SPIDERMAN TRILOGY (BLU-RAY)
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2012-06-21
FILMS
Franchises hebben tegenwoordig nog maar een levensduur van pakweg tien jaar. Nadat in 2002 Sam Raimi zijn tanden had gezet in de verfilming van de strapatsen van Marvelheld Spiderman, waardoor Tobey Maguire een
household name werd, staat regisseur Marc Webb klaar om in 2012 met
The Amazing Spiderman ons te laten kennismaken met Andrew Garfields vertolking van Peter Parker. Sony heeft de
Spiderman Trilogy eerder al eens uitgebracht op Blu-ray, waarbij het moest gezegd worden dat de kwaliteit van het bonusmateriaal op de eerste twee disks te wensen overliet. Wat in 2009 niet kon, kan blijkbaar nu wel, want we krijgen een goed van oren en poten voorziene upgrade van de eerste twee films. Ditmaal laat Sony ons echter stikken wat de derde film betreft, en vinden we in dit pak alleen de eerste disk van de rijkbeladen 2-diskversie terug. Maar daarover later meer.
Spiderman
Peter Parker (Tobey Maguire) is de pispaal van de school, door zijn nerdachtig voorkomen en schichtig gedrag niet helemaal ongerechtvaardigd. De enige die voor hem opkomt is zijn vriend Harry Osborne (James Franco). Peters ouders zijn al jaren dood, en hij woont bij zijn oom Ben (Cliff Robertson) en zijn tante May (Rosemary Harris). Ook is Peter al jaren verliefd op zijn buurmeisje, Mary Jane Watson (Kirsten Dunst), maar hij heeft haar dat nooit durven bekennen. Tijdens een schooluitstap naar Columbia University wordt hij gebeten door een genetisch gemanipuleerde spin. Op een mum van tijd ondergaat hij verschillende transformaties: hij heeft niet langer zijn overigens belachelijke bril nodig, kweekt een borstkas om u tegen te zeggen, en krijgt verschillende genetische eigenschappen van een spin over, zoals tegen verticale muren opklimmen, bliksemsnel kunnen reageren, gevaar aanvoelen en een spinrag uit zijn polsen schieten. Zijn eerste reactie is om zijn nieuwe gaven uit te buiten in het catchcircuit, waar hij moeiteloos de vloer aanveegt met een testosteron spuitende moordmachine die naar de poëtische naam Bone Saw luistert. Peter hoopt met het prijzengeld een auto te kunnen kopen om Mary Jane mee te kunnen imponeren, maar hij wordt door de organisator in het zak gezet. Door niet in te grijpen wanneer deze even later overvallen wordt, heeft hij onrechtstreeks schuld aan het overlijden van zijn oom Ben. Zijn laatste boodschap is hem echter bijgebleven: een grote kracht brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee.
En die verantwoordelijkheid zal hij nodig hebben, want een gevaarlijke dreiging werpt zijn schaduw boven New York. Norman Osborne (Willem Dafoe), de vader van zijn vriend Harry, is wetenschapper in dienst van defensie. Zijn bedrijf, Oscorp, werkt aan een nieuw genetisch wapen om het potentieel van de menselijke vermogens te vermenigvuldigen. Omdat de militairen dreigen om de contracten voor Oscorp naar de concurrentie door te sluizen, heeft Norman geen andere keuze dan zijn uitvinding op zichzelf te testen. Het experiment draait wat anders uit dan verwacht, en Norman ondergaat een ware Jekyll en Hyde-transformatie. Het alter ego in zijn gespleten persoonlijkheid is de Green Goblin, een monster dat terreur en paniek zaait in New York, en tegelijkertijd iedereen om zeep helpt die Oscorp ook maar één duimbreed in de weg helpt. Peter probeert intussen zijn studies te bekostigen door foto's van Spiderman te verkopen aan de krant Daily Bugle. De hoofdredacteur, J. Jonah Jameson (J.K. Simmons) heeft het niet zo op de gemaskerde held begrepen, en scheert hem over één kam met de terreur van de Green Goblin. Desondanks probeert Peter als Spiderman zijn gaven aan te wenden om de misdaad te bestrijden, en in die hoedanigheid kruist zijn pad dat van de Green Goblin. Alhoewel Norman Osborne Peter altijd heeft gesteund als enige ware vriend van zijn zoon Harry, wordt de strijd tussen de Green Goblin en Spiderman verhevigd omdat Spiderman een bondgenootschap met de Goblin afwijst, en deze op zijn beurt beseft dat Spiderman de enige is die hem van de macht kan houden. De zaken worden er niet beter op wanneer vader Osborne de keuze van Mary Jane als vriendin van Harry openlijk afkeurt, en diezelfde Mary Jane ook nog eens voor de charmes van de haar onbekende Spiderman valt, nadat die haar twee keer kan redden uit een levensgevaarlijke situatie.
