:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> LILI MARLEEN
LILI MARLEEN
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2012-09-02
FILM
Na het internationale en vooral Amerikaanse succes van Die Ehe Der Maria Braun (1979) lag de weg voor de Duitse regisseur Rainer Werner Fassbinder open voor een grote productie waarvoor Duitse financiers 10 miljoen mark veil hadden. Van Lale Andersens autobiografie Der Himmel had Viele Farben (1972) maakt Manfred Purzer een scenario dat later in samenwerking met de regisseur werd bijgestuurd en dat hij onder de titel Lili Marleen in het Engels verfilmde. Daarmee werd Fassbinders jeugddroom werkelijkheid, want opgegroeid met Amerikaanse Hollywood-films uit de jaren dertig en veertig, was het al altijd zijn grote wens om een dergelijke film in Duitsland te draaien. Nooit was hem het nodige geld daarvoor ter beschikking gesteld, want zelfs Die Ehe der Maria Braun had hij met een luttele 2 miljoen mark tot een goed einde gebracht. Nu ging hij met het vijfvoudige bedrag aan de slag, waarbij hij precies dezelfde snelheid ontwikkelde en dezelfde zuinigheid nastreefde als tijdens zijn vorige 35 producties (1969-1980). Over de hoofdrol en de technische ploeg ontstond discussie met de producenten van de film, maar volgens Juliane Lorenz, monteuse van de film, liet Fassbinder er geen misverstand over bestaan: hij zou de film draaien met z’n vaste equipe, eventueel aangevuld met andere acteurs om de cofinanciers ter wille te zijn, maar dat Hanna Schygulla in de huid van het hoofdpersonage zou kruipen, daarover werd niet onderhandeld. Al in het begin van z’n carrière had de regisseur gezworen dat hij van Schygulla een wereldster zou maken en nu de kaarten goed lagen liet hij zich van dat plan niet afbrengen. Voor de mannelijke hoofdrol viel Fassbinders keuze op z’n goede vriend Richard Gere, met wie hij ongeveer op hetzelfde moment onderhandelde om de regie van Bent voor z’n rekening te nemen, een toneelstuk waarin Gere op Broadway te zien was en waarvan hij de filmrechten verworven had. Maar Gere was niet geneigd om nog maar eens in de huid van een jood te kruipen en dus ging de rol naar de Italiaanse superster Giancarlo Giannini die eerder veel indruk had gemaakt in Luchino Visconti’s L’Innocente (1976).

 
 
De film begint in 1938 in Zwitserland waar de aantrekkelijke cabaretartieste Willie (Hanna Schygulla) verliefd wordt op de al even aantrekkelijke pianist Robert (Giancarlo Giannini). Hij wil met de jonge vrouw trouwen, maar zijn gefortuneerde joodse familie die München heeft verlaten en vanuit Zürich het verzet steunt en Joden uit het Reich probeert te smokkelen, is het daar niet mee eens. Ze verdenkt Willie ervan zelf nazisympathieën te koesteren en zelfs nadat zij Robert bij een klusje geholpen heeft, zorgt diens vader ervoor dat Robert en Willie gescheiden worden. Met de hulp van de Duitse officier Henkel (Karl-Heinz von Hassel), die verliefd op haar is, maakt Willie een plaatopname van de song Lili Marleen en korte tijd nadien wordt ze beroemd in Europa en daarbuiten, want 6 miljoen Duitse frontsoldaten neuriën haar liedje mee als het ’s avonds omstreeks 20.00 uur op de militaire radio wordt gedraaid, gevolgd door Russen en later Amerikanen die allemaal hetzelfde gevoel van heimwee naar hun vaderland en hun gezin delen. Ondertussen heeft de Gestapo Willie op de radar wegens vermeende contacten met Robert, maar als het nazihoofdkwartier verneemt dat Hitler met de jonge zangeres persoonlijk kennis wil maken, moeten Henkel en z’n kompanen gas terugnemen. Ondanks het succes en de grote eer die haar in Berlijn te beurt vallen is Willie haar geliefde Robert evenwel niet vergeten en smokkelt ze zelfs foto’s van de concentratiekampen voor hem naar Zwitserland. Op de trein naar Berlijn wordt hij uiteindelijk opgepakt op bevel van een jaloerse Henkel en opgesloten omdat hij onder een valse naam reist. Hij zal Willie pas na de oorlog terugzien.


