Regie: Nabil Ayouch
Met: Abdelhakim Rachi, Abdelilah Rachid, Hamza Souidek, Ahmed El Idrissi Amrani
Vijf jaar later zijn Yacine en Hamid jonge volwassenen. De thuissituatie is niet verbeterd. De jongens spelen nog altijd voetbal op een terrein naast de krottenwijk en Yacine staat nog altijd in het doel. Hamid is van afval op drugs overgeschakeld en wordt na een confrontatie met de politie opgepakt en voor twee jaar in een cel gestopt. Yacine die voor rekening van z’n broer sinaasappels verkoopt op de markt, moet plaats maken voor een concurrent die de opzichter geld toestopt en hij neemt op aanbeveling van z’n vriend Fouad een baantje aan in een werkplaats waar brommertjes hersteld worden.
Twee jaar later, in 2001, volgen de inwoners van Sidi Mounem op televisie het rechtstreekse beeldverslag over de instortende Twin Towers in New York. Op straat worden pamfletten uitgedeeld en roepen extremisten op tot de heilige oorlog. Yacine en Fouad werken nog altijd in de repareershop. Als de zaakvoerder op een keer in een dronken bui Fouad probeert te versieren, slaat Yacine hem het hoofd in. Hamid, ondertussen effectief lid van een radicale islamitische groep, brengt redding: het lijk wordt weggewerkt en de beide jongen worden door z’n vrienden meegenomen naar hun hoofdkwartier waar een politiek gemotiveerde geestelijke leider ze onder z’n hoede neemt. Het blijkt niet moeilijk om jongens met een gebrekkige opleiding, een slechte thuissituatie en geen uitzicht op een betere toekomst te beïnvloeden en ze te doordringen van de noodzaak van een oorlog tegen de vijandige buitenwereld. Te laat beseft Hamid dat z’n jongere broertje klaargestoomd wordt voor het martelaarschap…
Regisseur Nabil Ayouch vertelt in Les Chevaux der Dieu over feiten die zich in mei 2003 in Casa Blanca voordeden en waar tijdens vijf gelijktijdige zelfmoordacties 45 mensen om het leven kwamen, onder wie 12 terroristen. De aanslag en het menselijke leed achteraf krijgt u niet te zien, want Ayouchs zoomt in op de oorzaken van het drama en probeert de kijker te vertellen waarom jonge moslimjongeren radicaliseren en waarom ze bereid zijn om hun leven te geven voor wat wij in het westen gemakshalve een extremistische zaak noemen. Moslimterrorisme is niet uitsluitend een zaak van mannen met lange baarden zoals de westerse media hun publiek willen laten geloven, zegt hij daarover in het interview in de Extra’s, en op zijn zoektocht naar de achtergrond en de beweegredenen van de jongens uit Sidi Moumen die uitgroeiden tot zelfmoordenaars blijkt dat godsdienstfanatisme niet meer is dan het allerlaatste stadium van een proces dat een heel andere bedding had kunnen kiezen. Maar dat men sinds 2003 niets heeft geleerd blijkt uit het beeldmateriaal dat geschoten is in een andere sloppenwijk op zo’n 15 km van Casa Blanca, waar de jongeren vandaag in precies dezelfde levensomstandigheden opgroeien als Yachine en Hamid en hun vriendjes 20 jaar geleden. In Sidi Moumen is de situatie ondertussen heel anders: in een poging de krotten uit de wereld te helpen heeft de Marokkaanse overheid er massaal flatgebouwen uit de grond gestampt. Het uitzicht is er drastisch veranderd, maar de levensomstandigheden zijn nauwelijks verbeterd, want aan de armoede en de hoge werkloosheid is nauwelijks wat gedaan. Bovendien is de voormalige sloppenwijk Sidi Moumen tegenwoordig een stad met ruim 300.000 inwoners.
Met het oog op een realistisch production design zijn de opnamen voor Les Chevaux De Dieu in een sloppenwijk gemaakt. Er is een café bijgebouwd – dat op veel weerstand stootte en zelfs één keer door brand werd geteisterd – en op een lege plek tussen de gammele huizen is het hoofdkwartier van de moslimextremisten opgetrokken. Volgens Ayouch was het aanvankelijk moeilijk werken wegens het wantrouwen van de plaatselijke bevolking, maar na veel overleg gaf die zich uiteindelijk gewonnen en verschenen er zelfs inwoners op de castingsessies. De jongetjes in de film komen trouwens uit de krottenwijk en twee van de volwassen acteurs zijn in Sidi Moumen opgegroeid. Levensechter kon een film over een dergelijke materie m.a.w. nauwelijks zijn. Om het verschil tussen de tijdsperiodes aan te geven, maakt de regisseur gebruik van licht en kleuren: aanvankelijk is het beeld felgekleurd en zelfs een beetje overbelicht; naargelang de tijd voortschrijdt worden de kleuren donkerder en het licht gedempt, de was aan de drooglijn verliest z’n aanvankelijke felle tinten en ook de kleren van de acteurs worden donkerder en grauwer. De aanslag wordt voorbereid in slecht verlichte ruimtes en tijdens de autorit naar de vijf zorgvuldig uitgekozen doelen is de nacht ingevallen.
Werken met kinderen is geen makkie, maar Abil Ayouch is erin geslaagd om een troep jongetjes tussen 10 en 14 bijeen te krijgen voor een geloofwaardige reconstructie van hoe het leven van die leeftijdsgroep er anno 1994 in Sidi Moumen uitzag. De overgang naar de adolescenten verloopt overigens probleemloos, want er is telkens naar een kind en een 16- à 18-jarige gezocht die heel erg goed op elkaar lijken. De beide debuterende Hoofdrolspelers Abdelhakim Rachi (Yacine) en Abdelilah Rachid (Hamid) kwijten zich uitstekend van hun taak en het valt niet een keer op dat ze nog nooit eerder voor de camera heeft gestaan. Het personage Yacine komt trouwens bijna in elke scène voor en aan de rol worden hoge eisen gesteld, fysiek, maar ook psychisch, waarmee de jonge Abdelhakim Rachi schijnbaar geen moeite heeft.