SONG OF SPARROWS, THE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2009-11-29
FILM
Karim, vader van drie kinderen in een dorpje in de buurt van Teheran, werkt op een struisvogelfarm. Van z’n neef verneemt hij dat z’n dochter haar gehoorapparaat in de waterput heeft laten vallen en dus vliegt hij op z’n brommer naar huis. Het is niet meer te redden, de microfoon is onherstelbaar beschadigd en een nieuw apparaatje kost 400 dollar. De dag nadien wordt Karim bovendien ontslagen omdat hij een struisvogel (marktwaarde: 2000 dollar) heeft laten ontsnappen. Het beest is onvindbaar en dus betaalt hij het gelag. Tegen z’n vrouw zegt hij dat het werk hem niet ligt, dat het slecht betaald wordt en dat hij op zoek gaat naar een beter betaald baantje. Tijdens een ritje naar Teheran op zoek naar een nieuw gehoorapparaat voor z’n dochter die over een maand haar examen moet afleggen, stapt een zakenman achterop z’n brommer in de veronderstelling dat Karim één van de vele brommertaxichauffeurs is. Meteen heeft hij een nieuwe job die een veelvoud opbrengt van wat hij in de struisvogelkwekerij kan verdienen.
In de loop van de volgende weken verandert het erf voor zijn huisje in een echte opslagplaats, want op de bouwwerven in Teheran neemt hij alles mee wat bruikbaar is en wat de werfleiders hem gunnen, want als gelovig moslim denkt Karim er niet aan spullen mee te nemen die niet in overeenstemming met de regels in z’n bezit zijn gekomen. Als ie op een keer een ijskast moet leveren, maar wegens pech niet ter bestemming raakt, brengt hij het apparaat de dag nadien terug naar de leverancier en als klanten hem teveel betalen loopt jij achter ze aan om hun het geld terug te geven. Maar de spullen die hij mee naar huis neemt, die geeft hij niet gratis weg. Die heeft hij legaal verworven en daarvoor moet worden betaald. Het gaat Karim ondertussen voor de wind, al vraagt z’n vrouw zich hardop af wat er zal gebeuren op de dag dat z’n brommer het definitief opgeeft.
Maar het onheil komt op een ander moment en uit een onschuldige hoek: tijdens het opruimen van zijn opslagplaats stort de boel in. Nee, Karim is niet dood, maar hij is gewond aan z’n hoofd, z’n rechterarm is beschadigd, z’n wijsvinger én z’n rechterbeen zijn gebroken. Werken zit er voor lange tijd niet in. Wekenlang ligt hij op een matras in de woonkamer met uitzicht op het terras voor zijn deur. Z’n vrouw geeft de rommel uit Teheran weg aan de buren en z’n zoontje van acht neemt een baantje aan als hulpje in de bloemenkwekerij van Karims neef. Z’n dove dochter verzorgt z’n wonden en de kleinste tekent bloemetjes op het gips om zijn been. Tijdens een ritje naar de stad brengt z’n zoontje een vat met goudvissen mee voor in hun waterput. Maar het vat blijkt lek en in een poging om de vissen te redden komt de inhoud op de straatstenen terecht. Traantjes alom…
… en hoe zit het ondertussen met die ontsnapte struisvogel?
Regisseur Majid Majidi houdt van zijn geboorteland en de manier waarop hij het aan de toeschouwer presenteert vertelt het allemaal: de prachtige, maar onvruchtbare en droge omgeving, de lichtbegroeide hellingen en kale toppen waar een struisvogel zich nauwelijks kan verschuilen en toch onvindbaar blijft. Vervolgens de drukte in Teheran, de volgestopte straten, de gestresste zakenmannen met in één hand hun aktetas of een dringende levering en in de andere het onmisbare mobieltje, de oneindige sliert bouwwerven langs de grote toegangswegen (zie
Rain, 2001) en de uitpuilende winkels waar alles te koop is van lcd-schermen tot scheerapparaten. De mensen in het dorp zijn heel anders. Zij leven nog zoals hun voorouders op het ritme van zon en maan. Een ijskast hebben ze niet nodig, want elektriciteit is niet voor handen en voor de televisie knutselen ze zelf een antenne ineen, want een beeld dat min of meer stabiel is, is al een hele luxe. Voor de mannen is er werk op de struisvogelfarm en de vrouwen blijven thuis en zorgen voor het huishouden en voor de kinderen. In de close-ups van hun verweerde gezichten zie je de vreugde, maar ook de frustratie of de gedwongen acceptatie, want het leven is niet makkelijk op het land en voor tegenslagen is er niet altijd een directe remedie.
