MADE IN DAGENHAM
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2011-11-07
FILM
In 1968 dienen de naaisters van de Ford-autofabriek in Dagenham, Engeland, een klacht in bij hun vakbond omdat ze betaald worden als halfgeschoolde werkkrachten terwijl ze menen recht te hebben op een salaris van geschoolde arbeidsters, want het ontwerp van de binnenbekleding voor autostoelen en deuren wordt ze door de directie niet ter beschikking gesteld via patronen, maar concipiëren ze zelf. Behalve hun directe vakbondsafgevaardigde Albert Passingham (Bob Hoskins) is de vakbondsvertegenwoordiging in de fabriek niet geneigd om hun bezwaar ernstig te nemen: er zijn andere en dringendere aanpassingen nodig voor de 55.000 mannelijke arbeiders bij Ford Dagenham. Op voorstel van Albert houden de vrouwen een stemming en besluiten ze unaniem om het werk een dag neer te leggen. Met het oog op de onderhandelingen met de directie spoort hij één van de jongere vrouwen, Rita O’Grady (Sally Hawkins), aan om toe te treden tot de vakbondsdelegatie en vertelt hij haar bij een kopje thee dat hij hun zaak voor het volle pond steunt, want dat z’n eigen alleenstaande moeder haar beide zoons opgevoed heeft met een inkomen dat minder dan de helft bedroeg van dat van haar mannelijke collega’s.
De dag nadien zit Rita met Albert en nog twee vrouwelijke medewerksters tegenover de directeur en zijn assistent. Vakbondssecretaris Monty Taylor (Kenneth Cranham) heeft de vrouwen op het hart gedrukt om af en toe te knikken als hij hun daartoe een teken geeft en voor de rest te zwijgen. De onderhandelingen verlopen stroef en na drie uur stelt Taylor voor om de vergadering met twee weken te verdagen. Rita is het daar evenwel niet mee eens en alhoewel ze zich probeert in te houden, nadert het moment waarop ze als een luchtbel uiteenspat of… het woord neemt. En dat doet ze, waarop ze haar handtasje over de schouder legt en het kantoor verlaat: de 187 naaisters van Ford Dagenham gaan voor onbepaalde tijd in staking. In Michigan gaat nog dezelfde dag het licht op rood en een hoge oom wordt naar Engeland gestuurd om de brand te blussen, want bij Ford zien ze de bui hangen: toegeven aan de eisen van de Dagenham-vrouwen zou beslist alle fabrieken van de keten besmetten. Rita en haar collega’s laten zich evenwel niet intimideren door morrende echtgenoten (die ook grotendeels werkloos worden als de voorraad afgewerkte autostoelen opraakt) of blaffende vakbondsmannen (die vooral aan hun eigenbelang denken) en breiden hun actieterrein uit tot de andere Ford-fabrieken in Groot-Brittannië: meer dan 800 vrouwen leggen het werk neer. De onderhandelingen met de Ford-directie zitten evenwel in het slop en Rita twijfelt aan de haalbaarheid van de eisen. En dan komt er een telefoontje van het Kabinet van de minister van arbeid…
In
Made in Dagenham reconstrueert regisseur Nigel Cole de staking van vrouwelijke arbeiders in de Ford-fabriek in Dagenham, Engeland, in de loop van 1968. Die werkonderbreking was het begin van een omwenteling, want twee jaar later werd in het Lagerhuis een wet gestemd die loon naar werk voorzag voor mannen én vrouwen, en die in de jaren nadien navolging kreeg in de rest van West-Europa. Nigel Cole houdt zich op elk moment aan de historische feiten, gebruikt reclamefilmpjes van Ford en journaalbeelden om de sfeer en de gang van zaken in die periode zichtbaar en vooral voelbaar te maken, en hij voegt een flinke scheut humor, sentiment en aantrekkelijke hoofdpersonages toe om de strijd van de Dagenham-vrouwen tegen het kapitalistische systeem in beeld te brengen. De keuze om Bob Hoskins te koppelen aan Sally Hawkins blijkt een uitstekende zet, want er is sprake van een zekere chemie tussen de bijna gepensioneerde vakbondsman en de jonge vrouw en moeder van twee kinderen, een soort vader-dochterrelatie die perfect blijkt te werken. Het is een hele tijd geleden dat Bob Hoskins (
Mona Lisa, 1986) nog in een belangrijke rol aan de bak kwam, maar als Albert Passingham overtuigt hij zonder meer en eens te meer blijkt over hoeveel talent de bijna 70-jarige Britse acteur eigenlijk beschikt.
Ook fel onderschat en opnieuw te bewonderen in een glansrol is Sally Hawkins die u in 2008 aan het werk zag in het schitterende
Happy-Go-Lucky aan de zijde van Eddie Marsan en eerder in o.a.
