Regie: Michael Radford
Met: John Hurt, Richard Burton, Suzanna Hamilton, Cyril Cusack
De film opent met Winston Smith op z’n groezelige werkplek in een grauwe fabriekshal, waar hij samen met tientallen collega’s het verleden herschrijft: oude headlines uit The Times worden aan de nieuwe politieke situatie aangepast en foto’s van oude helden vervangt hij zo nodig door die van nieuwe helden. Hij doet het werk automatisch zonder zich vragen te stellen en na afloop woont hij vergaderingen bij waarop de lof van het regime wordt bezongen en Grote Broer (Big Brother) als een god wordt vereerd. Tegelijk kweekt men er haat tegen de vijanden van de staat o.l.v. Goldstein, de man die de veiligheid en het comfortabele leventje van de bevolking bedreigt, zij het dat er van comfort of vooruitgang nauwelijks sprake is, want berichten zoals “het chocolade rantsoen wordt verlaagd tot 30 gram” worden stiekem vervangen door een positieve boodschap en dan klinkt het zo: “het chocoladerantsoen wordt opgetrokken van 20 naar 25 gram”, waardoor er voor de zoveelste keer een reden is om de Grote Broer eer te bewijzen. Ondertussen woedt er een oneindige oorlog tegen de vijanden van Oceanië, nl. tegen Eurazië en/of Oost-Azië, het is niet helemaal duidelijk, want bijna wekelijks worden oude berichten vervangen door nieuwe en niemand wordt geacht zich de oude nieuwsfeiten nog te herinneren, want dat getuigt van een gebrek aan burgerzin.
Maar Winston Smith twijfelt al een tijdje en hij herinnert zich de gezichten nog wel van mensen die hij eerder uit het archief heeft verwijderd of vervangen door nieuwe gezichten en in een pandjeswinkel heeft hij een schriftje gekocht om z’n ideeën in op te schrijven. Als hem op een keer een briefje in de hand wordt gedrukt door een vrouwelijke collega met de veelzeggende mededeling ik hou van je en op de achterkant de naam van een plek waar ze elkaar kunnen ontmoeten zonder dat Grote Broer toekijkt of meeluistert, beseft Winston dat hij zich op glad ijs begeeft. De verleiding is evenwel te groot (en de nood hoog) en dus doet hij het een paar dagen later met de aantrekkelijk Julia ergens in een bos, waarmee ze een van de fundamentele regels van de Partij overtreden, nl. het voorschrift dat stipuleert dat alle seksuele contact tussen mannen en vrouwen moet worden vermeden en dat eenieders aandacht zich uitsluitend op de Partij moet richten. Als hij kort nadien op het kantoor van partijlid O’Brien (Richard Burton) wordt gesommeerd en die hem een boek met de theorieën van Goldstein in de hand drukt, ziet Winston Smith het gevaar niet aankomen, want hij heeft er geen vermoeden van dat de Partij ook individuen dwingt tot undercoveracties om alle oppositie monddood te maken…
Een vergelijking met het gelijknamige boek van George Orwell dringt zich uiteraard op en menig lezer zat anno 1984 met een klein hartje op Michael Radfords interpretatie van de ondertussen tot mythische proporties uitgegroeide roman te wachten. Het resultaat mag er zijn, want de regisseur respecteert Orwells aanpak van het materiaal en hij weet zeer precies de stemming van het boek te vatten door de futuristische boodschap op een haast perfecte manier te combineren met de grimmige sfeer van de naoorlogse periode waarin de roman is geschreven. Voortdurend weerklinken op de achtergrond de nonsensicale newspeakboodschappen en de gigantische videoschermen van Grote Broer-tv zijn nooit ver uit de buurt, waardoor 1984, de film, net zo donker en onheilspellend is als 1984, de roman, en John Hurt, mager en zelfs haast uitgemergeld, is Winston Smith zoals de lezer zich het personage voorstelt tijdens de lectuur van het boek, zij het dat je noch Winston, noch Julia, gestalte gegeven door Suzanna Hamilton, bezwaarlijk gevaarlijk en subversief kan noemen, want de verboden liefde bedrijven, tochtjes maken in een groen en vredig landschap en aardbeien eten, je kan het bezwaarlijk revolutionair of een bedreiging voor de staat noemen. Richard Burton is Winstons directe tegenspeler, degene die hem in de val lokt en die hem nadien mag hersenspoelen, waarbij de scène met het rattenmasker de perfecte visuele vertaling is van het folterritueel in de roman. Burton is goed op dreef, maar domineren doet hij deze keer niet. Misschien voelde hij zich niet helemaal goed. Hij zou nog datzelfde jaar overlijden.