Spiderman 2
Zowel in het werkelijke leven als in de film begint deze film twee jaar verder in het leven van Peter Parker, na de gebeurtenissen uit de eerste
Spiderman-film. Peter zit nu op de universiteit, waar hij fysica studeert, en heeft het, nog erger dan de eerste film, moeilijk om de touwtjes aan elkaar te knopen. Naast een opeenvolging van catastrofaal aflopende jobs en een poging tot studeren is het immers nog altijd zijn morele taak om als zijn alter ego Spiderman de wereld te behoeden van allerlei onheil. Af en toe verdient hij een zakcentje bij als de huisportretfotograaf van Spidey, wat hem bij de Daily Bugle van J. Jonah Jameson af en toe een schnabbel oplevert. Jameson is in zijn krant echter nog steeds zijn persoonlijke vendetta aan het voeren tegen de gemaskerde kruisvaarder, waardoor de meningen over Spiderman bij de publieke opinie op zijn zachtst gezegd verdeeld zijn. Nodeloos om te zeggen schieten de belangrijke dingen des levens hem voorbij, zoals interesse voor het andere geslacht. Zijn jeugdliefde Mary Jane is het beu om maar te blijven wachten tot Peter zijn gevoelens aan haar bekent, en zijn constante afwezigheid, zowel fysiek als mentaal, maakt de zaak er niet makkelijker op. Als ze uiteindelijk aankondigt dat ze zich verloofd heeft met John Jameson (Daniel Gillies), de zoon van, geraakt Parker zelfs in een diepe persoonlijke crisis verwikkeld, waarbij zijn
spider-senses het op de cruciale momenten laten afweten. Parker speelt ernstig met het idee om zijn kap over de haag te smijten en de misère van de wereld te laten voor wat het is.
Er staat de wereld echter een bedreiging van formaat te wachten: de goedbedoelende (dat zijn ze in het begin allemaal) doctor Otto Octavius (Alfred Molina) experimenteert met een vorm van kernfusie die economisch rendabel zou moeten zijn. Het cruciale experiment voor de ogen van de verzamelde pers loopt echter mis, en buiten het feit dat zijn vrouw Rosie (Donna Murphy) er het leven bij inschiet, versmelten de tentakelarmen die Octavius in staat stellen om de gevaarlijke tritium-brandstof te manipuleren, met zijn ruggengraat, en transformeren hem tot de gevaarlijke gek Doctor Octopus.
Doc Ock wil desnoods over lijken gaan om zijn levensgevaarlijke experimenten voort te zetten, en om zijn onderzoek te bekostigen haalt hij een bank leeg. Peters voormalige boezemvriend Harry Osborne, die bij de mislukte experimenten van Octavius zijn kapitaal is kwijtgespeeld, wordt noodgedwongen een objectieve bondgenoot van Doc Ock: in ruil voor de kostbare tritium vraagt hij aan Octavius om Spiderman aan hem uit te leveren, tegen wie hij nog steeds een wrok koestert omdat die zijn vader, Norman Osborne alias de Green Goblin, heeft gedood.
Spiderman 3
Sinds Mary-Jane Watson op het einde van het tweede deel uit de
Spiderman-saga Peter Parkers Grote Geheim heeft ontdekt, gaat het Peter terug allemaal voor de wind. Het publiek draagt hem op handen, zijn studies lopen weer vlot en ook financieel kan hij het best rooien. Alleen weet Harry Osbor, die het masker en het Goblinkostuum van zijn vader heeft overgenomen, nu zijn geheime identiteit, en probeert hij Peter van kant te maken. Gelukkig voor Peter krijgt Harry tijdens een spectaculair luchtgevecht een klap tegen zijn kop, en het daaraan verbonden geheugenverlies.
