Regie: Pierre-François Martin-Laval
Met: Théo Fernandez, Pierre-François Martin-Laval, Arnaud Ducret, Jérôme Commandeur, Alison Wheeler
FILM
Het bedrijf Aupetitcoin is gespecialiseerd in het zoeken naar een nieuwe bestemming voor producten met een fabricagefout, om die vervolgens op de markt te gooien. Personeelschef Pruimpit (Pierre-François Martin-Laval) is net terug van vakantie, wanneer blijkt dat tijdens zijn afwezigheid het bedrijf wel een zeer aparte stagair in dienst heeft genomen: hij heet Guust (Théo Fernandez) en voert op het bedrijf geen reet uit - na 20 minuten heeft hij al een burn-out. Wel terrorizeren zijn meeuw en zijn kat het personeel, en heeft Guust de automatische sprinklerinstallatie opnieuw afgesteld, zodanig dat telkens iemand te luid roept, die persoon in kwestie een koude douche krijgt. Pruimpit, die inderdaad zijn stem nogal eens verheft gretvrrrdrie, wil de jongste bediende het liefst stante pede de laan uitsturen, maar door een misverstand denkt hij dat Guust de zoon van de grote baas is, waardoor hij zijn plannen voor onmiddellijk ontslag opbergt. De steenrijke zakenman De Mesmaeker (Jérôme Commandeur) heeft zijn oog laten vallen op Aupetitcoin, en wil een onzedelijk hoog bedrag bieden voor de overname ervan, wat het personeel, dat 25% van de aandelen bezit, zeer goed zou uitkomen. De ondertekening van de contracten loopt echter niet van een leien dakje, want telkens De Mesmaeker op het punt staat om zijn handtekening te plaatsen, gooit Guust door zijn eeuwige geflater roet in het eten. De marktwaarde van Aupetitcoin daalt intussen als een neerstortend vliegtuig...
Nou moe! Guust Flater is een creatie van striptekenaar André Franquin, eertijds de vaste tekenaar van de stripreeks Robbedoes en Kwabbernoot, die in 1957 het personage bedacht om de brievenrubriek van het weekblad Robbedoes op te fleuren. Het figuurtje viel onmiddellijk in de smaak bij de lezers, en al snel sloeg Guust elke week een redactionele flater, eerst op een halve en dan op een hele bladzijde. Omdat de tekenaar reeds zijn handen vol had met Robbedoes en Kwabbernoot, besteedde hij het gros van het werk uit aan zijn meesterknecht, Jidéhem (pseudoniem voor Jean De Mesmaeker), zelf auteur van de reeksen Ginger en Sophie. De strips beschreven de kantoorbeslommeringen op de hoofdredactie van Robbedoes, waar Kwabbernoot wekelijks tevergeefs trachtte de rampen veroorzaakt door Guust in te dijken. Naarmate de reeks vorderde, werd de chaos die Guust op de redactie veroorzaakte, extremer en extremer, zeker nadat Franquin na een zware zenuwinzinking bij het tekenen van het album QRN Op Bretzelburg besloot om de reeks Robbedoes en Kwabbernoot over te geven aan de Bretoen Jean-Claude Fournier, en zich zelf op Guust te concentreren. Jidéhems reeks Sophie won in die tijd aan populariteit, wat voor een redelijk conservatieve uitgeverij als Dupuis redelijk ongezien was, want vrouwelijke striphoofdpersonages waren not done, wat niet belemmerde dat ook reeksen als Natasja en Yoko Tsuno ongekend populair werden. Eén en ander betekende ook dat Kwabbernoot niet langer de redactie leidde, en Pruimpit naar voor werd geschoven als Guusts voornaamste antagonist. Guust was een makkelijke bliksemafleider waarop al wat er op de échte redactie verkeerd ging, kon worden afgeschoven. Zo stopte Dupuis ooit als extraatje een parkeerschijf bij het blad Robbedoes met op één kant Lucky Luke en op de andere kant de Daltons. Enkele lezers die het ding daadwerkelijk gebruikten, kregen echter een boete, want de schijf bleek niet gehomologeerd te zijn. Wiens schuld was dat? Die van Guust uiteraard!
