Detective Kevin Corcoran, z’n collega en jeugdvriend Francis McGuire en hun mannetje voor het vuistenwerk, Andrew O’Brien, alle drie van Ierse afkomst, zijn voortdurend in de weer om de ergste situaties het hoofd te bieden, van moordpartijen en berovingen tot fysieke agressie en afpersing. Elke dag nemen ze grote risico’s want het schorem is niet opgezet met hun bemoeienis en van respect voor de arm van de wet is totaal geen sprake.
Corcoran heeft sinds kort de leiding van het team. Hij is niet zolang geleden teruggekeerd uit het zuiden waar de troepen van de Unie (noordelijke staten) in een oorlog verwikkeld zijn met het leger van de Confederatie (zuidelijke staten). Het conflict kan nog alle kanten uit, maar de tol is hoog: zo’n 500.000 doden zijn al op het slagveld achtergebleven. Bij z’n terugkeer naar New York is Corcoran medegedeeld dat zijn vrouw is verdwenen en z’n dochtertje overleden. Hij heeft ondertussen een relatie met de bazin van het chicste bordeel van Five Points waar de rijke heren van 5th Avenue zich graag laten verwennen. Z’n vriend Francis McGuire die ook wel eens met een meisje uit het bordeel slaapt, heeft een oogje op een jonge weduwe met wie hij hoopt te trouwen, en O’Brien is getrouwd met een angstig vrouwtje dat graag naar Kentucky zou verhuizen, want zij laat zich bang maken door geruchten als zouden de zuidelijken via brandstichting New York met de grond gelijk willen maken.
Amerika is in de greep van de burgeroorlog en tegen alle verwachtingen in bieden de troepen van de Confederatie veel weerstand. In New York verspreiden spionnen geruchten over aanslagen en brandstichting om de burgerbevolking te treffen en de publieke opinie ten voordele van een staakt-het-vuren te beïnvloeden. Via Robert Morehouse, Corcorans voormalige overste in het leger, komt de detective een zuidelijk transport van Grieks vuur op het spoor (een spontaan zelfontbrandende vloeistof, wellicht op basis van calciumfosfide) waarmee de zuidelijken hun doel hopen te realiseren. Hij slaagt erin om een tweetal ladingen te onderscheppen, maar ondertussen is de productie van het goedje naar New York overgebracht, naar een geheim laboratorium van Roberts vader en zakenman Norbert Morehouse, die alleen geïnteresseerd is in z’n eigen financieel gewin en die meent dat een grote ramp alleen maar nieuwe opportuniteiten creëert. Een totale catastrofe lijkt niet meer te vermijden…
Ondertussen proberen Corcoran en McGuire hun eigen problemen op te lossen: de ene wil weten wat er met zijn vrouw gebeurd is en onder welke omstandigheden zijn dochtertje is overleden, de andere probeert schijnbaar te voorkomen dat een aantal onfrisse gebeurtenissen zijn voormalige boezemvriend ter ore komen uit de periode toen die in het leger zat. Dat moet uiteraard tot een confrontatie leiden en het is maar de vraag of hun vriendschap sterk genoeg is om de scherven te lijmen.
TV-series over de Amerikaanse burgeroorlog zijn al vaker gemaakt. Er is het impressionante epos Gone With The Wind (1939) waarin de tijdsgeest in de zuidelijke staten aan bod komt, en er is vooral ook North & South uit 1985 waarin twee vrienden tegenover elkaar komen te staan aan het front en waarin wordt ingezoomd op de belangrijke veldslagen tussen de Unie en de Confederatie. In Copper kiezen de makers voor een portret van New York tijdens het conflict en wordt de oorlog zelf op afstand gehouden. Er is veel aandacht voor het dagelijkse leven in Amerika’s eerste metropool die omstreeks 1860 al zo’n miljoen inwoners telde en waar alle problemen van een megastad voor het eerst zichtbaar werden: geweld, racisme, prostitutie, erbarmelijke leefomstandigheden en grote armoede in de volkswijken, onvoorstelbare luxe bij de upper class. En ook actuele problemen waren toen al aan de orde: er was sprake van een enorme immigratiegolf uit Europa, vooral Ieren, maar ook Duitsers, Italianen en joden, en die zagen de toestroom van zwarten uit het zuiden als een bron van goedkope werkkrachten die hun maatschappelijke en economische positie ondermijnde. Voor zwarten waren de leefomstandigheden er wellicht beter dan in de slavenstaten, maar veiliger was het er nauwelijks en bij de minste rellen waren het vooral zwarten die werden gelyncht en vermoord. Bovendien was de bevolking – en in dit geval in New York – verdeeld over het nut van de oorlog en zowel bij de lagere klasse als bij het rijke volkje van 5th Avenue waren er voor- en tegenstanders, waarbij de slavernij in het zuiden vooral in het begin van het conflict nauwelijks een rol speelde. Dat argument zou president Lincoln pas vanaf 1862 gebruiken om te voorkomen dat Frankrijk en Engeland zich in het conflict gingen mengen, want die hadden al langer kritiek op de slavernij in het zuiden.
Liefhebbers van avontuur en geweld komen ruim aan hun trekken in Copper, maar ook wie eerder geïnteresseerd is in de tijdsgeest en de ontstaansgeschiedenis van de Amerikaanse burgeroorlog, zal deze serie van de Amerikaanse BBC kunnen waarderen, want het gaat om een boeiend en veelzijdig portret dat eigenlijk nooit eerder is gemaakt. Bovendien kunnen de makers rekenen op een uitstekende verzameling acteurs: Tm Weston-Jones (World Without End, 2012; Dickensian, 2016) als de voortreffelijke detective Kevine Corcoran, de Ier Kevin Ryan als zijn dubieuze collega Francis McGuire, een uitstekende Anastasia Griffith (Trauma, 2010) als de vrijgevochten en gefortuneerde Elizabeth Haverford, van wie het niet duidelijk is aan welke kant ze als Brits onderdaan nu eigenlijk staat, en Ato Essandoh (Vinyl, 2016) als de zwarte arts Matthew Freeman, die aan de zijde van Kevine Corcoran heeft gevochten in het Unieleger.
