Regie: Guido Pieters
Met: Maarten Heijmans, Bart de Vries, Vivienne van den Assem, Cees Geel, Esther Way, Anna Speller, Frank Lammers, Peter Drost, Ottolien Boeschoten, Reinout Bussemaker, Joost Prinsen
Het verhaal speelt zich af in Maassluis in 1956. We leren er de jonge Alex Goudveyl kennen in de uitdragerij van zijn ouders. Hij doet het goed op school en z’n moeder hoopt dat hij naar de universiteit zal gaan, maar Alex heeft meer interesse voor muziek. Hij is een uitstekend pianospeler, wat helemaal niet in de familie blijkt te zitten. Hoe de vork in de steel zit zal Alex vrij snel vernemen, want als politieman Joost Vroom wordt doodgeschoten tijdens een evangelisatiecampagne net voor kerstmis, blijken nogal wat mensen in aanmerking te komen als ev. verdachte, wat leidt tot bekentenissen en onthullingen die niet alleen consequenties hebben voor Alex.
Om licht te werpen op de omstandigheden keert regisseur Guido Pieters terug naar een koude winteravond in Maassluis tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het huis van een apotheker hebben zich een aantal mensen verzameld die dringend naar Engeland willen omdat ze zich als joden niet meer veilig voelen op het continent. De jonge schipper Joost Vroom is ingehuurd om het gezelschap in veiligheid te brengen, maar net buiten de haven van Maassluis wordt zijn boot opgemerkt door een Duitse onderzeeër. De passagiers kunnen in een roeiboot terugkeren naar Maassluis, maar Vrooms boot gaat verloren. Hij legt de schuld bij de Joodse passagiers. Om te overleven neemt hij een baantje aan bij de politie, terwijl hij ook niet vies is van hand- en spandiensten voor de Duitsers. Wat volgt is een film met thrillerachtige ingrediënten waarin een jonge dirigent, zijn vrouw en baby en de in de criminaliteit terechtgekomen Joos Vroom een hoofdrol spelen, want zelfs meer dan tien jaar na de oorlog heeft die nog plannetjes om z’n verloren kapitaal (z’n boot) terug te verdienen…
Maarten ’t Hart baseerde zich in 1993 op waargebeurde feiten om z’n roman Het Woeden Der Gehele Wereld te stofferen. Een kloek verhaal met veel kanten en met de spanningsboog van een thriller, schreef T. van Louw in Trouw naar aanleiding van de publicatie van het boek; al met al zou deze roman weleens een hoogtepunt in het werk van de schrijver kunnen zijn, voegde Hans Warren eraan toe in de Provinciale Zeeuwse Courant, terwijl Janet Luis het in NRC Handelsblad kort samenvatte als: ’t Hart is hier goed op dreef, en Theodor Homan in Het Parool concludeerde: Het Woeden Der Gehele Wereld is een meesterproef. Waar zijn scenarist Rob Houwer en regisseur Guido Pieters dan in de fout gegaan, vraag je je als buitenstaander af, waarom zijn ze er niet in geslaagd om de sterke onderdelen van het boek samen te ballen tot een perfect scenario en een al even perfecte film? Misschien bleek het onmogelijk om het ingenieuze concept van Maarten ’t Hart naar het witte doek te vertalen en werd daarom gekozen voor een vrije interpretatie die jammer genoeg niet dezelfde krachtige uitstraling had; misschien had men beter de oorspronkelijke versie houden en het verhaal vereenvoudigd. De kritiek dat men veel te veel personages heeft overgehouden, is terecht, en dat geldt ook voor de vele kleine verhaallijntjes die het scenario uiteindelijk dicht laten slibben, terwijl het voortdurend switchen tussen heden en verleden ook niet echt helpt om greep te krijgen op de dramatische voortgang.
Het Woeden Der Gehele Wereld is m.a.w. een wat slordige en nodeloos ingewikkelde film die geen recht doet aan het origineel. Het boek is beter dan de film, het is een veel gehoord cliché, maar dat kan ook nauwelijks anders, want in een boek waarmee je als lezer vele uren zoet bent, kan je als schrijver veel meer kwijt dan als scenarist in nauwelijks anderhalf uur. Te veel informatie leidt tot verwarring en frustratie en dat is precies waar het schoentje wringt in de filmversie van Het Woeden der Gehele Wereld. Bovendien heeft Guido Pieters niet aan de verleiding kunnen weerstaan om een aantal pikante scènes over te houden die weinig relevant zijn voor de voortgang van het verhaal, zoals het fragment waarin de professorsassistente Alex verleidt in het auditorium van de universiteit of de scène waarin Joos Vroom vieze plaatjes maakt van een jonge homo.
En ook van sommige acteerprestaties krijg je soms de kriebels omdat er sprake is van een karikaturale aanpak of houterig taalgebruik, wat gelukkig niet geldt voor de hoofdacteurs in deze film. Debutant Maarten Heijmans (Alex) brengt een sobere en overtuigende interpretatie en zijn talent werd in 2015 bekroond met een Emmy Award voor zijn rol als Ramses Shaffy in Ramses (2014). Bart de Vries (Left Luggage, 1998) is perfect gecast voor de rol van dirigent Aaron Oberstein en dat geldt evenzeer voor Vivienne van den Assem (Flikken Maastricht, 2013) als diens echtgenote Ruth, terwijl Cees Geel (Simon, 2004) de show steelt als geloofwaardige schipper en later als overtuigende fascistische politieman. De inspecteurs Douvetrap (Frank Lammers, Rundskop, 2011; Michiel de Ruyter, 2015) en Graswinckel (Joost Prinsen) redden het vooral als gevolg van hun sympathieke uitstraling, maar de beide rollen ademen net iets te veel luchtigheid om te beklijven, terwijl een getalenteerd acteur zoals Reinout Bussemaker in een wel heel ongelukkige rol zit. Vooral in de kleinere rollen is er vaak sprake van overacting en een toneelachtige aanpak.