Guust is een strip die het vooral moet hebben van running jokes: het voortdurend terugkeren van De Mesmaeker, gemodelleerd naar Jidéhems vader, die tevergeefs pogingen doet om 'de contracten' te komen tekenen - in de stripreeks wordt nooit verklaard wat er nu precies in die fameuze contracten stond -, Guusts herhaaldelijke aanvaringen met wijkagent annex parkeerbonnenmachine Vondelaar, de Flaterfoon die al het bezetsel van de muren doet vallen, tijdverspilling met spelletjes zeeslag met Joost-van-Smith-aan-de-overkant, de burenruzies met bruggenbouwers Knuvelder Platanen & Co, de chaos waarin Guust het archief heeft achtergelaten, en ga zo maar door. In totaal zijn er 909 gags van Guust verschenen, vooraleer Franquin in 1992 al de rechten op zijn figuurtjes overhevelde naar Marsu Productions. De hoop op een terugkeer van 's werelds meest flaterende kantoorbediende werd definitief de kop ingedrukt in 1997, toen Franquin overleed. Alhoewel het de laatste tijd remakes regent van stripreeksen die worden voortgezet na de dood van de oorspronkelijke auteur (Blake en Mortimer, Lefranc, De Sliert, Suske en Wiske, Roodbaard, Bollie en Billie, Olivier Blunder, Rik Ringers en nog vele anderen) heeft niemand het tot nog toe gewaagd om een nieuwe versie van Guust te lanceren, een niet erg van de grond gekomen spinoff over Guusts neefje en twee hommage-albums niet te nagesproken. Het bewijst eens te meer dat het DNA van Guust moeilijk te kopiëren valt.
Maar een live action-verfilming? Het is niet de eerste keer dat zoiets wordt geprobeerd. In 1980 draaide regisseur Paul Boujenah een prent getiteld Fais Gaffe À Lagaffe met een zekere Roger Miremont in de hoofdrol. Franquin was kennelijk niet opgezet met de verfilming, en verbood dat de namen en personages uit zijn stripreeks werden overgenomen. Wat als gevolg had dat het hoofdpersonage plots G. heette, en dat de randfiguren zoals Guusts eeuwige aanbidster Juffrouw Jannie, Pruimpit en De Mesmaeker plots andere namen hadden, maar hun archetype overeind bleef. Potten breken deed de verfilming alleszins niet, en critici hekelden vooral het feit dat het karakter van Guust - pardon, G. - niet strookte met die van het stripfiguur. De aandacht voor het werk van Franquin is echter nooit helemaal verdwenen, en kent van tijd tot tijd opstootjes. Zo werden er in 2018 niet één, maar twee verfilmingen van stripverhalen van zijn hand op het publiek losgelaten. Naast deze Guust Flater-film is er namelijk ook een Robbedoes en Kwabbernoot-film gemaakt. Men kan hier eventueel argumenteren dat Robbedoes geen originele creatie van Franquin is, maar de auteur heeft wel het meeste aan de reeks toegevoegd, personages zoals de Graaf van Rommelgem, Zwendel, Wiebeling, IJzerlijm en uiteraard de Marsupilami.
Deze Gaston Lagaffe kon blijkbaar wél de goedkeuring wegdragen van de erven van Franquin. Niet alleen zijn een hoop personages uit de stripreeks behouden, zoals Van Gestel, Krasser, Vondelaar, Joost-van-Smith-aan-de-overkant, Bertje Blunder en Juffrouw Jannie, ook lijken de personages in veel opzichten zowel fysiek als qua karakter op hun strip-evenknieën. Gaston Lagaffe is vooral een feest van herkenning geworden, want veel van de grappen uit de strips, zoals Guust die de redactie onder water zet om zijn goudvis Bobbeltje te redden, de deur met een springveer, een koe in het kantoor, drie handdoekenverdelers naast elkaar opdat Guust er in zou kunnen gaan pitten, de Flaterfoon, de stoeltjesliften én zijn onvolprezen recept voor pekelharing in madeirasaus met aardbeien en choco, zijn behouden. Het enige ietwat bizarre is dat er van de context van de redactie van Dupuis is afgestapt, en de actie werd verplaatst naar een startup-bedrijf waar men producten met fabricagefouten aan de man tracht te brengen. Mogelijk verleende uitgeverij Dupuis niet zijn medewerking aan de film, alhoewel het vreemd zou lijken dat ze niet geassocieerd zouden willen worden met één van hun eigen iconen, te meer omdat het weekblad Robbedoes eertijds mee door de inbreng van Guust en redacteur Yvan Delporte aan elkaar hing van de zelfspot. Enkele van de grappen worden daardoor iets minder poignant, want waarom zou een dergelijk bedrijf een archief moeten onderhouden, dat door Guust weliswaar vakkundig om zeep wordt geholpen?
