Regie: Nagisa Oshima
Met: David Bowie, Tom Conti, Ryuichi Sakamoto, Takeshi Kitano, Jack Thompson, Johnny Ohkura, Alistair Browning, James Malcolm
In de beginscène van de film zien we hoe John Lawrence alle zeilen bij moet zetten om te voorkomen dat een medewerker van sergeant Gengo Hara wordt onthoofd nadat is gebleken dat hij één van de westerlingen, nl. de Nederlandse krijgsgevangene De Jong, heeft verkracht. Hara’s baas kapitein Yonoi – op weg naar de rechtbank - komt persoonlijk tussenbeide om Hara op andere gedachten te brengen. Die is het overigens niet om het homoseksuele karakter van het conflict te doen – hij vertrouwt Johan Lawrence toe dat die praktijk in de kringen van samoerai wordt gedoogd – maar om het feit dat er geen sprake van geweld of dwang mag zijn.
Niet veel later zien Lawrence en Yonoi elkaar op de rechtbank, waar de Japanner als adviseur optreedt in het proces tegen de Britse officier majoor Jack ‘Strafer’ Celliers (David Bowie), die de doodstraf riskeert wegens guerrilla-activiteiten tegen de Japanse bezetter. Maar dat proces verloop niet zoals de Japanse rechter heeft voorzien, want Yonoi – schijnbaar gehypnotiseerd door de looks van de blonde Brit – zorgt ervoor dat Celliers naar zijn krijgsgevangenenkamp wordt doorverwezen, waar zijn obsessie heel gauw door iedereen wordt opgemerkt...
Een bizarre vertelling, dat is het minste wat je van Merry Christmas Mr. Lawrence kan zeggen, want regisseur Nagisa Oshima kiest voor een niet evidente obsessie, terwijl je een verhaal over brullende Japanners, gefolterde Britse militairen en mensonwaardige levensomstandigheden verwacht, waarvan maar ik zeer beperkte mate sprake is. Het is overigens niet echt duidelijk of er in het hoofd van de Japanse kapitein Yonoi sprake is van homoseksuele gedachten, misschien gaat het om respect m.b.t. de vrijpostigheid van de blonde Brit, om bewondering voor de manier waarop hij verbodsbepalingen negeert (als de Britten het verbod krijgen om gedurende 48 uur te eten, gaat Celliers eetbare bloemen plukken die hij onder het oog van de bewakers uitdeelt), en zijn koelbloedigheid bewaart als men besluit om hem zgn. te executeren. Misschien herkent Yonoi in Celliers zijn gelijke, ook al vinden Japanners dat het een oneer is om je gevangen te laten nemen. Zelf zouden ze liever harakiri plegen, dat zou Gengo Hara in dat geval naar eigen zeggen in elk geval doen, en dat doet ook zijn ondergeschikte om de eer aan zichzelf te houden. Want stel dat er bij Yonoi sprake zou zijn van verliefdheid of minstens van een mate van seksuele aantrekkingskracht, waarom laat hij Celliers dan levend begraven, wetende dat hij het niet lang vol zal houden als gevolg van de extreme temperaturen overdag?
Niet alleen bizar, maar dus ook een beetje cryptisch, waarbij de regisseur zich op de vlakte houdt en het aan de kijker is om conclusies te trekken. Het zou ons trouwens niet verbazen mocht het resultaat anders zijn in Japan en de rest van Azië dan in West-Europa en Amerika, want naast de gewone conflicten tussen bewakers en gevangen, toont regisseur Oshima ook de culturele kloof tussen Japanners en Britten, die resulteert in een totaal verschillend wereldbeeld met aan de ene kant de collectivistische en aan de andere de zeer individualistische kijk op het leven.
Qua acteerstijl kiest Oshima vreemd genoeg voor de bekende clichés over Japanse militairen: ze praten niet, ze blaffen als opgefokte honden en op Gengo Hara na, zijn ze duidelijk niet in staat om op een rustige en ontspannen manier te converseren met hun gevangen, wat grotendeels terug te voeren zou zijn op hun minachting voor lieden die zich liever overgeven aan de vijand dan zelfmoord te plegen. Bijgevolg is Gengo Hara niet alleen de meest menselijke Japanner in deze film, hij is ondanks z’n wat domme uiterlijk ook het meest aantrekkelijke Aziatische personage dankzij de zeer uitgebalanceerde aanpak van Takeshi Kitano, die zou uitgroeien tot een zeer succesvolle filmacteur in zijn vaderland. Kapitein Yonoi is het prototype van de volgens strengklassieke regels opgevoede Japanse edelman die z’n gevoelens op elk moment onder controle heeft, behalve dan als Jack Celliers in beeld komt. Ryuichi Sakamoto – die ook de soundtrack schreef – maakt van de Japanse officier een intelligente en gedisciplineerde samoerai die bij zijn oversten gerespecteerd afdwingt, in die mate zelfs dat hij het te verwachten doodvonnis van Jack Cellier kan omzetten in een gewone internering. Zijn verwarring i.v.m. de blonde Brit is dan ook een verrassing, en hoe je die moet uitleggen is vooral een kwestie van persoonlijke appreciatie.
De Schotse acteur Tom Conti neemt de rol van Jack Lawrence voor zijn rekening, een Britse officier die wegens zijn kennis van de Japanse taal en een jarenlang verblijf in het land van de rijzende zon als tolk tussen Britten en Japanners kan optreden, maar vooral ook als vertaler van culturele verschillen die voortdurend tot conflicten leiden omdat ze fout worden geïnterpreteerd. Bijgevolg is hij ook diegene op wie beide kampen hun frustraties afreageren, waardoor hij klappen krijgt die niet voor hem bedoeld zijn. Conti maakt van Lawrence een zachtaardige man die zich geroepen voelt om als bemiddelaar op te treden tussen mensen die niet in staat zijn om elkaar zonder hulp te begrijpen. Met Gengo Hara lijkt hij een goede verstandhouding te hebben, maar dat is schijn en eerder een gevolg van hun beider lankmoedige karakter, want in de eindscène blijkt de afstand toch veel groter dan Lawrence zich ooit voor had kunnen stellen.