Maar dan begint het allemaal verkeerd te lopen: MJ's carrière op Broadway is na één avond al zo goed als voorbij na een vernietigende kritiek, wanneer Spidey Gwen Stacy (Bryce Dallas Howard) de domme blonde dochter van politiecommissaris Stacy (James Cromwell) redt wordt MJ zo jaloers op haar dat Peters huwelijksaanzoek in het water (of in de champagne) valt, en tot overmaat krijgt Spidey niet af te rekenen met één, niet twee maar drie nieuwe, formidabele vijanden. De eerste is Flint Marko (Thomas Haden Church), een crimineel die, na het heropenen van het dossier over de moord op Ben Parker de echte moordenaar van Peters oom blijkt te zijn. Marko is het slachtoffer geworden van een wetenschappelijke proefneming waardoor hij in een
morphende hoop zand is veranderd, waardoor hij fysiek nagenoeg onkwetsbaar is. Ook Harry is intussen terug bij zijn zinnen gekomen, en heeft zich voorgenomen om nog iets ergers te doen dan Peter te vermoorden, namelijk zijn liefje afpakken. De derde vijand is mogelijk nog minder tastbaar. Een in de buurt neergeslagen meteoriet bevat een symbiont die bezit neemt van de (rode) Spiderman, en zijn persoonlijkheid zodanig aantast dat de nieuwe, van een flashy nieuw zwart kostuum voorziene Spiderman door de straten van New York slingert, maar dan één die een veel grotere eigendunk heeft, veel aggressiever is en duidelijk minachting heeft voor alle lagere levensvormen.
Parker kan echter de strijd met zijn eigen duistere kant overwinnen, maar de donkere symbiont, Venom, neemt bezit van Peters nieuwste concurrent-fotograaf op de Daily Bugle, Eddie Brock (Topher Grace). Venom en Sandman sluiten een - excuseer de woordspeling - monsterverbond waarmee ze samen Spiderman mores willen leren. Peter heeft geen andere keuze dan bij zijn voormalige vijand, Harry, aan te kloppen, omdat ze met zijn tweeën misschien de nieuwe dreiging aan kunnen. Misschien.
Niet alle films waarvan er om de paar jaar een sequel wordt gebaard, kunnen erop prat gaan dat ze consistent zijn. Zo is de
Batman van Tim Burton van een heel ander kaliber dan de gemaskerde die in
Batman Forever te zien is, en beiden verbleken in het niet bij de Batman die Christian Bale neerzet in
Batman Begins of
The Dark Knight, omdat telkens een andere regisseur zijn visie laat doorwegen. Een filmreeks waarbij minutieus is nagedacht over de nog te volgen sequels en de al verlopen prequels, en waarbij één regisseur dezelfde visie heeft behouden én doorgedrukt, is ongetwijfeld de
Spiderman-trilogy. Regisseur Sam Raimi is duidelijk een fan van de franchise, en hij heeft met zijn drie films, waarmee hij zelfs James Cameron en David Fincher naar de zijlijn heeft verdrukt omdat hij het project zo graag wilde doen, een ijzersterke mythologie uitgebouwd, die ons enerzijds de transformatie van de knullige sukkel Peter Parker tot de ultrabehendige Spiderman laat zien, en nauwgezet zijn privéleven uiteenrafelt, met flinke zenuwknopen, gesitueerd ter hoogte van Parkers amoureuze gevoelens voor zijn buurmeisje Mary Jane, zijn haat-liefdeverhouding met zijn beste vriend Harry Osborne, Peters familiale en niet al te geweldige financiële situatie én zijn voorliefde van het bestrijden van de ene potsierlijke supermisdadiger na de andere. De verfilming van
Spiderman stond zonder overdrijven tientallen jaren lang in de steigers; het is echter pas met de gedrevenheid van iemand als Raimi en het huidige niveau van speciale effecten dat de films zijn kunnen groeien tot wat die nu zijn. Ze sluiten naadloos aan bij de betere stripverfilmingen van de laatste jaren, maar ze hebben ook de verdienste dat ze zich hebben kunnen ontdoen van de
cheeziness waarmee het genre jaren stiefmoederlijk is behandeld. En geef toe: na het zien van draken van prenten als
Super Mario Bros of
Masters Of The Universe is het toch verbazend dat er op voorhand filmproducenten waren die één dollar wensten te steken in alweer een stripverfilming met superhelden.
