgang, en hij vond inspiratie in het levensverhaal van voormalig meestervervalser Frank Abagnale jr. Ook het feit dat diens strapatsen zich voornamelijk in de jaren 60 afspeelden, was voor Spielberg het gedroomde excuus om zich nog eens met zijn volle gewicht op de swinging sixties te storten. Voor de hoofdrol trok hij de snotneus aller snotneuzen, Leonardo DiCaprio aan, en alhoewel die over de nodige flair (en uiteraard over de nodige pretentie) beschikt om die rol zonder problemen aan te kunnen, vergt het soms wat van het verbeeldingsvermogen van de kijker om zich voor te stellen dat zijn personage slechts 18 jaar zou zijn. En dat van de horde vrouwelijke aanbidders die achter zijn lijf loopt, hij Jennifer Garner laat staan voor een gibberende kleuter met een beugel die lijkt gestolen te zijn uit het Museum voor Schone Kunsten, dat gelooft u toch zelf niet, zeker? Daar recht tegenover staat Tom Hanks als de beendroge, compleet humorloze (als hij een mop wil vertellen eindigt die op
go fuck yourself) agent Carl Hanratty, die niet weet hoe hij een schietijzer moet vasthouden, vlug in zijn ego gekrenkt is, en enkel maar schijnt te kunnen glimlachen als hij een verdachte achter de tralies kan draaien. Hanks is duidelijk een meer doorwinterd acteur, en toont met deze rol nog maar eens zijn veelzijdigheid. Weer echter bekruipt ons de twijfel naar de accuraatheid van Spielbergs portrettering van de FBI-agenten als een bende stoffige archivarissen (alhoewel dan het mysterie waarom het FBI de aanslagen van 11 september 2001 niet zag aankomen, meteen opgelost zou zijn). De show wordt voornamelijk gestolen door Christopher Walken, die als de door narigheid, pech, een echtscheidingsprocedure en de belastingen achtervolgde Frank Abagnale sr. toch nog fier als een gieter staat te janken als een klein kind wanneer hij van zijn gefortuneerde zoon een Cadillac cadeau krijgt.
Nu, wat houdt de film dan toch zo boeiend? De achtervolging natuurlijk, waarbij Abagnale met zijn van zelfvertrouwen overlopende ego telkens weer Hanratty te kakken zet, gecombineerd met het waanzinnige gegoochel waarmee Abagnale jr. erin slaagt om zich telkens op het cruciale moment te verpoppen in een andere identiteit. En voor een dergelijke film komt dan nog maar eens de meester-verteller in Spielberg boven, die in perfecte synergie met componist John Williams de éne suspense-scène op de andere laat volgen, en dat bovendien mooi aankleedt met erg sprekende beelden, zoals de ronddolende revolvers die achteraf blijken te behoren aan Hanratty en zijn twee niet bepaald overgekwalificeerde hulpjes. Die beeldtaal is een middel dat alleen de groten der aarde zoals Spielberg perfect kunnen aanwenden; kijk na de film nog maar eens opnieuw naar de begingeneriek, en je merkt dat de simplistisch aandoende tekenfilm feitelijk een samenvatting van de film vormt. Op al die kleine details is er netjes gelet, en dat geeft je als filmkijker een goed gevoel. Alleen het einde van de film kan voor de nodige discussie zorgen: de éne zal beweren dat de gebeurtenissen ná Abagnales arrestatie net de kern van de film vormen, een kritikaster zal zich misschien ergeren aan het feit dat er in onvervalste Hollywood-traditie alweer eens een complete stijlbreuk wordt begaan in het geforceerde
happy end. U mag zelf beslissen wat u erover vindt.
BEELD EN GELUID
Er staat al een tijdje een Blu-rayversie van deze film aangekondigd, die totnogtoe nog niet verschenen is in de Benelux. In Duitsland kon ik tegen een mild prijsje echter zonder problemen een exemplaar met Nederlandse ondertitels op de kop tikken. De beeldkwaliteit is alleszins afkomstig van een betere master dan de eerder gebrekkige dvd, én het juiste beeldformaat is in ere hersteld. De film heeft een sobere aanblik - op het bureau van het FBI is het nu niet bepaald hetzelfde interieur als bij zeg maar McDonald's - en als er occasioneel al wat gekleurdere interieurs te zien zijn, zoals in de exuberante villa in Abagnale's doktersperiode, dan is het eerder aan de korte kant. De contouren zijn duidelijk afgelijnd, het schaduwdetail is een stuk beter dan de dvd, en de film is té gepolijst om veel ruis te bevatten. Ook zijn de opgedrukte Engelse titels, zoals "zeven jaar later", tenminste niet verwijderd, wat we als een pluspunt ervaren. De DTS-HD MA 5.1-geluidstrack voldoet aan alle normen die een Blu-ray dient te voldoen, maar
Catch Me If You Can is niet dadelijk een actiefilm waarin er om de haverklap iets dient te ontploffen. Erg dynamisch is het geluidslandschap niet te noemen, en de kans dat u deze disk zal bovenhalen als u gevraagd wordt om uw versterker te demonsteren, is eerder klein.
EXTRA'S
Alle extra's van de
dvd-versie zijn van deze Paramount-budgetrelease afgeript, dit in tegenstelling tot de Amerikaanse versie. U kan natuurlijk ook gewoon de tweede schijf van de dvd-release bijhouden, want een audiocommentaar staat traditioneel op een film van Spielbergs hand niet op.
CONCLUSIE
De properste oplossing zal waarschijnlijk zijn om deze Blu-ray aan te schaffen, alsook een dubbel Blu-raydoosje, en de bonusdisk van de dvd-versie bij te houden, want de Amerikaanse disk bevat het bonusmateriaal toch alleen maar in standaarddefinitie. De reden waarom u deze versie in huis moet halen is de drastisch verbeterde beeldkwaliteit.