Net zoals in Rain, een film over een Iraanse jongen op een bouwwerf die verliefd wordt op een Afghaans meisje dat zich voor een jongen uitgeeft in de hoop de kost te kunnen verdienen voor het gezin na het werkongeluk van haar vader, toont Majid Majidi hoe een klein onbetekenend voorval het leven van mensen voor altijd kan veranderen. In The Song of Sparrows leidt de ontsnapping van een struisvogel en de beenbreuk van de kostwinnaar tot nieuwe omstandigheden en verrassende evoluties binnen het gezin van Karim, een man die zijn vrouw lief heeft en z’n kinderen onder de knoet houdt, maar tegelijk ook zielsveel van ze houdt en alles in het werk stelt om ze een aantrekkelijk leven te bieden. Omdat hij vooral bezig is met geld verdienen voor een nieuw gehoorapparaat van zijn dochter, merkt hij niet dat hij met eeuwenoude regels over goed nabuurschap breekt door z’n omgeving niets van z’n opgestapelde rommel te gunnen, ook al gaat het om waardeloze prullen die hij zelf niet kan gebruiken. Bovendien schat hij de mogelijkheden om de waterput schoon te maken fout in en heeft hij geen oor naar de verzuchting van zijn zoontje om er goudvissen te kweken en op die manier miljonair te worden. Karim vindt het een belachelijke kinderdroom, maar moet later wel vaststellen dat de 8-jarige in een mum van tijd en zonder morren zijn rol als kostwinnaar overneemt.
The Song of Sparrow is m.a.w. een eerder rustige film over alledaagse dingen die mensen bezighouden en die wordt verteld met veel liefde en tederheid en waarbij humor niet ontbreekt, al is die niet meteen op westerse leest geschoeid. Majid Majidi maakt niet minder dan zeer toegankelijke wereldcinema en laat z’n westers publiek kennis maken met mensen en omstandigheden die het zich nauwelijks voor kan stellen en waarover de westerse media niet berichten, want de man die op z’n matje z’n gebeden opzegt vóór de uitrit van een garage en door de rustig wachtende eigenaar een glaasje thee aangeboden krijgt, dat kan toch geen terrorist zijn, een brave en gelovige huisvader die 12 uur per dag in de weer is om z’n vrouw en kinderen te onderhouden? En dat allemaal in Iran, volgens de voormalige Amerikaanse president G.W. Bush het Rijk van het Kwaad. Gelukkig is er regisseur Majid Majidi om het een beetje recht te zetten.
BEELD EN GELUID
De kleuren in The Song of Sparrows zijn fel en heftig, ook in de binnenscènes wegens de overvloed van direct invallend licht. Het beeldmateriaal van cameramanTuraj Mansuri is mooi en origineel met verrassende camerastandpunten die in de montage op een efficiënte manier uitgespeeld worden. De detaillering en het zwartniveau zijn zo goed als in orde. Ongerechtigheden en storende artefacten blijven achterwege.
De film wordt begeleid door een rustige soundtrack van Hossein Alizadeh, de man die ook in
Turtles Can Fly (2004) voor toepasselijke muziek zorgde.
EXTRA'S
Als extra een aantal Andere Trailers uit het Homescreen-aanbod.
CONCLUSIE
The Song of Sparrows van de Iraanse regisseur Majid Majidi is een intimistische en rustig voortkabbelende film die de faam die hij met Rain verwierf probleemloos bevestigt. Zonder zich te bekommeren om een plot of een spannend verhaal vertelt hij over zijn land en de mensen die er wonen, over hun alledaagse tegenslagen en gelukkige momenten en wie openstaat voor klein menselijk leed, die treft hij beslist op de juiste plek.