TRUE LEGEND
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2010-12-07
FILM
Yuen Woo-Ping, de naam zegt u misschien niet veel, maar hij was de choreograaf van o.a. de
Matrix-trilogie (1999-2004),
Kill Bill (2003-2004),
Crouching Tiger, Hidden Dragon (2000) en hij behoort tot de top van het genre in China. Bovendien kon u hem als acteur aan het werk zien in
Fearless (2006) en in
The Banquet (2006), waarin hij bewijst een meester te zijn in de Chinese vechtskunst.
True Legend is Yuens eerste film in niet minder dan 14 jaar en de verwachtingen zijn dan ook heel hoog gespannen. De Chinese regisseur ontgoochelt niet, want wie een voorliefde heeft voor dit soort films, die komt 100 procent aan z’n trekken in deze spektakelproductie waarvoor kosten noch moeite gespaard zijn en die een mengeling is van felle actiescènes en een love story die naar goede Chinese gewoonte als een tragedie zal eindigen.
True Legend speelt zich af in 1861. China is onder de voet gelopen door buitenlanders en de inwoners zijn onderling verdeeld. Het politieke milieu is een praatbarak geworden. Eén leider staat op, generaal Su (Man Cheuk Chiu), en hij maakt zich meteen onsterfelijk door de koninklijke prins te redden uit de handen van zijn vijanden. Su krijgt het gouverneurschap over een provincie aangeboden, maar hij laat die eer aan zijn stiefbroer Yuan (Andy On) en trekt zich terug in zijn geboortestreek om er met Yuans jongere zusje Ying een gezin te stichten en een gevechtschool op te richten. Vijf jaar later: Su en Ying hebben een zoontje dat ze Little Feng noemen en net op de dag dat Su’s gevechtsschool opengaat én dat z’n oude vader jarig is, is het bezoek van gouverneur Yuan aangekondigd. Su is in de wolken: nu zal hij eindelijk zijn brother in arms weerzien. Zijn vrouw Ying is minder enthousiast en zijn vader is er niet gerust in. De gouverneur komt niet zo maar op bezoek, meent hij. En gelijk heeft ie, want nog voor gouverneur Yuan goed en wel aangekomen is, ligt het hoofd van zijn stiefvader op de grond: wraak voor het feit dat de oude man zijn eigen vader eertijds om het leven heeft gebracht wegens zijn slechte gedrag en diens kinderen (Yuan en Ying) als zijn eigen kroost heeft opgevoed. Als Su hoort wat er is gebeurd, is hij in alle staten en daagt hij Yuan uit, maar die is een maat te groot voor hem, want Yuan heeft zich ondertussen bekwaamd in dezelfde toverij die z’n vader destijds het leven kostte én hij heeft zich stalen harnasplaten in de huid laten aanbrengen: Yuan is onoverwinnelijk en Su delft het onderspit.
Su en Ying kunnen vluchten, maar de kleine Feng blijft bij oom Yuan, zij het geketend aan beide benen. Ver van hun geboortegrond, hoog in de bergen, bouwen z’n ouders een nieuw bestaan op geholpen door de kruidendokteres Yu die ervoor zorgt dat Su de opgelopen vergiftiging (via de stalen klauw van Yuan) overleeft. Wegens een gebroken arm duurt het verschillende seizoenen eer Su zich opnieuw aan z’n Wushu-training waagt. Melancholie, een zenuwinzinking en verdriet over het verloren gevecht tegen Yuan hebben hem verbitterd. Dan ontmoet hij de onoverwinnelijke Wushu-god die hem alleen wil accepteren als leerling indien hij hun gevecht kan winnen, maar volgens dokteres Yu wordt Su stilaan gek en beeldt hij zich de hele affaire in. Maar Su is overtuigt van het bestaan van de godheid en z’n dienaar en hij neemt elke gelegenheid te baat om te vechten. Beetje bij beetje herwint hij z’n oude kracht en bereidt hij zich voor op een nieuwe confrontatie met Yuan, want die is nodig indien hij z’n zoontje Feng wil bevrijden.