De eerste
Spiderman had al een reputatie nog vòòr het grootste deel van de film geschoten was. Op het internet was namelijk een teaser trailer verschenen waarin Spiderman een groep bankrovers in hun vlucht per helikopter belemmert te ontsnappen door tussen de twee torens van het World Trade Center een gigantisch spinneweb te spannen. Maar dat was allemaal buiten Osama Bin Laden gerekend, die op 11 september 2001 hetzelfde World Trade Center tot een hoop smeulend puin herleidde. Op nog geen dag tijd was de trailer verdwenen, wat de cultstatus ervan, en in het verlengde daarvan de verfilming van
Spiderman, alleen nog maar wat opkrikte. Een deel van het scenario en het filmwerk moest hierdoor uiteraard aangepast worden. Het paradoxale is dat het onzekerheidsgevoel dat na deze infameuze datum is ontstaan, deels mogelijk het succes van
Spiderman verklaart: mensen hebben terug nood om zich op te trekken aan een al dan niet surrealistische held. Op die manier heeft de marketing-machine al deze tegenslagen toch een beetje kunnen ombuigen in hun eigen voordeel.
Van een pulpstrip van de hand van veelschrijver Stan Lee (die overigens in elk van de drie films in een cameo te zien is), die naast hopen hier onbekende stripreeksen onder meer ook
Fantastic Four en
X-Men is
Spiderman geëvolueerd tot één van de belangrijkste iconen van de Amerikaanse superheldenstripscène. Raimi heeft de hele Spidermansaga van
scratch terug opgebouwd, en doet zijn ding op een manier die niet de minste voorkennis over het Spiderverse veronderstelt. Het is met een dergelijke film ook altijd balanceren tussen het genoeg overnemen van elementen uit de originele stripreeks om niet alle hardcore-Spidermanfans op je dak te krijgen, en toch een verhaal te maken dat toegankelijk is voor mensen die van zijn leven nog nooit een Spiderman-strip hebben opengeslagen. Daarbij jongleert Raimi meesterlijk op de slappe koord tussen komedie en drama, en tussen actie en romantiek, zodat zijn films voor een groot publiek tegelijk herkenbaar worden. Niet echt een liefhebber van Amerikaanse strips zijnde is persoonlijk met films als deze een wereld voor mij opengegaan. De plot bevat alle elementen voor een Shakespeariaans drama: intriges, verraad, onbereikbare liefde, monsters en toch wandelt de held bij het
happy end met het meisje van zijn dromen naar buiten. Stripverfilmingen als deze zijn in elk geval
more than meets the eye; de soms belachelijk eenvoudige premissen worden dankzij heldere verhaallijnnen waarin niet veel van de rechte lijn wordt afgeweken, effectief op de kijker afgevuurd, en missen daarbij hun doel niet.
De casting van de film is ook nog zoiets merkwaardigs. Toch voor de eerste drie films heeft Raimi dezelfde cast kunnen behouden, tot en met alle nevenfiguren, en hij kan daardoor zijn karakters elke keer op vertrouwde basis laten verderbouwen. Tobey Maguire, die vòòr zijn intrede in de Spiderwereld zich voornamelijk onledig hield met het spelen van ongelukkige sukkeltjes zoals in
The Cider House Rules,
Pleasantville en
Wonder Boys, heeft zich in de films achter zijn bijzonder ontrendy uiterlijk ontpopt tot een stoere actieheld, voor wie fysiek geen inspanning te veel is. Alhoewel er in het begin zeker nog geen sprake was van een trilogie, heeft Raimi toch ongeveer de helft van zijn eerste film gewijd aan het deftig opbouwen van de premisse, en duurt het een poosje vooraleer Spiderman zijn eerste crimineel in een spoeltje spinrag op het politiecommissariaat gaat afleveren - eer het zover is zijn er toch wel enkele interessante confrontaties gepland, zoals die met Bone Saw.