 
Volgens Arthur Beul, de echtgenoot van Lale Andersen, had Fassbinders film niet veel te maken met de autobiografie van zijn overleden vrouw en vooral niet met de manier waarop de nazi’s druk op haar hadden uitgeoefend tijdens de oorlog. Maar dat zal kenners van het werk van Rainer Werner Fassbinder niet verbazen, want de Duitse regisseur stond bekend om z’n eigenzinnige en zeer persoonlijke aanpak en het liet zich raden dat hij zich door niets of niemand zou laten beïnvloeden of manipuleren bij wat hijzelf de grootste productie uit z’n carrière noemde. De gevolgen lieten niet op zich wachten, want met producent Luggi Waldleitner kwam het geregeld tot hoogoplopende discussies over alles en nog wat: hij eiste dat alleen de Engelse versie van Lili Marleen een plaatsje zou krijgen in de film – wat Fassbinder resoluut weigerde – en hij had kritiek op de technische onzorgvuldigheid van de regisseur, o.a. betreffende de manier van monteren en het asynchrone karakter van sommige opnamen (wat tijdens de montage moeizaam werd gerepareerd). Na afloop zou Waldleitner overigens de meer dan 2 uur durende film inkorten voor de internationale release en de inleidende monoloog in gebroken Duits vervangen door een andere versie. Fassbinder was woedend, maar gezien het om een opdracht ging (waarvoor hij een gage van 250.000 mark ontving) had hij geen keuze.
 

 
Lili Marleen ging in januari 1981 in première op de Berlijnse Berlinale, maar publiek en pers waren verdeeld en allengs bleek dat er sprake was van een overwegend negatieve appreciatie. Clichématige colportagefilm zonder veel diepgang, was het verwijt dat Fassbinder te horen kreeg, en zelfs zijn aanhangers noemden Lili Marleen een slechte film waarmee de regisseur zich op een goedkope manier verkocht had aan de gevestigde (en ouderwetse) Duitse filmindustrie. Het meest gehoorde verwijt betrof cabaretzangeres Willie die te weinig kritisch zou zijn aangepakt omtrent de carrière die ze gemaakt had tijdens het naziregime, waarbij de regisseur vragen over schuld en verantwoordelijkheid zou vermeden hebben door haar een min of meer neutrale levenswandel toe te kennen. Fassbinder verdedigde zich door te stellen dat het gemakkelijk is om 35 jaar na de feiten tot een welbepaalde conclusie te komen, maar dat het op het moment zelf nauwelijks een discussiepunt was voor de betrokkenen. Het grootste bezwaar betrof evenwel de look van de film. Tegenstanders verweten Fassbinder de nazi-esthetiek in Lili Marleen te vereren, waartegen vertegenwoordigers van de Neue Deutsche Film net beweerden zich af te zetten. Bovendien stond hij op de titelrol niet als regisseur maar als Spielleiter vermeld, een woord uit het nazitaalgebruik. Fassbinder vereerde de nazi-esthetiek uiteraard niet, maar hij had heel bewust besloten om z’n film de look te geven van de films die tussen 1933 en 1945 waren gedraaid om de toeschouwer duidelijk te maken dat welbepaalde formele mogelijkheden van het nationaalsocialisme ook fascinerend kunnen zijn. Bovendien stelde de regisseur vast dat films uit die periode wel degelijk een groot publiek hadden aangesproken en dat nog steeds deden, want dat de smaak van het publiek niet zoveel veranderd was. Films uit het Goebbels-tijdperk werden anno 1980 trouwens nog veelvuldig op de Duitse televisie getoond, zo o.a. Die Feuerzangenbowle (1944) van regisseur Helmut Weiss, een productie die zelfs nu nog een grote populariteit geniet bij onze oosterburen. Fassbinder had m.a.w. de kat opnieuw de bel aangebonden, want wat een grotesk kostuumdrama leek, was minstens gedeeltelijk politiek-maatschappelijk kritiek op de eigentijdse samenleving die bewees zeer dubbelzinnig met het verleden om te gaan.
 
