KILLING FIELDS, THE
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2005-01-19
FILM
In 1972 arriveert journalist Sidney Schanberg (Sam Waterston) in Cambodja, dat aan de vooravond van een open oorlog staat. De Amerikanen hebben geprobeerd om de Cambodjanen te laten vechten tegen de door het communistische Vietnam gesteunde rebellenleger van de Rode Khmer, en hebben in hun nietsontziende politiek er hun hand niet voor omgedraaid om ook burgerdoelwitten aan te vallen, en daarbij honderden slachtoffers te maken. Schanberg schrijft voor de New York Times, en vertelt onverbloemd de waarheid over de gruwelen van beide partijen. Hij heeft hierbij een onschatbare steun aan zijn vriend, gids en tolk Dith Pran (Haing S. Ngor). Dagelijks worden de bombardementen op de hoofdstad Pnomh Penh heviger, en op gegeven ogenblik, in 1975, gaat de Amerikaanse ambassade over tot een volledige evacuatie. Schanberg heeft het voor elkaar gekregen dat Pran en zijn familie als zijn protégés mee het land mogen verlaten. Pran zelf, gesterkt door zijn eer als journalist en overtuigd dat hij en Schanberg een team vormen, besluit te blijven, om samen met hem de oorlog te blijven verslaan. De Rode Khmer worden als de helden van de revolutie binnengehaald, maar ze beginnen ook onmiddellijk met een massale evacuatie van de stad naar het platteland. Schanberg en twee westerse collega's, Al Rockoff (John Malkovich) en Jon Swain (Julian Sands), worden door de Khmer gegijzeld, en het is maar door toedoen van Dith Pran, die met de lokale oorlogsbaronnen kan onderhandelen, dat de journalisten uiteindelijk vrij worden gelaten, en de Franse ambassade kunnen bereiken. Ook Pran kan zich oorspronkelijk daar schuil houden, maar op gegeven moment moeten alle Cambodjanen die er hun toevlucht hebben gezocht, worden overgeleverd aan de nieuwe machthebbers. Omdat velen van hen de westerlingen of het oude regime hebben voortgeholpen, worden ze door de Khmer aanzien als verraders; als eersten moeten bijvoorbeeld de overblijvende leden van de afgezette regering worden overgeleverd. Schanberg, Rockoff en Swain ondernemen een ultieme poging om een vals paspoort voor Pran te maken, maar bij gebrek aan een deugdelijke foto mislukt dit. Wanneer Pran Sydney heeft gevraagd om voor zijn vrouw en kinderen in Amerika te zorgen, ondergaat hij met geheven hoofd en gelaten zijn lot, en wanneer de westerse journalisten naar Thailand worden gebracht, is Pran er niet bij...
Dan begint het tweede deel van de film, en deze bevat eigenlijk het krachtigste statement van het hele verhaal. Enkele maanden verder zit Pran in een 'heropvoedingskamp' op het platteland. De nieuwe machthebbers laten de gevangenen er afwisselend slavenarbeid uitvoeren en hersenspoelen: het is het jaar nul, en al wat van vòòr de revolutie was, is nu van geen tel meer. Wie toegeeft dat hij met het
ancien régime heeft samengeheuld, wordt in het openbaar vergeven voor zijn zonden, maar bij nacht en ontij afgevoerd en brutaal afgeslacht als een varken. Op die manier ontdoen de communisten zich op een nietsontziende manier van al wie ook maar dat beetje intellectualisme bezit. Pran verbergt angstvallig dat hij Engels en Frans kent, want zelfs het bezit van een bril is al een mogelijk alibi voor de doodstraf. De dagelijkse leiding wordt uitgemaakt door een troep verwende kinderen, omdat deze 'onbezoedeld' zouden zijn door de dagen vòòr de revolutie, en op een vingerknip kunnen ze willekeurig de her op te voeden gevangenen laten doden. En wie niet door de milities vermoord wordt, sterft meestal van uitputting en honger. Wanneer Pran betrapt wordt op het stelen van eten, maar toch niet geëxecuteerd wordt, neemt hij het besluit om de benen te nemen. Er volgt een lange, slopende tocht naar de Thaïse grens, waarin hij onder meer de Killing Fields moet passeren, enorme massagraven waarin iedereen wordt gedumpt die niet akkoord is met het communistische regime. Pran wordt opnieuw gevangen genomen door een strijder van de Khmer, maar dan één van een rivaliserende fractie. Wanneer een grensconflict tussen Vietnam en Cambodja uitmondt in nieuwe vijandelijkheden, laat hij Pran ontsnappen, op voorwaarde dat Pran zich om zijn zoontje bekommert en hem uit de gruwel haalt.
