Regie: Fien Troch
Met: Gabriela Carrizo, Rit Ghoos, René Jacobs, Stef Lernous, Maarten Meeusen Bent Simons, Sander van Sweevelt
The comfort of strangers valt hun te beurt: familieleden van hun moeder geven de beide kinderen onderdak. Billy, de oudste, legt zich schijnbaar makkelijk bij de feiten neer, z’n jongere broertje Kid weigert de realiteit te accepteren. Hij revolteert tegen z’n pleegouders, op school en tegen z’n vriendjes. Hij mist z’n moeder en vaak loopt hij door het bos waar ze bij droog weer met z’n drieën op een open plek in de zon zaten. Zullen we hier afspreken indien we elkaar ooit verliezen, mama?, had ie op een keer tegen z’n moeder gezegd en zij had toen gewoon geknikt. Het blijft door Kids hoofd spoken, want zijn ze elkaar niet kwijtgeraakt en is de afspraak van toen dus niet van toepassing?
Fien Troch gebruikt weinig middelen om haar verhaal te vertellen. Naast de prachtige gregoriaans aandoende gezangen en het donkere drone-achtige geluid om de spanning te onderstrepen, is er ruimte voor stilte die nauwelijks verstoord wordt door dialogen, want ook die zijn zeldzaam in de dramatische voortgang die de kijker via de beide jongetjes, maar voornamelijk door de ogen van Kid te zien krijgt. Wat er aan de hand is moet blijken uit korte telefoongesprekken, flarden van dialogen die Kid niet altijd begrijpt of maar zeer gedeeltelijk opvangt en uit kleine zakelijke scènes die Troch zonder commentaar samen met sfeermateriaal aan het geheel toevoegt. Het klinkt niet meteen opwindend, maar het doel bereikt ze op die manier wel, want haar manier van werken sluit naadloos aan bij de armoedige sfeer en de zo goed als complete afwezigheid van communicatie in en om de boerderij en later zelfs in het huis van de oom en tante van de beide jongetjes. Kid is met andere woorden een vrij kale film waarin Fien Troch zich tot de onmisbare elementen beperkt, waarmee ze in de voetsporen treedt van de Waalse gebroeders Dardenne, maar waarmee ze qua zeggingskracht veel meer aansluit bij het werk van bijv. Michael Haneke omdat haar thema’s net zoals die van de Oostenrijker verder reiken dan de anekdote of het rariteitenkabinet.
Debutante Gabriela Carrizo (over wie we op internet niets wijzer worden, maar is zij misschien de Argentijnse uit het danstheatercollectief Peeping Tom? Anyone?) neemt de rol van de depressieve moeder van Billy en Kid voor haar rekening, een vrouw die in de steek is gelaten met een varkensboerderij én een enorme schuldenlast en die geen uitweg ziet uit een uitzichtloze situatie. Zij vecht uiteindelijk niet (meer) terug en zij communiceert niet over de problemen met de beide betrokkenen voor wie de affaire op een fiasco uit zal draaien, nl. Billy en Kid, wat minstens voor de jongste leidt tot flink wat gedragsstoornissen. De beide jongetjes stelen trouwens de show met Bent Simons (Kid) in poolpositie, want wat dat kereltje vertelt met louter gelaatsexpressies is zonder meer indrukwekkend. Daarbij wordt hij uiteraard geholpen door een afstandelijke en tegelijk lichtjes voyeuristische camera die elk incident genadeloos vastlegt, maar zijn prestatie is dermate naturel en ongedwongen dat je uiteindelijk toch sympathie voor Kid opbrengt en z’n lot je naar de keel grijpt. De ogen droog houden zal niet gemakkelijk zijn, want als Fien Troch echte emotie uit haar mouw schudt, dan zal je dat als toeschouwer geweten hebben. Tegen de kale en uitgeklede achtergrond van scenario en decor komt zo’n fragment trouwens bijzonder hard aan wegens het onverwachte karakter ervan.
Decor en aankleding zijn tot een minimum beperkt. In het interview (zie Extra’s) vertelt de regisseur dat ze uit sommige (bestaande) interieurs zo veel mogelijk attributen heeft weggehaald ten voordele van de soberheid die van begin tot einde volgehouden wordt. Dat effect wordt versterkt door een camera die vaak secondenlang onbeweeglijk op hetzelfde tafereel gericht blijft zonder dat er voor de lens meer te zien is dan een leeg boerenerf, de ouderwetse decoratie in een woonhuis of de hoofdfiguren die bewegingloos en verstild voor zich uit staren. Af en toe laat Fien Troch ook een vliegtuig over het scherm passeren, heel hoog in de lucht, als een fijne witte streep in hemelsblauw, of ze kiest voor een groen weiland of een nachtelijke blik in een verlaten en nauwelijks verlichte varkensstal. Dat werkt vervreemding en afstandelijkheid in de hand terwijl de spanning via kleine incidenten voorzichtig opgebouwd wordt. De teugels worden de hele tijd strak gehouden waardoor de minste emotionele toegift voor een dijkbreuk zorgt. Het is een procedé dat Fien Troch in haar eerdere films met succes gebruikte en dat ook in Kid werkt.