Desert Flower (2009) en de beklijvende miniseries
Fingersmith (2005) en
Tipping the Velvet (2002) naar de romans van de Britse auteur Susan Waters. Hawkins weet als geen ander humor en melancholie op een perfecte manier te combineren op een kleine oppervlakte en op die manier de toeschouwer te prikkelen met aantrekkelijke en inspirerende personages. De manier waarop ze Rita O’Grady gestalte geeft – die in niets op de historische O’Grady lijkt overigens – dwingt respect af en lijkt op elk moment levensgetrouw. De eerder verlegen en stille jonge vrouw wordt op korte tijd een vechtster, opgestookt door Albert, dat wel, maar geleidelijk aan overtuigd van het onrecht dat haar seksegenoten wordt aangedaan. De kritiek van de mannelijk collega’s weet ze niet altijd te counteren en eigenlijk voelt ze zich een beetje schuldig omdat die nu zonder werk en inkomen zitten. Maar echtgenoot Eddy dient ze van een antwoord: hebben zij hun mannen niet gesteund tijdens de vorige staking en waren zij, de vrouwen, toen ook niet ongewild werkloos? Zonder het te beseffen oefent Rita zich op Eddy, een goedzak die het zwaar te verduren krijgt en voor hun beide kinderen moet zorgen tijdens de manifestaties die Rita nu bijna dagelijkse organiseert tot in Londen toe, waar het kleurrijke en luidruchtige optreden van de Dagenham-vrouwen niet onopgemerkt blijft. De pers is er nl. als de kippen bij om de dames in beeld te brengen en Rita’s foto verschijnt zelfs op de cover van de nationale dagbladen. Voor men het beseft wordt het protest au serieux genomen, niet het minst door de bonzen van de socialistische vakbond die er alles aan doen om op het aankomende congres in Eastbourne een resolutie ten gunste van de Dagenham-vrouwen te torpederen.
Regisseur Nigel Cole houdt z’n scenario te allen tijde luchtig en grappig, maar tegelijk schets hij wel degelijk de omvang van het conflict, de druk die op de Dagenham-vrouwen wordt uitgeoefend, de privéproblemen waarmee ze geconfronteerd worden en de manier waarop de politieke leiding in Londen (op dat moment labour-excellenties) het sociale probleem meent aan te moeten pakken. Met Sally Hawkins, Bob Hoskins, Andrea Riseborough (
Party Animals, 2007), Geraldine James (
Sherlock Holmes, 2009), Daniel Mays (
Atonement, 2007), Jaime Winstone (
Agatha Christie’s Poirot, 2009), Lorraine Stanley (
London to Brighton, 2006) en Nicola Duffett (
Torchwood, 2006) heeft Cole een sterke en veelzijdige cast tot z’n beschikking die er moeiteloos in slaagt om van
Made in Dagenham een gehaaide komedie annex drama te maken dat beklijft en amuseert van begin tot einde.
BEELD EN GELUID
Het oude beeldmateriaal (reclamefilmpjes van Ford, journaalbeelden van de BBC) is uiteraard minder goed van kwaliteit. De kleurenopnamen van Ford zien er een beetje uit zoals verweerde polaroidfoto’s, het beeldmateriaal van de BBC is in zwart-wit en korrelig van structuur. Maar dat hoort allemaal zo, want de nostalgie heeft haar prijs. De filmbeelden zijn realistisch qua tinten met af en toe veel kleur in de jurkjes en hotpants (!) van de vrouwen. De opnamen in de naaiafdeling van Ford baden in beige en geel, voor de scènes in het kantoor van de directie en de vakbond is gekozen voor donkere kleuren (de pakken die de heren dragen). Het beeld is altijd scherp en foutloos en de transfer is zo goed als perfect. Popmuziek uit de jaren zestig dient als soundtrack voor Made in Dagenham en dat is een uitstekende keuze, want de sfeer zit er meteen in. Desmond Dekker mag de spits afbijten met het onverwoestbare Israelites en nadien kan het gewoon niet meer stuk. De dialogen, vaak in het Engels dialect (Bob Hoskins is daar zeer goed in), klinken uitstekend en zijn netjes Nederlands ondertiteld.
EXTRA’S
Als extra’s zijn een aantal Verwijderde Scènes toegevoegd waaronder minstens een tweetal dat niet essentieel is voor de voorgang van de film, maar dat in elk geval een aantal kort gehouden scènes ruimer situeert. Voor de rest kan u kijken naar een aantal Andere Trailers.
CONCLUSIE
Made in Dagenham is tot op zekere hoogte een biopic, maar bevat genoeg grappige situaties, dramatische ontwikkelingen en spannende confrontaties om u geboeid aan het scherm te kluisteren. De toon blijft luchtig met af en toe prachtige dialogen die naar de keel grijpen en situaties die naar het hart gaan. Met andere woorden: warm aanbevolen.