Fransen staan bekend voor hun hyperkinetische comedy's, waarbij de ganse cast en crew lijkt te lijden aan ADHD. Die stijl is echter perfect geknipt om de al even hyperkinetische lotgevallen van Guust Flater naar het grote scherm te vertalen. Guust ís de verpersoonlijking van de slapstick, en de makers begaan nergens de fout om de humor te boertig te laten worden. Voorspelbaar, dat wel, zeker als je zoals ondergetekende de strips door en door kent, maar dat je bepaalde grappen als Guust-kenner ziet aankomen, hoeft geen handicap te zijn. 80 minuten is redelijk krap, maar daar tegenover staat dat de flaters elkaar in een moordtempo opvolgen. Buiten het verlaten van de context van een redactie is de Gaston Lagaffe-film een waardige prent die de erfenis van Franquin eer aandoet. Het enige spijtige is dat de man het bij leven niet meer heeft mogen meemaken, want als eerbetoon kan de film tellen.
BEELD EN GELUID
Gaston Lagaffe verschijnt in de Benelux op dvd en Blu-ray, maar deze laatste bevat alleen de Franse versie zonder ondertiteling. Vandaar dat we voor de dvd geopteerd hebben; de beeldkwaliteit is aangenaam, alhoewel in sommige scènes iets te duidelijk te zien is dat het om computeranimaties gaat. We denken daarbij in de eerste plaats aan het aberrante gedrag van Guusts meeuw en kat. De kleuren zijn aangenaam, alhoewel Aupetitcoin iets lijkt te hebben van een afgeleefde fabriekshal. Guust brengt letterlijk kleur in het beeld, met onder meer zijn biologische pompoenen, de gekleurde noppen op de Flaterfoon en niet te vergeten zijn iconische Fiat 509. Het geluid is uitgevoerd in Dolby Digital 5.1, zowel in het Frans als in een Vlaams gedubde versie. Ik heb enkel de eerste beluisterd, en het is een fijne track met leuke, cartooneske geluidseffecten, zoals een scène waarin iemand op een gigantische veer gaat zitten die Guust heeft bedacht als ergonomische stoel, en vervolgens door het plafond wordt gekatapulteerd. De vertaling is bijzonder goed gedaan: alle benamingen uit de Nederlandse stripreeks, die toch wat afwijken van het Franse origineel, zijn behouden.
EXTRA'S
Toch nog wat leuk bonusmateriaal, in de eerste plaats een algemene featurette Le making of (19:19) met enkele leuke beschouwingen van de makers over hun visie op de strip, een blooper reel (4:20) - alhoewel de benaming flater reel hier beter zou gepast hebben - en de trailer (1:25).
CONCLUSIE
Gaston Lagaffe is een respectvolle adaptatie van de gagreeks van André Franquin, die de geest van de strips in ere houdt. Het is alleen jammer dat de Blu-ray niet voorzien is van Nederlandse ondertiteling, want dat was normaal gezien toch maar een kleine moeite geweest. Waarschijnlijk is voor dat laatste het contract met De Mesmaeker niet op tijd getekend.
De auteur wenst David Steenhuyse van Stripspeciaalzaak te danken voor de randinformatie.
• Documentaire "Le making of"
• Blooper reel
• Trailer