Regie: Stanley Kubrick
Met: Peter Sellers, George C. Scott, Sterling Hayden, Keenan Wynn, Slim Pickens, Peter Bull
Om te voorkomen dat er per ongeluk nucleaire wapens tegen de vijand worden gebruikt, hebben de Amerikanen uitgebreide procedures op papier gezet die er tegelijk moeten voor zorgen dat diezelfde vijand niet voortijdig van een eventueel aanvalsplan op de hoogte wordt gebracht. De finale beslissing ligt bij de president van de Verenigde Staten (de zgn. rode knop), en het communicatienetwerk (radio, telefoon…) wordt grotendeels uitgeschakeld om informatielekken te voorkomen en spionnen te neutraliseren. Men heeft evenwel geen rekening gehouden met de mogelijke consequenties indien iemand toch bewust en op eigen houtje de machinerie op gang zou brengen en dat is precies wat generaal Jack D. Ripper (Sterling Hayden) op een Amerikaanse luchtmachtbasis doet: hij geeft de B52-bommenwerpers onder zijn commando de opdracht om de Sovjetunie aan te vallen. Hij is er nl. van overtuigd dat de Russen al sinds 1946 de Amerikaanse watervoorraden vergiftigen om de kostbare levenssappen van alle Amerikanen te vernietigen. Omdat de politici in Washington onbekwaam zijn, heeft hij het heft in eigen hand genomen… Zijn Britse adviseur RAF-kapitein Lionel Mandrake (Peter Sellers) probeert hem op andere gedachten te brengen, maar Ripper weigert hem de geheime code mee te delen om de vliegtuigen terug te geroepen, en om te vermijden dat hij dat toch zou doen, schiet hij zich een kogel door het hoofd in de badkamer van zijn kantoor.
Terwijl de vliegtuigen met hun nucleaire lading o.l.v. piloot en majoor “King” Kong (Slim Pickens) onderweg zijn naar strategische doelen in de Sovjetunie, zijn in de War Room in Washington de Amerikaanse president Merkin Muffley (opnieuw Peter Sellers) en de militaire bevelhebbers van het Amerikaanse leger in crisisberaad bijeen. De president zegt er niets van te begrijpen, maar luchtmachtgeneraal ‘Buck” Turgidson legt hem uit dat het om een eenmansinitiatief gaat van zijn collega Ripper en dat het proces onomkeerbaar is want dat door het onderbreken van alle vormen van communicatie (de procedures!) majoor Kong in zijn B52 onbereikbaar is. De adviseur van de president, Dr. Strangelove (derde rol voor Peter Sellers), vertelt het gezelschap dat de Russen in de voorbije jaren in het geheim een Doomsdaywapen hebben ontwikkeld dat automatisch wordt gelanceerd als de Sovjetunie wordt aangevallen met nucleaire wapens… De president heeft maar één optie: het Kremlin op de hoogte brengen en de nodige informatie ter beschikking stellen in de hoop dat de Russische luchtmacht alle Amerikaanse B-52’s op haar grondgebied kan neutraliseren… want alleen dan houdt het Russische Doomsdaymonster zich rustig…
Stanley Kubrick was destijds heel erg bezig met de problematiek van de nucleaire afschrikking. Volgens insiders had hij stapels boeken over het onderwerp gelezen. De roman Red Alert van auteur Peter George inspireerde hem tot het schrijven een scenario dat qua toon evolueerde van drama tot komedie. Het lijkt een beetje op vloeken in de kerk, want een nucleaire confrontatie tussen de grootmachten is uiteraard een ernstige aangelegenheid die het voortbestaan van het menselijke ras bedreigt, maar Kubrick meende dat hij op die manier de waanzin van een dergelijke onderneming veel beter in de verf kon zetten. Het zal u niet verbazen dat de oneliners van sommigen van zijn hoofdrolspelers doordrenkt zijn van sarcasme en cynisme, maar dat de situaties soms dermate grotesk zijn, dat ze op de lachspieren werken, al zorgt Kubrick ondertussen er wel voor dat hij de kijker op het puntje van zijn stoel houdt en dat de spanning voortdurend wordt opgevoerd via een perfect getimede montage van de discussie in het kantoor van Ripper, de aanvalsvoorbereidingen in de cockpit van de B52 van Kong en de vaak surrealistische confrontaties in de War Room.
