SEABISCUIT
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2004-11-08
FILM
Miljonair Charles Howard (Jeff Bridges) is het fortuin dat hij verdiend heeft met de constructie en verkoop van auto's alweer grotendeels kwijtgespeeld bij de beurskrach van 1929. Hij besluit zich op het fokken van paarden toe te leggen, en neemt een
poor lonesome cowboy, Tom Smith (Chris Cooper) onder de arm als trainer. Smith is de filosofie toegedaan dat je een paard (en metaforisch gesproken ook een mens) niet zomaar moet dumpen bij de eerste bluts. Eén van de eerste aanwinsten van zijn stal is de luie, ontembare, licht manke en voorwaar onberijdbare knol met de naam Seabiscuit, die aldus gered wordt van een transformatie tot paardenbiefstuk eerste keus. Ook qua jockeys heeft Howard een zwak voor
losers, met zijn keuze voor staljongen John "Red" Pollard (Tobey Maguire), oudste zoon van een door de crisis getroffen ex-welgestelde familie die hem bij een stal heeft gedumpt en nooit is komen terughalen. Niemand ziet in de combinatie een winnaar: Pollard is te groot en te zwaar voor een jockey, het paard Seabiscuit is te klein om het tegen de racepaarden op te nemen, en toch bouwen paard en ruiter een redelijk palmares op in lokale races. De grote droom van Howard blijft echter om het paard het te laten opnemen tegen de alombekende kampioen, de War Admiral.
Voor zeven oscars genomineerd en toch geen enkele gewonnen; als deze film het had gewonnen tegen
The Return Of The King zou iedereen spontaan in opstand moeten zijn gekomen en het Kodak Theatre in Hollywood met de grond gelijk moeten gemaakt hebben. Niet dat we daarmee gezegd willen hebben dat dit een slechte film is, maar oscarwaardig is die allerminst, en zeker inhoudelijk is de film flink over het paard getild. De plot van deze
Seabiscuit is een flinterdun, op ware feiten (?) gebaseerd verhaaltje waarin een stelletje ongelofelijke en ongeloofwaardige helden, waaronder een seniele trainer en een dakloze jockey, op een kreupel paard de concurrentie het nakijken geven. De manier waarop ondanks alle pech en tegenslag Seabiscuit toch de kampioen der kampioenen wordt, grenst aan het absure en maakt de het verhaal zó ongeloofwaardig dat je er in een lachkramp van zou schieten als het allemaal niet zo ernstig bedoeld was. Jeff Bridges' personage beschouwt bovendien Pollard nog eens als een surrogaat-zoon nadat zijn eigen zoontje is omgekomen bij een ongeval; kommer en kwel zijn dus troef op tafel. Vormelijk is er nochtans met deze Seabiscuit niets mis: regisseur Gary Ross heeft met strakke teugel een degelijke ouwerwetse film afgeleverd zonder trucages of CGI, waarvan de fotografie zeer degelijk is en de sfeer van de jaren '30 met de nodige zin voor esthetiek oproept. De Blijde Boodschap, verpakt in het patriottistische
American Dream-sausje licht misschien de gemiddelde Amerikaan uit het zadel, maar wij nuchtere Europeanen laten ons niet zo gauw op ons paard zetten. De aan massa-hysterie grenzende publieke belangstelling voor wat niet meer is dan een gemiddelde tiercé-race gaat ons verstand te boven, maar als Ross dan ook nog eens het verhaal als metafoor wil gebruiken voor de manier waarop de gemiddelde Amerikaanse middenklasser zich uit de gracht heeft weten te werken na de economische crisis van het einde van de jaren '20, beginnen we toch te steigeren bij het aanschouwen van zo'n vertekend zelfbeeld. Tegenover het lichtvoetige maar verrassend frisse
Pleasantville is deze
Seabiscuit niet echt een verbetering. Het trio hoofdacteurs (Bridges, Cooper, Maguire) vertolken adequaat hun rollen, maar missen bezieling. Als ze een beetje zin voor evenwicht zouden hebben, zullen ze allicht wel hebben gezien dat het scenario zichzelf voorbijgallopeert. Wat de zaak er ook niet makkelijker op maakt zijn de vele bokkesprongen die in pakweg het eerste half uur van de film worden gemaakt: er wordt iets té gretig gebruik gemaakt van tijdssprongen, wisselingen van personages en diens meer. Niet dat dit altijd per sé voorgekauwde kost moet zijn, maar op de manier waarop de rest van de film zich (veel te lang) toespitst op de climax-race tussen Seabiscuit en War Admiral, is het geheel nu mossel noch vis. De grappig bedoelde maar compleet misplaatste bijrol van William H. Macy - een acteur die nochtans zijn strepen reeds ruim verdiend heeft met films zoals
Fargo - doen ons zelfs met heimwee terugdenken naar het wekelijkse paardenpraatje met Jaak Pijpen. En dat kan toch niet de bedoeling zijn, wel?