 
In werkelijkheid verloor Rainer Werner Fassbinder nog tijdens het draaien van Lili Marleen z’n interesse voor het project. Dat had uiteraard te maken met het feit dat het om een opdrachtfilm ging waaraan hij z’n hart niet had verloren, doch wellicht evenveel als gevolg van de voortdurende spanning die op en om de set hing en de ruzies met de producenten. Zijn voornemen om de banaliteit van en de fascinatie voor het nationaalsocialisme zichtbaar te maken in z’n film werd m.a.w. een halfslachtige poging die de regisseur evenwel verdedigde met de opmerking dat hij tenminste geprobeerd had om het onderwerp in de schijnwerper te stellen. Over de sublieme acteerprestaties, het soms adembenemende production design en de zeer gedurfde montage werd ondertussen in alle talen gezwegen. Da’s vooral jammer omdat R.W. Fassbinder alles uit de kast haalt om van Lili Marleen een onderhoudende film te maken waarin een historisch tableau tot leven gebracht wordt dat nooit eerder op een dergelijke manier aandacht genoot, want Fassbinder is niet alleen een uitstekende waarnemer, hij is ook in staat om de zaken in hun context te plaatsen en te relativeren, waarbij hij net vermijdt om de clichés op te stapelen. Z’n hoofdpersonage Willie is mooi en naïef en ze schijnt niets af te weten van de gruwelen in de kampen en op het slagveld, en als ze risico’s neemt doet ze dat niet voor een politieke kaste of een ideologie, maar voor Robert. Haar vertrouwen in hem is totaal en haar verliefdheid verzwakt nimmer. Ze geniet van de roem en de aandacht, anderzijds weet ze maar al te goed dat het allemaal op toeval berust en beseft ze de zangeres te zijn (en niet zo’n erg goede overigens) van één lied. Door Fassbinders ogen lijkt haar situatie veel minder rooskleurig dan de kijker uit de film meent op te mogen maken en in de coda zal hij haar laatste restje hoop wegnemen.
 

 
Rainer Werner Fassbinder liet zich tijdens zijn dertienjarige carrière voor geen enkele kar spannen. Als hij afgedaan werd als een links regisseur dan was dat het gevolg van zijn kritische kijk op de Duitse samenleving en op het door iedereen opgehemelde Wirtschaftswunder; diep vanbinnen ambieerde hij een grote carrière die alleen maar vertraagd werd door het gebrek aan financiële middelen en het onbegrip van pers en publiek voor zijn vaak extreme, maar veel meer voor zijn afwijkende standpunten. Zelf vermeed hij het om gelabeld te worden. Toen Ulrike Meinhof hem via via om een persoonlijk onderhoud vroeg na haar gevangenneming, ging Fassbinder daar niet op in; over zijn homoseksualiteit nam hij nooit een blad voor de mond, maar niet één keer verdedigde hij het standpunt van de homowereld in films of interviews. Fassbinder was een Einzelgänger die een eigen kijk had op de dingen en die z’n theaterstukken en films gebruikte om z’n persoonlijke visie wereldkundig te maken. Men noemde hem een anticommunist, een opportunist, een vrouwenhater en men verweet hem racistisch te zijn jegens joden en zelfs homo’s, maar Fassbinder voelde nooit de behoefte om zich te verdedigen. Volgens insiders was hij vaak diep gekwetst door wat hij oneerlijke of niet terechte kritiek noemde, maar en public liet hij het masker nooit zakken. Zo kreeg hij naar aanleiding van Lili Marleen ook het verwijt dat hij de nazi’s clichématig had voorgesteld, terwijl Fassbinder net heel anders met die personages om was gegaan dan bijv. z’n Amerikaanse collega’s: z’n nazi’s brullen niet, ze folteren of vernederen niet, in tegendeel, ze zijn hoffelijk, gedragen zich netjes en beschaafd en alleen tijdens een feestje in een biergarten in München hangen ze een keertje de beest uit. De regisseur verdedigde zijn werkwijze door erop te wijzen dat niet alle nazi’s onmensen waren, dat er ook normale mannen en vrfouwen tussen zaten die zich normaal gedroegen, maar het mocht nauwelijks baten, want dat soort gedachtegoed was (en is) niet alleen verdacht, maar ook niet politiek correct.
 