Ook James Franco als Peter Parkers antipode heeft zijn marktwaarde bijzonder zien stijgen, en kan het zich tegenwoordig permitteren om selectiever te zijn op zijn rollen. Toen Kirsten Dunst als Mary Jane gecast werd, werd bij de casting ongetwijfeld getest welke actrice het hardst kon gillen, en zij had die dag gewonnen. Ze brengt haar rol echter met overtuiging en charme, en miss Dunst heeft nu eenmaal een bijzonder sexy
girl next door-uitstraling die voor een rol als Mary Jane Watson noodzakelijk is. Enkele kleinere rollen zijn ook altijd dezelfde, en dan denk ik natuurlijk in de eerste plaats aan de beroepskankeraar J. Jonah Jameson (meesterlijke acteur J.K. Simmons) die er op één minuut in slaagt om zijn bijzonder complexe personage compleet hatelijk te laten zijn.
Een bijzondere vermelding verdienen ook de diverse schurken die film na film opnieuw worden opgevoerd. Met stip is de grootste verdienste daarbij weggelegd voor Willem Dafoe, die het schizofrene element van zijn Norman Osborne/Green Goblin nadrukkelijk weet te onderstrepen. Ondanks het feit dat hij in de eerste film al het loodje legt was zijn opvoering zo captiverend dat hij in de twee sequels nog telkens te zien is in de gedachten of hallucinaties van andere personages. Hij heeft in elk geval ook de gestalte van alle na hem komende slechteriken mee bepaald, want ze hebben allemaal een schizofreen trekje waarmee ze hun goede en slechte kant in evenwicht houden. Alfred Molina is als doctor Otto Octavius eigenlijk een verbitterde wetenschapper die door de tragische omstandigheden is geworden wie hij is zonder dat hij daar eigenlijk greep op had, en ook Thomas Hayden Church als Sandman is iemand die het slechtste in zich laat bovenkomen voor het goede doel - zijn zieke dochter. Alleen voor de door Topher Grace gespeelde Venom in het derde deel schijnen er geen verzachtende omstandigheden te pleiten; hij past eigenlijk niet in het rijtje, en om hem te introduceren hebben de scenaristen een buitenaards element in het script moeten schrijven om toch zijn wereldvreemde aggressie te verklaren. Niet iedereen was er laaiend enthousiast over dat Spiderman in de laatste film het tegen twee vijanden, Sandman en Venom, tegelijk moet opnemen - feitelijk drie, want we mogen Goblin Junior niet vergeten - maar toch is dit iets wat zeker in een derde deel van een franchise, waarbij er eigenlijk geen uitleg meer nodig is voor de hoofdpersonages - hun voorgeschiedenis wordt nog eens op 2 minuten samengevat tijdens de opening credits - mogelijk is; allicht moet elke film de vorige een klein beetje overtreffen om kijkers te lokken.