De productiemaatschappij stond erop dat Kubrick een beroep deed op Peter Sellers voor de hoofdrol(len), maar dat was geen probleem, want beide heren kenden elkaar en hadden eerder op een gelijksoortige manier samengewerkt. Sellers kreeg vier rollen in Dr. Strangelove aangeboden. De rol van piloot “King” Kong in de B52 kon hij vermijden omdat hij tijdens de draaiperiode een been brak en dus niet meer in de nagebouwde cockpit paste! Maar ook zonder die vierde rol, levert Peter Sellers een indrukwekkende prestatie, want de Engels sprekende Lionel Mandrake, de Amerikaans sprekende president van de Verenigde Staten en de met een zwaar Duits accent sprekende Dr. Strangelove karakteriseert hij op een onwaarschijnlijk originele en vaak grappige manier, terwijl hij tegelijk zo goed als onherkenbaar is. Bovendien waren de monologen van zijn personages alleen in grote lijnen in het script opgenomen en kreeg hij van Kubrick de vrije hand om te improviseren. Een uitstekend voorbeeld is het telefoongesprek waarin de president zijn Russische tegenhanger Dimitri op de hoogte brengt van de feiten. Hij begint het gesprek met: iemand heeft wat doms gedaan, Dimitri… en vervolgens doet hij de op handen zijnde nucleaire aanval af als een bijna irrelevante blunder die even moet worden gecorrigeerd. De Rus trapt er nog in ook; dat kan alleen Peter Sellers op een geloofwaardige manier in scène zetten…
Fijnzinnige en tegelijk absurde humor, daarvoor moet je uiteraard in Engeland zijn en Peter Sellers is een meester op dat vlak. En als je hem positioneert tegenover een groteske en veel grover Amerikaanse – in dit geval zelfs cynische – aanpak, dan is het effect nog zo veel groter. Daarvoor doet Kubrick een beroep op George C. Scott als de ultieme communistenhater en cynicus die bereid is om 20 miljoen Amerikanen op te offeren voor de vernietiging van de vijand. Kubrick liet Scott z’n lange, haast apocalyptische monoloog in de War Room een paar keer overdoen en daarbij minstens één keer flink overdrijven. Scott was niet echt blij toen hij het eindresultaat zag, want de regisseur had net die laatste variant overgehouden! Maar George C. Scott is zonder meer schitterend.. en vooral ook angstaanjagend, want zijn personage “Buck’ Turgidson zalft en slaat, gebruikt redelijke argumenten, maar gaat ook tekeer als een duivel in een wijwatervat en draait door als een dolle man om zich dan plots te realiseren dat de president de waanzin een halt wil toeroepen om de mensheid te redden, en dat het doel altijd afschrikking is geweest, nooit vernietiging… “Buck” maakt er zich vanaf met een haast infantiele glimlach, maar de onderliggende portee van zijn woorden is duidelijk: voor de diehards heiligt het krankzinnige doel de middelen.
De tot een rolstoel veroordeelde adviseur van de president, Dr. Strangelove (Peter Sellers dus), krijgt de rol van het koor uit de Griekse tragedie: hij vertelt het gezelschap in de War Room niet alleen welke de consequenties zullen zijn van de actie van de B52-bommenwerpers (nl. het automatisch activeren van het Russische Doomsdaywapen), hij schildert ook een beeld van de wereld na een nucleaire oorlog, want Turgidson en zijn kompanen mogen dan beweren dat de radioactieve straling na een paar jaar verwaarloosbaar is, Strangelove – als voormalige nazi-officier – houdt zich strikt aan de wetenschappelijke bevindingen ter zake: het aardoppervlak is voor minstens 100 jaar onbewoonbaar voor dierlijk leven (en dus ook voor de mens). Misschien zijn bunkers diep onder de grond een oplossing, zegt hij – daarmee hadden ze in Berlijn destijds enige ervaring! – want je kan zo wat alles onder de grond kweken of laten groeien. Z’n publiek hoort de cynische en sarcastische ondertoon van zijn woorden schijnbaar niet (want het idee wordt heel even serieus overwogen) en ook het Mein Führer! niet, dat hij in het heetst van zijn betoog niet achter de kiezen kan houden, en ze herkennen ook zijn ware aard niet als zijn in een zwarte handschoen verstopte rechterhand tot twee keer in een onbeheerst moment de Hitlergroep probeert te maken. Het is Peter Sellers sterkste prestatie in deze film en de conclusie die je als toeschouwer trekt is overduidelijk: Kubrick legt een directe link met het gruwelijke gedachtengoed van nazi-Duitsland.
In de lange documentaire Inside the Making of Strangelove (45 min.) komt u alles te weten over de locaties, de lange schrijfsessie van het scenario, de keuze van de hoofdacteurs en wordt er uiteraard heel veel aandacht besteed aan de figuur van Peter Sellers zonder wiens toezegging de film misschien nooit was gemaakt. In een kort onderdeel komt ook de trucage ter sprake en wordt u verteld waar het beeldmateriaal van de atoomontploffingen vandaan komt. Tot besluit is er de weinig interessante bijdrage Interviews with Peter Sellers & George C. Scott (6 min.), want dat is niet meer dan een door de studio gearrangeerd telefoongesprek dat als een interview wordt gepresenteerd. Tot slot kan u ook nog de Filmografieën van Cast en Crew lezen.