 
Inhoudelijk is Lili Marleen wellicht niet R. W. Fassbinders beste film, maar vormelijk bevat hij alle kenmerken van zijn stijl en vormgeving: veel aandacht voor het horizontale en verticale lijnenspel, groteske close-ups, opnamen in spiegels en ramen waardoor nieuwe frames en formaten ontstaan, lichteffecten in glasramen, spiegels, juwelen, luchters en straatverlichting. Voor de panoramische opnamen van de nazifeestjes en –bijeenkomsten kiest de regisseur voor drie camerastandpunten, maar hij gebruikt maar één camera en laat de scènes tegen zijn gewoonte in een aantal keren opnieuw spelen. Lili Marleen is een romance, maar Fassbinder maakt er tegelijk een musical van, een misdaadfilm en uiteraard een kostuumdrama waarin Hanna Schygulla een hoofdrol toegekend wordt met iconische kwaliteiten. Nooit eerder portretteerde hij haar zoals in deze film, als een godin, als Cleopatra op het hoogtepunt van haar macht, als een begeerlijk en tegelijk onbereikbaar wezen en Schygulla stelt niet teleur, want op het laatste feestje van de Wehrmacht symboliseert zij de grootsheid en de macht van partij en systeem in de euforische en heroïsche stijl die de nazi’s zo nauw aan het hart lag en die Goebbels met alle macht levend probeerde te houden, want het Duitse Rijk was er voor lang, voor 1000 jaar. Door rauwe oorlogsbeelden tussen het laatste optreden van Willie/Lili Marleen te monteren, materiaal van het Russisch bombardement op Berlijn en de vernietigende aanvallen van de Amerikanen na de landing op de Franse kust, doet hij tegelijk die grootsheid teniet en toont hij dat de dagen van de nazi’s ondanks de glamour en de zelfzekere toon geteld zijn en vervolgens vertelt hij de kijker wie het gelag betaalt, nl. de soldaten op het slagveld, de burgers die aan de vuurzee proberen te ontkomen, het Duitse vaderland dat totaal vernietigd wordt. De bombardementsscènes heeft Fassbinder niet zelf gedraaid, daarvoor deed hij een beroep op fragmenten uit de Engels-Duitse oorlogsfilm Steiner – Das Eiserne Kreuz (1977) van regisseur Sam Pekinpah. Alleen de fragmenten waarin z’n eigen acteurs op het slagveld te zien zij, heeft hij zelf geregisseerd en qua sfeer en kleurtinten aan de geleende filmfragmenten aangepast. Voor die luttele inserts zijn overigens kosten noch moeite gespaard, want bijv. een rugschot van twee Duitse soldaten in de Noord-Afrikaanse woestijn is tot in de kleinste details in scène gezet.
 
 
Lili Marleen is visueel een bloedmooie film waarmee R.W. Fassbinder z’n ticket voor Hollywood definitief probeerde in handen te krijgen. Tijdens de interviews ter gelegenheid van de première van Lili Marleen op de Berlinale ontkende hij op korte termijn naar de States uit te willen wijken omdat hij nog niet klaar was met Duitsland. Bovendien besefte de regisseur maar al te goed dat hij ook in Amerika dat zou doen waarin hij goed was, nl. verhalen vertellen over de mensen en hun maatschappij, en dat zulks tijd zou vergen, minstens een jaar of drie, schatte hijzelf. Wie hem kende besefte dat Fassbinder niet in staat was om stil te zitten en dat verkassen naar de States hem dus voor een groot dilemma stelde, ook al wilde hij het zo graag. Het kwam er uiteindelijk niets van, want Lola (1981), Die Sehnsucht der Veronika Voss (1982) en Querelle (1982) zou hij in elk geval nog in Duitsland draaien. Ondertussen was hij al meer dan zes jaar zwaar verslaafd aan cocaïne, alcohol, slaaptabletten en poetsmiddelen, was hij vaak niet in staat om te werken en bleef dan dagenlang in een soort comateuze toestand in bed. Nog tijdens de montage van Querelle, maar in Berlijn voor de Zilveren Beer die hem voor Veronika Voss was toegekend, overleed hij in z’n hotelkamer.
 