BEELD EN GELUID
De
vorige versie van de
Spiderman Trilogy was eigenlijk al nagenoeg perfect qua beeld-en geluidsnormen, dus het is bijna niet mogelijk om die te overtreffen. Het is er nauwelijks aan te zien dat de eerste
Spiderman-film vijf jaar ouder is dan de laatste. De paar softe spots in de eerste film - overigens de enige van het drietal die in 1.85:1 is geschoten - vergeven we met plezier. De zeer bonte en kleurrijke sets die eigen zijn aan het genre van de stripverfilming, worden goed tegen elkaar uitgespeeld, detaillering aan bijvoorbeeld de exuberante kostuums van de Green Goblin en Doc Ock springen in het oog, en de hele film oogt heel natuurlijk, tot en met de (geverfde) rode lokken van Kirsten Dunst. De kleuren zien er helder en licht uit, de zwarttinten in de minder voor kinderen geschikte scènes, zoals die waarin Doc Ock te keer gaat met zijn kettingzaag, dan weer heel inktig. Echt grote verschillen met de vorige uitgave zijn er niet. In plaats van een Dolby TrueHD 5.1-track krijgen we nu een Engelse DTS-HD MA 5.1-track voorgeschoteld, samen met enkele anderstalige dubbingen en een Engelse Dolby Digital 5.1 audiodescriptieftrack voor blinden en slechtzienden. De hogedefinitietrack is indrukwekkend, barst van de speciale effecten waarbij we Spidey volgen op zijn wilde zwiertochten door de jungle van New York, tussen de donderende ontploffingen, de gierende voorbijscherende gyro-glider van de Green Goblin en het metaal dat kraakt onder Doc Ocks oncontroleerbare energiebron. De warme en natuurlijke dialogen blijven goed verstaanbaar, alhoewel nogal wat van de personages voortdurend maskers dragen, en de soundtrack van Danny Elfman is nog steeds een mooi werkstukje. Voor de derde film moeten we het echter nog steeds stellen met dezelfde Dolby TrueHD 5.1-mix als bij de vorige uitgave, die op zich natuurlijk niet verkeerd was.
EXTRA'S
En hier wordt het een beetje
tricky. De
versie uit 2009 bevatte kale versies van de eerste twee films en een dubbeldiskversie voor de derde. Nu krijgen we daarentegen drie enkeldiskversies, maar bevatten de eerste twee films wél redelijk wat substantieel bonusmateriaal. Bij film 1 zijn er zelfs enkele gloednieuwe featurettes, maar niet al het materiaal van de
dvd-versie is overgedragen. Disk 2 bevat door middel van seamless branching zowel de
theatrical cut van de film als de
extended cut (de zogenaamde versie 2.1), maar qua bonusmateriaal krijgen we een deel van het bonusmateriaal wel en een ander deel niet. Vooral enkele features van de 2.1-versie zijn hierbij gesneuveld. Voor film 3 werd de 2-diskversie uit elkaar getrokken, en krijgen we gewoon een exemplaar van de eerste disk van de vorige versie. Wat dus impliceert dat we ook een deel van het bonusmateriaal kwijt zijn. Conpletisten die ál het bonusmateriaal willen, zullen dus niet moeten doubledippen en de vorige Blu-rayversie kopen, maar dus ook nog ergens op dvd delen 1 en 2 én 2.1 aanschaffen, wat dus neerkomt op een
triple dip.
Spiderman 1:
De disk bevat maar liefst
drie audiocommentaartracks. Eerst en vooral is er een audiocommentaartrack met regisseur Sam Raimi, producer Grant Curtis, afgewisseld met interventies van Kirsten Dunst en producer Laura Ziskin. Het commentaar is leuk en informatief, maar bereikt nergens diepgang. Duidelijk zijn de bijdragen van de deelnemers apart opgenomen, en er wordt ook niet gedaan alsof dat wel het geval is. Heel veel verder dan een wederzijds prijzen van elkaars prestaties komen de deelnemers niet. Op technisch gebied is de tweede commentaartrack, door een team van drie visuele effecten-medewerkers, interessanter om horen, maar er vallen hier en daar wat meer stiltes, in het bijzonder in bijvoorbeeld de liefdesscènes tussen Peter Parker en Mary Jane. Deelnemers zijn visual effects designer John Dykstra, visual effects supervisor Scott Stokdyk en animatieregisseur Anthony LaMolinara. Het voornaamste onderwerp van gesprek is het veelvuldige gebruik van visuele computereffecten. De derde track is een gezellige babbel tussen acteurs Tobey Maguire en JK Simmons, en is duidelijk toegevoegd voor de fun. Maguire neemt voornamelijk het woord, wat niet echt verwonderlijk is. Wie zin heeft in een leuk kwisje, zal zijn gading vinden bij de
Spider-sense trivia challenge. Tijdens de film moet je occasioneel enkele vragen beantwoorden, en afhankelijk van je antwoorden en je snelheid krijg je 1 op 5 eindbeoordelingen op het einde van de film. De
interactieve featurette The Spiderman cutting room geeft u de kans om zelf eens met de montage van de film aan de slag te gaan, maar uw speler moet wel uitgerust zijn met een harde schijf. De
documentaire Spider-Man: The mythology of the 21st Century (25:29) is een extensieve documentaire over de ontstaansgeschiedenis van Spiderman, waarin we onder meer vernemen wat de huidig generatie tekenaars denkt over de verfilming. De promotionele
documentaire HBO Behind the Scenes: The making of Spider-Man (24:41) is eerder een aangedikte trailer, maar bevat toch nog interessante informatie, zoals een blik achter de schermen bij enkele van de stuntsequenties.