BEELD EN GELUID
Seabiscuit wordt ons gepresenteerd in het oorspronkelijke 2.35:1-filmformaat op een razend scherpe transfer zonder noemenswaardige fouten. Het beeld bevat een solide hoeveelheid details, en zelfs met de flitsende montage tijdens de races gaat er nergens detail verloren. De kleuren zijn misschien een beetje onderverzadigd, maar dit is niets wat je als storend ervaart. De layer change is perfect geplaatst, en verstoort het tempo van de film niet. Qua geluid hebben we eigenlijk ook niet te klagen: de Dolby Digital 5.1-track levert in het bijzonder mooie resultaten op in de verschillende race-scènes, waarbij de surroundkanalen degelijk worden benut om middels het gejuich van het publiek de juiste sfeer te creëren, en de subwoofer meedreunt op het ritme van de paardenhoeven. Alhoewel; de op zowat álle andere releases aanwezige DTS-track wordt ons maar weer eens door de neus geboord, ten voordele van een - jawel, het is weer zover - Franse track! Als we mogen afgaan op andere besprekingen, heeft de Engelse track toch wel een betere dynamiek dan de 5.1-track, en een dergelijke misser moeten we helaas met een vol punt naar beneden sanctioneeren.
EXTRA'S
We krijgen een kleine selectie aan bonusmateriaal aangeboden, waarbij we allereerst tot onze vreugde mogen constateren dat deze disc niét voorzien is van verplicht te bekijken cross-promotionele trailers. Voornaamste extra is een
commentaartrack met regisseur Gary Ross en regisseur Steven Soderbergh, die met deze film niets, maar dan ook niets, te maken heeft, maar de inbreng van een complete buitenstaander die toch wat verstand heeft van films - en dat is dan nog het minste wat je van Soderbergh kan zeggen - is een experiment dat zeker eens voor herhaling vatbaar is. Verder vinden we een
documentaire van een kwartier terug, getiteld
Bringing The Legend To Life: The Making Of Seabiscuit met wel wat commerciële inslag, maar toch ook wat meer diepgaande inbreng zoals de moeilijkheden die boven water komen bij het filmen van racepaarden. In een tweede, kortere featurette
Anatomy Of A Movie Moment (5 min.) beschrijft Gary Ross hoe een scène vanuit zijn verbeelding tot op het rolletje pellicule evolueert. Tot slot vinden we nog een 2 minuten durend stukje
nieuws terug met opnames uit 1938 waarop de échte race tussen Seabiscuit en War Admiral is gedocumenteerd. We moeten vaststellen dat er in regio 1 naast de single-disc een dubbeldisc-versie uit is die méér bonusmateriaal bevat; de Amerikaanse versie mist wel de DTS-track. Maar wij ook!
CONCLUSIE
Seabiscuit is een dertien-in-een-dozijnfilm die kritisch zeer overroepen werd. Het gegeven is maar halfslachtig uitgewerkt en je kan maar met moeite medeleven opbrengen voor de hoofdpersonages, omdat ze zó'n ongelofelijke karikaturen van zichzelf zijn. De technische afwerking van deze disc is okee, met die randbemerking dat er kostbare plaats op de disc wordt ingenomen door een voor ons totaal nutteloze DTS-track in Franse overdub.