JANE EYRE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2012-05-23
FILM
Charlotte Brontës Jane Eyre heeft alle karakteristieken van een cantate van Bach of een symfonie van Beethoven, want net zoals die klassieke meesterwerken weet Brontës roman keer op keer nieuwe generaties, nieuwe regisseurs en nieuwe acteurs en actrices te inspireren. Het verhaal blijft altijd hetzelfde droevige relaas over een jong meisje dat na de dood van haar ouders en haar vaders jongere broer door haar harteloze tante naar een kostschool wordt gestuurd en als 18-jarige in dienst treedt als gouvernante bij de mysterieuze Lord Rochester op Thornfield Hall, met hem een liefdesrelatie begint die moet uitmonden in een huwelijk, een plan dat op het laatste moment in het water valt door geheimen uit Rochesters leven die zulks totaal onmogelijk maken. Jane Eyre komt van de regen in de drop, maar haar bedenkster houdt gelukkig een slag om de arm in de persoon van een onbekende oom die fortuin heeft gemaakt op Jamaica en die in het aanschijn van de dood z’n nichtje in Engeland niet is vergeten. Charlotte Brontë woekert in Jane Eyre met gevoelens en sfeer en ze opteert voor een happy end, zij het met een bitter bijsmaakje, want niet alle betrokkenen bereiken ongeschonden de eindmeet.
De allereerste filmversie van
Jane Eyre werd gedraaid door de Amerikaanse regisseur Theodore Marston in 1910. Als u weet dat er op de teller van IMDB ondertussen 21 versies staan (tv-versies inbegrepen), dan is er in de voorbije 100 jaar zo ongeveer om de vijf jaar een nieuwe filmversie van Brontës roman op het witte doek of het tv-scherm verschenen, waarmee
Jane Eyre op één na het populairste verhaal is uit de hele filmgeschiedenis, want alleen
Emma van Jane Austen scoort hoger met 26 versies (ter vergelijking: Frankenstein klokt af op 16 versies, Wuthering Heights op 15, Moby Dick op 8).
Nieuwe elementen toevoegen aan het verhaal op basis van de roman is ondertussen zo goed als onmogelijk: elke regel van het boek is sinds lang op z’n mogelijkheden onderzocht, elke nuance is geïnterpreteerd en uitgetest en het verhaal uit z’n context lichten staat gelijk aan heiligschennis. Dat mocht de Britse regisseur Andrea Arnold in 2011 nog ondervinden toen ze voor de rol van Heathcliff in haar filmadaptatie van Emily Brontës Wuthering Heights (2011) de zwarte acteur James Howson castte. Er bleef voor de Amerikaanse regisseur Cary Fukunaga dus niet veel over om het verschil te maken met de twintig versies van zijn voorgangers en tijdgenoten en dus besloot hij om zich te concentreren op de sfeer van de vertelling en die krijgt in zijn handen wel een zeer grondige make-over, want terwijl Jane Eyre in het verleden vaak niet veel meer was dan een veredelde stationsromance voor gefrustreerde huisvrouwen, wikkelt Fukunaga z’n film in een donkere en mysterieuze sfeer waardoor zijn Jane Eyre veel meer gemeen heeft met een gothic thriller waarin plaats is ingeruimd voor horror en bovennatuurlijke elementen. Dat is een uitstekende keuze, want de roman van Charlotte Brontë heeft datzelfde donkere kantje dat huist in de donkere hoeken van Thornfield Hall en vooral in het karakter van z’n mannelijke hoofdpersonage.
Mia Wasikowska (
The Kids Are All Right, 2010) is een acceptabele Jane Eyre. Ze is niet té mooi voor de rol, maar ze slaagt er op een voortreffelijke wijze in om wat omgaat in het hart van haar personage geloofwaardig en met een precies gevoel voor drama zichtbaar te maken voor de toeschouwer. We hebben betere interpretaties gezien, m.n. van Ruth Wilson in de
2006-versie van regisseur Susanna White, maar Wasikowska komt aardig in de buurt. Sally Hawkins (
Happy-Go-Lucky, 2008) in de rol van de stijve Mrs. Reed is een verrassing en Dame Judy Dench (
J. Edgar, 2011) is uiteraard geknipt voor de rol van Rochesters toegewijde en bezorgde huishoudster Mrs. Fairfax, die eerder met haar stem dan met zorgvuldig gekozen woorden een beeld schildert van haar wat bizarre werkgever. Jamie Bell (
The Eagle, 2010) geeft de rol van de jonge St. John Rivers kleur en meer inhoud dan het personage gewoonlijk toebedeeld krijgt in de filmversies van Brontës roman en hij maakt een meer dan behoorlijke indruk. Voor het mannelijke hoofdpersonage deed de regisseur een beroep op Michael Fassbender die uitstekend werk leverde in Andrea Arnolds
Fish Tank (2009) en die zich ook prima wist te profileren als Carl Jung in David Cronenberghs
A Dangerous Method (2011). Maar Fassbender is vooral een type dat in avonturenfilms tot z’n recht komt, tussen vechtersbazen en soldaten in spannende omstandigheden en die veel minder z’n draai vindt in kostuumdrama’s en romantische komedies. In de rol van Lord Rochester kan hij niet echt overtuigen en van een chemie met Mia Wasikowska is hoegenaamd geen sprake. Fassbender betrouwt op z’n ervaring en z’n looks, maar emotioneel is z’n prestatie leeg en oninteressant.
BEELD EN GELUID
Regisseur Cary Fukunaga wikkelt z’n film in donkere kleuren en doet voor het opwekken van sfeer een beroep op kaarslicht, lange schaduwen en onheilspellende geluiden. Ongerechtigheden vallen bijgevolg niet op, het zwartniveau is in orde, maar de details zijn vaak niet goed te onderscheiden terwijl in donkere scènes de kleurenvlekken een aantal keren door elkaar dreigen te vloeien. De Italiaanse componist Dario Marinelli (
Atonement,
Agora) schreef een bloedmooie soundtrack voor strijkers en zigeunerviolen waarmee hij in de gevoelige scènes precies de juiste toon weet te vatten. De soundtrack trekt overigens voortdurend de aandacht met terugkerende geluidfragmentjes waarin jankende violen zowel voor emotie als voor spanning zorgen.
EXTRA’S
Een tiental Verwijderde Scènes, het korte A Look Inside Jane Eyre (4 min.) dat fungeert als wervende trailer, gevolgd door The Score Jane Eyre (2 min.), een korte impressie over de componist in gesprek met de regisseur tijdens de studioregistratie van de soundtrack, uitleg over de lichtkeuze in The Mysterious Light of Jane Eyre (2 min.) en voor de liefhebbers het Audiocommentaar van Cary Fukunaga. Alles bij elkaar te weinig voor een dergelijke prestigieuze release.
CONCLUSIE
De Amerikaanse regisseur Cary Fukunaga maakt van
Jane Eyre een donkere voorstelling waarin zwaar ingezet wordt op sfeer en toon om spanning en geheimzinnigheid op te roepen. Apart is het feit dat hij Jane’s lotgevallen op Thornfield Hall als één grote flashback lanceert op het moment dat zij na een onfortuinlijke tocht over de Moors het huis van St. John Rivers en z’n zussen bereikt. Mia
Wasikowska, Jamie Bell, Sally Hawkins en Judy Dench kwijten zich uitstekend van hun opdracht, Michael Fassbender is jammer genoeg een foute keuze. Wat ons betreft blijft de Jane Eyre-versie van Suzanna White uit 2006 de beste uit de voorbije 30 jaar.