 
BEELD EN GELUID
Juliana Lorenz en de Fassbinder Foundation doen er alles aan om de films van de regisseur in de beste omstandigheden op de markt te brengen. Regelmatig verschijnen er nieuwe titels uit de Fassbinder-catalogus die grondig onderhanden zijn genomen qua beeld en geluid. Lili Marleen ziet er zonder meer prachtig uit met felle kleuren, diepe zwarten en zo goed als geen ongerechtigheden. Leonard Bernstein noemde de muziek van huiscomponist Peer Raben afschuwelijk, maar dat verwijt is overdreven, want eindelijk krijgt een Fassbinder-film een eigentijdse soundtrack. Dat de muziek vaak de aandacht trekt is zonder meer waar en dat ze dat soms op een wel ongelukkige manier doet, is ook waar, maar de vooruitgang ten opzichte van oudere films uit het repertoire van Fassbinder – hij had zelf totaal geen interesse voor de muziek in z’n films – is op z’n minst opmerkelijk.
 
Wij keken naar een Duitse versie op Arthaus zonder ondertitels. Opvallen is het feit dat het hier niet om de originele versie gaat – die werd in het Engels gedraaid – maar dat het niet tot nauwelijks opvalt dat er hier sprake is van nasynchronisatie in een andere taal.
 
 
EXTRA’S
Op de disk staat ook nog een Interview met Hanna Schygulla over de stijl en de aanpak van R.W. Fassbinder, een Interview met Juliane Lorenz over de montagekeuzes, de samenwerking met de cameraman en de achtereenvolgende opnamen met één camera, gevolgd door een Interview met R.W. Fassbinder op de Berlinale in Berlijn ter gelegenheid van de première van Lili Marleen. Wegens het ontbreken van ondertitels, maar vooral wegens het luide omgevingsgeluid, is de verstaanbaarheid zeer beperkt. Voorts is er het korte Bericht von der Dreharbeiten met opnamen op de set en tot slot wat Starinfo (tekst).
 
CONCLUSIE                               
Lili Marleen is wellicht de protserigste film uit de korte maar goed gevulde carrière van het Duitse enfant terrible Rainer Werner Fassbinder over een jonge vrouw die als bij toeval uitgroeide tot één van de grote muzikale sterren van het naziregime, maar die daarvoor een prijs moest betalen. Omdat het om een opdracht ging was de regisseur er niet helemaal met z’n hart bij betrokken, maar visueel is deze film van een uitstekende kwaliteit, want hij zou Fassbinders ticket voor Hollywood worden. Maar zover is het uiteindelijk niet gekomen, maar dat is een ander verhaal.
 

 



cover




Studio: Arthaus

Regie: Rainer Werner Fassbinder
Met: Hanna Shygulla, Giancarlo Giannini, Mel Ferrer, Karl-Heinz von Hassel, Erik Schumann, Hark Bohm, Gottfried John, Karin Baal, Christine Kaufmann, Udo Kier, Roger Fritz, Rainer Will, Adrian Hoven

Film:
8/10

Extra's:
6/10

Geluid:
7,5/10

Beeld:
8/10


Regio:
2

Genre:
Drama

Versie:
Duitsland

Jaar:
1981

Leeftijd:
12

Speelduur:
116 min.

Type DVD:
SS-DL

Barcode:
4006680027838


Beeldformaat:
1.66:1 PAL

Geluid:
Duits Dolby Digital Mono

Ondertitels:
Geen
Extra's:
• Interviews met Hanna Schygulla, R.W. Fassbinder, Juliane Lorenz
• Bericht von der Dreharbeiten
• Starinfos
• Wendecover

Andere recente releases van deze maatschappij