True Legend valt uiteen in drie verhalen: over de confrontatie met gouverneur Yuan, over Su’s relatie met Ying en hoe hij uiteindelijk na een dramatische wending in het scenario als bedelaar door het leven gaat. Maar vooral is
True Legend een vechtfilm en wie niet van Chinese vechtsporten houdt, kan deze film beter links laten liggen. Regisseur-choreograaf Yuen Woo-Ping overigens in z’n allerbeste doen en de gevechten zijn bijzonder mooi gechoreografeerd én uitstekend in beeld gebracht. Uiteraard zoeven de acteurs veelvuldig door de lucht dankzij heel veel kabels en katrollen, maar het maakt het spektakel alleen maar intenser, een beetje sprookjesachtig misschien zoals wel vaker in dit soort films, doch uiteindelijk ook kleihard en tegelijk bloedmooi om te zien. Gevoelige kijkers zal het af en toe allemaal met te veel geweld en bloed gepaard gaan, maar dat hoort er gewoon bij. Het dramatische element dat de boel bijeen moet houden, is jammer genoeg een stuk minder sterk met nogal wat inconsequenties, maar actrice Xun Zhou (Ying) maakt heel veel goed door aimabel acteerwerk en een uitstekende inleving. Bovendien behoren de beelden over het verblijf van Su en Ying in de bergen tot de mooiste van de film en zorgt ook veterane Michelle Yeoh (Yu) voor een paar prachtige scènes. Ondertussen heeft de regisseur de toeschouwer vergast op riante kastelen, adembenemende panorama’s en met CGI opgetrokken beeldenformaties van gigantische afmetingen waarop Su en de Wushu-god hun halsbrekende gevechten opvoeren.
In het laatste deel van de film wordt
Fearless van regisseur Ronny Yu lichtjes overgedaan: Su trekt als bedelaar naar de stad en zijn hulp wordt ingeroepen door een oude medestander om af te rekenen met de buitenlander Anton (een kleine, maar mooie rol voor David Carradine) die als beheerder van de plaatselijke arena het niet zo nauw neemt met de regels van de sportiviteit. Het wordt een gevecht van drie tegen één, waarbij een stomdronken Su erin slaagt om de westerse krachtpatsers één voor één knock-out te slaan. De eer van China is gered. Houzee! Kort door de bocht, jawel, maar altijd prachtig gefilmd en schitterend gemonteerd, hoewel sommige scènes wel heel erg kort zijn gehouden ten einde de Amerikanen de meest bloederige scènes te besparen en een goede PG-kwotering te krijgen. Liefhebbers van het genre zullen er hun hart aan op kunnen halen, wie eerder een goed verhaal zoekt, raden we liever
House Of Flying Daggers (2004) of
Curse Of The Golden Flower (2006) aan, twee prachtige films van regisseur Yimou Zhang met een stevige portie vechtkunst, maar ook met een goed verhaal.
BEELD EN GELUID
U kan de kleurencombinaties niet bedenken of ze zitten in deze film, waarmee regisseur Yuen Woo-Ping de concurrentie heel dicht op de hielen zit qua esthetische vormgeving. Voor de gevechtsscènes kiest hij eerder blauw en grijs, voor de rest van materiaal geeft hij de voorkeur aan veel geel en groen met felle tinten van blauw en rood. Zondermeer prachtig! Het geluid komt als een wervelstorm op de toeschouwer af: de zwaarden kletteren, de steekwapens zoeven en de gebalde vuisten klinken als bikkelharde mokerslagen. De scène in de waterput is niet alleen prachtig in beeld gebracht, het geluid wordt ook voorzien van echo, waardoor de indruk versterkt wordt dat de slangenkuil inderdaad oneindig diep is. De muziek van Shigeru Umebayashi neemt actief deel aan de actie, maar in de sentimentelere fragmenten klinkt ze soms te melig voor westerse oren.
EXTRA’S
Geen
CONCLUSIE
True Legend is vooral een film voor liefhebbers van Chinese vechtkunst. Die krijgt u in deze film te zien zoals nooit eerder en dat zal u niet verbazen als u beseft dat één van China’s grootste choreografen in het genre aan het roer heeft gestaan van deze film. Heel vele spektakel dus en heel veel speciale effecten. Qua dramatische vertelling is True Legend evenwel een stuk minder interessant met een ferme overlapping met Fearless van Ronny Yu. De technische kwaliteit is uitstekend, de bonussectie leeg.