An E! Entertainment special: Spider-Mania (40:31) is daarentegen een redelijk uitgebreide blik achter de schermen, iets beter gesubstantieerd dan de meeste van dergelijke featurettes. In het
Director Profile Sam Raimi (7:05) mogen Tobey Maguire, Bruce Campbell, Willem Dafoe, Kirsten Dunst, en Rosemary Harris zeggen hoe goed ze Sam Raimi wel niet vinden; een analoog documentje is
Composer Profile: Danny Elfman, waarin we de impact van het werk van deze componist op deze film te zien krijgen, gelardeerd met enkele interviewfragmenten van onder meer Tobey Maguire en Sam Raimi. Ook deze reportage is voornamelijk één grote bewierook-elkaar-sessie. Daarna volgen nog een
zevental korte documentaires Behind the scenes of Spiderman, waarin we wat b-rolachtig materiaal te zien krijgen. We zien onder meer
Costume design (8:27),
Designing the world of Spiderman (6:20),
Spider wrangler (1:31),
Wrestling match (2:48),
World unity festival (2:19),
Oscorp lab (3:24) en
Goblin's arsenal (7:28).
6 webisodes (20:36) bevatten de zes korte documentaires die je op de dvd kon bekijken via een whit rabbit-achtige feature, en hier nu gewoon zonder poespas op te roepen zijn. De filmpjes handelen over
The Spider Wrangler, Bonesaw McGraw, The Model Maker, Creating The World of Spiderman en Designing the world of Spiderman en
The Prop Maker. Dan volgen
4 screen tests (5:18): een test van Tobey Maguire, één van J.K. Simmons, een demonstratie van een computergegenereerde Spiderman die een muur beklimt, en een showcase van de verschillende kostuums, gaande van Tobey Maguire eerste niet 100 % gelukte Spider-kostuum tot de helm van de Green Goblin. De
Gag reel/outtakes (3:04) bevat een presentatie aan bloopers van mediocre technische kwaliteit. Dan volgen er twee videoclips, "Hero" door Chad Kroeger van Nickelback en Josey Scott van Saliva, en het onuitstaanbare rapnummer "What We're All About" van de al even onuitstaanbare Beastie Boys-would be's Sum 41. Tot slot worden we vergast op
11 TV-spots (5:22)die de hype nog wat hebben aangezwengeld tot enkele dagen voor de première, een als "original theatrical trailer" aangekondigde
trailer (1:19), maar het is spijtig genoeg niet de gecensureerde waarin Spidey enkele bankovervallers te grazen nam door tussen de torens van het World Trade Center een spinnenweb te spannen, en onvermijdelijk eindigt de disk met een
Cross-promotionele trailer voor
The Amazing Spiderman (2:29).