Door zijn gewaagde oorlogsjournalistiek heeft Sydney Schanberg intussen een belangrijke journalistieke prijs gewonnen. Hij beweegt vanuit Amerika hemel en aarde om sporen van Pran te laten vinden, maar Cambodja is hermetisch afgesloten van de buitenwereld: je komt er misschien wel er in, en niemand komt er levend uit. Kwatongen, waaronder Al Rockoff of all people, beweren dat Schanberg met zijn succes teert op het verlies van zijn vriend Pran. Toch slaagt Pran erin om het Thaïse grondgebied te bereiken, maar de emotionele prijs die hij ervoor heeft betaald, is hoog.
Het scenario is meesterlijk opgebouwd rondom de vriendschap en het wederzijds respect tussen Schanberg en Pran. De vertolking van Haing S. Ngor is des te realistischer omdat die in werkelijkheid ook een vluchteling van de kampen van de Rode Khmer was. Hij heeft voor de Khmer altijd verzwegen dat hij eigenlijk arts was, en hield zich voor een taxichauffeur - een feit dat ook in de film verwerkt zit - wat eens te meer bewijst dat in deze film fictie en werkelijkheid onvoorstelbaar dicht bij elkaar liggen. Het leven van Haing S. Ngor liep ook overigens niet over rozen: hij is praktisch al zijn familie in de kampen van de Rode Khmer kwijtgespeeld, en is in 1996 in een tot op heden onduidelijke schietpartij om het leven gekomen...
Op een paar gestoorde zielen na twijfelt niemand de dag van vandaag meer aan het bestaan van de uitroeiingskampen van de nazi's, maar er heerst nog altijd een taboe rond de 'heropvoedingskampen' aan de andere extreme zijde van het politieke spectrum, die zeker zo vreselijk en onmenselijk waren, maar waar men in sommige politieke kringen alle moeite van de wereld voor doet om de gevolgen daarvan te minimaliseren. Het terreurregime van de Rode Khmer was één van de meest perverse uitwassen van het communisme, nog erger dan de collectieve zinsbegoochelingen van de Noordkoreaanse bevolking of de blinde haat van het Peruviaanse Lichtend Pad. De communistische droom van Pol Pot spatte al snel uit elkaar: de bevolking crepeerde van de honger, maar wie zelf uit eigen initiatief voedsel trachtte te verbouwen, toonde daarmee zijn wantrouwen in Angka, de partij die wist wat goed is voor de mensen (dat beweerden ze zelf toch), en werd daarvoor met de gepaste sancties bedacht. Daarom juist is dit een film die bijna verplichte kost zou moeten zijn in elke geschiedenisles; weinig andere oorlogsfilms zetten de gevolgen voor de gewone mensen van de oorlogsgruwel zo in de verf als deze. Sterk daarmee contrasteert de universele, bijna onvoorwaardelijke vriendschap tussen Pran en Schanberg, die aan deze oorlogsfilm een extra invalshoek verschaffen die je er niet dadelijk in zou verwachten. De film valt op bijzonder stijlvolle manier eigenlijk uit elkaar in twee stukken, met eerst de hectische evacuatie van de westerlingen uit Cambodja, en dan de vlucht van Pran uit de kampen. Vooral het feit dat in bepaalde sequenties van de film - vooral dan in het tweede deel - nauwelijks dialogen voorkomen, moeten de beelden voor zichzelf spreken, en Roland Joffé kan dat als geen ander, door zich te bedienen zeer expressief acteerwerk, veelzeggende en gedetailleerde decors en aangepaste kleuren en belichting. Er wordt gebruik gemaakt van zeer expliciete metaforen, zoals het kind in de heropvoedingskampen dat beloond wordt wanneer hij over een op een schoolbord getekende familie een kruis moet zetten over de ouders, en de hand tussen de ouders en de kinderen wegvaagt. Filmisch is
The Killing Fields, voornamelijk opgenomen in Thailand, dan ook een huzarenstukje van formaat, een film met een duidelijk anti-oorlogsstatement, die ondanks zijn ouderdom tal van onderwerpen als een etterende zweer aan de oppervlakte brengt die ook in hedendaagse conflicten nog brandend actueel zijn: precisiebombardementen op burgerdoelwitten en de onschuldige slachtoffers die vallen door collateral damage, het muilkorven van de neutrale pers, de inzet van kindsoldaten, landmijnen, concentratiekampen voor politiek dissidenten, gruwelijke verminkingen, oorlogswezen, én natuurlijk, last but not least, de domheid van de Amerikaanse president (in casu Nixon) waardoor het anti-Westerse gevoel wordt aangewakkerd, zijn maar al te duidelijk parallel met huidige, gelijkaardige conflicten. En toch is er dan dat af en toe weerkerend sprankeltje hoop, een breekbare draad van vriendschap die het onder alle druk toch uithoudt.
BEELD EN GELUID
Bij de
oude versie van
The Killing Fields ergerden we ons blauw aan het feit dat de beeld-en geluidskwaliteit zo lamentabel slecht waren, dat de film nauwelijks te bekijken was: verkeerde aspect ratio, een van printfouten vergeven beeld en vals klinkende muziek. Echter, net als die andere film van Roland Joffé,
The Mission, doet Indies met deze release een dappere poging om de fout uit het verleden te doen vergeten. Wat relatief gelukt is, alhoewel deze release ook niet gevrijwaard kan worden van kritiek. Een zeer positief punt is alvast dat de film nu wél in het correcte beeldformaat wordt weergegeven. De laatste witte puntjes zijn niet verdwenen, vooral in het begin van de film is er overmatig veel grain te zien, en de scherpte laat over het algemeen te wensen over. Ook zijn de kleuren niet altijd even stabiel; het mooiste voorbeeld daarvan is de scène waarin de helikopters boven Pnomh Penh de Amerikaanse ambassade komen ontruimen. De wolken krijgen afwisselend een gele en een blauwe schijn, wat net lijkt op een slecht opgerolde VHS-tape die aan een magnetisch veld heeft blootgestaan. De remastering heeft echter toch wel redelijk wat verbeterd: het contrast is beter, voornamelijk tijdens de tweede helft van de film, en de compressie heeft duidelijk minder zwaar gewogen. Het geluid dan; ten opzichte van de oude release is het evenwicht tussen dialoog en muziek zowel op de Dolby Digital 5.1-track als op de DTS-track duidelijk verbeterd. De Dolby Surround 2.0-track is echter nog even klef en steriel als bij de oude release. Er wordt veel beter gebruik gemaakt van de surroundeffecten bij scènes waarin helikopters of alomtegenwoordige explosieven in voorkomen. Net als bij de special edition van
The Mission valt de dialoog echter op de DTS-track en de 5.1-track op één welbepaald ogenblik een fractie van een seconde weg - de scène waarin Sydney Schanberg zich staat te scheren, en tijdens de scène waarin Schanberg en zijn vrienden worden gearresteerd door de Rode Khmer gaat de muziektrack eventjes zodanig in crescendo dat het lijkt alsof het geluid door een windtunnel wordt gejaagd. Voor de muziek tekende Mike Oldfield, die vooral met zijn
Étude - het eindthema - en
Pran's Theme erg goed werk heeft afgeleverd. Veel meer dan bij de oude release wordt de muziek in waarde gelaten, wat in deze film bijzonder belangrijk is omdat Joffé veel probeert te suggereren met alleen beeldtaal, hetzij zonder dialoog, hetzij alleen met niet-ondertiteld Cambodjaans gebrabbel. Het ondertitelingsspoor is ook hier weer jammer genoeg niet uitschakelbaar. De vele fouten zoals het willekeurig gebruik van de in het Nederlands niet bestaande letter S-met-omgekeerd-hoedje, zijn gelukkig gecorrigeerd.
EXTRA'S
De extra's die we op de eerste release terugvonden, zijn op de eerste disc behouden: een niet-ondertitelde
trailer, een
fotogallerij, wat Nederlandstalige
biografische informatie, zowel over de hoofdrolspelers (Waterston, Ngor en Malkovich) als over de echt bestaande personages die ze hebben neergezet (Schanberg en Pran), en over Roland Joffé. Ook een pdf-versie van het
DVD-Rom artikel over Dith Pran van de hand van Sydney Schanberg, wat de authenticiteit van de film moet beklemtonen, is nog terug te vinden als je de disc in een gewone computer stopt. Net als bij de speciale editie van
The Mission moet je de meerwaarde zoeken in de bijgevoegde
making of-documentaire van de prestigieuze Omnibus-reeks (54 min.), met daarin hopen achtergrondinformatie, historische duiding, en beelden van achter de schermen. Dat deze documentaire in 1.33:1 en Dolby Surround 2.0 is uitgevoerd, vinden we niet storend.
CONCLUSIE
The Killing Fields is nog steeds een harde maar historisch redelijk accurate film die de waanzin van de oorlogslogica aan de kaak stelt. Alhoewel het eindresultaat verre van perfect is, heeft Indies toch zijn best gedaan om deze film eindelijk een min of meer volgroeide release te gunnen. En daar kunnen we alleen maar blij om zijn.