Spiderman 2:
Ook deze disk bevat
drie audiocommentaartracks, twee voor de theatrical version en één voor de extended cut. De eerste track werd ingesproken door regisseur Sam Raimi, producenten Avi Arad en Grant Curtis, en Spidey zelve, Tobey Maguire. Deze track is zeer gevarieerd, en omvat onder meer de karakterontwikkeling, het filmen op locatie en een uitgebreide discussie waar men de tweede film in wilde doen onderscheiden van de eerste. Een film zoals deze smeekt natuurlijk om een tweede, meer technische commentaartrack, die ingesproken werd door een uitgebreide selectie aan medewerkers die onder meer de tentakels van Doc Ock, het stuntwerk en de CGI nader toelichten. De audiocommentaartrack op de 2.1-versie werd ingesproken door producente Laura Ziskin en screenwriter Alvin Sargent, die een andere kijk op de film bieden dan wanneer Sam Raimi zijn oude audiotrack ook had geremonteerd en stukjes ertussen gevoegd. Er zijn documentaires en documentaires. De eerste soort is een samenraapsel van filmfragmenten en promotionele praat, die alleen maar moet dienen als voorgekauwde merchandise om in filmpreview-magazines te tonen. Dan is er nog de tweede soort, die een oprechte kijk in de diepte verschaft over de ideeën achter de film, de diverse aspecten van het verhaal en een uitgebreide uitleg over de gebruikte filmtechnieken. De
documentaire Making The Amazing (2:06:26) voldoet ruimschoots aan de tweede definitie, en kwalitatief benadert deze in twaalf onderdelen verdeelde documentaire bijna de intussen al legendarische kwaliteit van de
Star Wars Trilogy making of-documentaire. Alles, maar dan ook alles wat je ook maar zou willen weten over deze film, wordt tot op de draad uitgelegd: de visuele effecten, de kostuums, de montage, de muziek, noem maar op. Als dat nog niet genoeg was, dan zijn er nog altijd twee kortere featurettes die nog eens specifieke personages uit de film nader belichten.
Hero In Crisis (14:50) gaat over de morele dilemma's waarmee Peter Parker in deze film te maken krijgt,
Ock-Umentary: Eight Arms To Hold You (22:10) beklemtoont hoe men heeft geprobeerd om Doctor Octavius zowel een menselijk als een verdorven kantje mee te geven. Uit de dvd-versie van
Spiderman 2.1 halen we dan nog het vijfdelige
Visual Effects Breakdown (32:38), waarin special effects-supervisor John Dykstra zijn ideeën over speciale effecten uiteenzet, en die aan de hand van een paar case studies illustreert. De disk bevat nog een
blooper reel (7:30) en nogmaals dezelfde
cross-promotionele trailer voor
The Amazing Spiderman (2:29).
Spiderman 3:
Hier gaat het goed fout. De extra's van disk 1 van de 2-diskversie staan weliswaar nog op deze versie, maar de superieure disk 2 is met de noorderzon verdwenen. We krijgen
twee audiocommentaartracks voorgeschoteld. In het eerste nemen de regissuer Sam Raimi, acteurs Tobey Maguire, James Franco, Topher Grace, Thomas Haden Church and Kirsten Dunst de hoofrollen voor hun rekening, alhoewel de bijdrage van Kisten Dunst duidelijk pas van latere datum stamt. We leren hiervoor ook weer dat de rol van the Sandman eerst bedoeld was voor Ben Kingsley, die zich tegenwoordig meer in Uwe Boll-achtige producties laat zien. De track bevat echter nog wat dode momenten, Maar als weer wat wordt verteld, is het meestal zeker interessant, alhoewel de wederzijdse liefdebetuigingen me soms (lees: altijd) wel wat de keel uithangen. De tweede audiocommentaar bevat wat meer bijdragen van de immere onmisbare mensen achter de schermen: de inmiddels in superhelden scripts schrijven gespecialiseerde Avi Arad, Grant Curtis, en Laura Ziskin, editor Bob Murawski en Scott Stokdyk. Hun commentaar is misschien iets meer gericht naar de echte
movie buffs en verzandt (!) al wel eens in techniciteiten over de speciale effecten, maar het geheel blijft leuk beluisterbaar. Disk 1 bevat ook nog
bloopers (6:44) en 5
galerijen met foto's en conceptuele schetsen, waarvan vooral de ontwerpschilderijen vrij mooi zijn, maar helaas niet helemaal tot hun recht komen omdat niet het hele scherm ervoor gebruikt wordt. De directory special features wordt verder aangevuld met een
videoclip (4:36) van Snow Patrol, en een paar
cross-promotionele trailers.
CONCLUSIE
Slimme jongens, daar bij de marketing van Sony. Alweer brengen ze
Spiderman uit op Blu-ray, en alweer is de versie qua bonusmateriaal niet volledig. Met de film en de transfer daarentegen is er uiteraard niks mis.