Regie: Ursula Meier
Met: Kacey Mottet Klein, Léa Seydoux, Martin Compston, Gillian Anderson
Sister - een betere titel voor de film dan de Franse variant L'Enfant D'En Haut - doet erg denken aan het soort films dat de Dardenne-broertjes doorgaans maken: een kind in een grauwe omgeving dat zich optrekt aan de hoop om ooit, dankzij de liefde van een familielid, een beter leven te kunnen leiden. Sister is dan ook een sombere film, waarin zelfs de zeldzame momenten van humor nooit aan de grauwheid ontsnappen. In de beeldvoering zet cineaste Ursula Meier die pessimistische visie voort: ze zit Simon voortdurend op de huid en laat de kijker zo nagenoeg één worden met het personage in de hoop dat zulks emoties losweekt.
Daar slaagt ze ook geregeld in. Sommige scènes raken een erg gevoelige snaar, zoals een sequentie waarin Simon - na een harde ruzie - bij zijn zus in bed wil slapen en zij daar enkel mee wil instemmen als zij hem daarvoor in harde valuta betaalt. Of de verbetenheid waarmee de jongen zich langs de autoweg positioneert om zijn gestolen spullen aan de man te brengen als hem de toegang tot het skistation is ontzegd. Maar hoe hard Simon het ook heeft, Sister voelt nooit aan als de wrange stomp in de maag die de film had kunnen zijn. Daarvoor sluipt er te vaak een diepmenselijke poëzie in de film, met name in een handvol scènes waarin Simon zich aangetrokken voelt tot de moederlijke warmte van een rijke Britse.
De grootste verdienste daarvan moeten we niet zoeken bij het script of in de regie. Het is vooral de casting van Kacey Mottet Klein in de hoofdrol die de kijker scène na scène weer engageert. De jonge acteur gooit zich volledig in de rol: hij is continu geloofwaardig als Simon, steeds kwetsbaar ,maar ook levenswijzer dan zijn leeftijd doet vermoeden. Het tegenwerk dat hij krijgt van Léa Seydoux, als Simons zus, is respectabel, maar de actrice zit opgezadeld met een wandelend cliché van een personage dat op de koop toe bijzonder antipathiek is, waardoor de vertolking niet volledig overtuigt. Martin Compston - u kent hem misschien nog van het onderschatte The Disappearance Of Alice Creed - fungeert een beetje als het (corrupte) geweten van Simon, terwijl Gillian Anderson de warmte uitstraalt die de film af en toe nodig heeft om niet in een depressie te belanden.
De waarheid is echter dat ik nooit een fan zal worden van dit soort films. Het leven is nu eenmaal geen aaneenschakeling van louter dramatische momenten. Het zijn de kleine, fijne momenten die ons steeds weer overeind houden als we het even niet meer zien zitten. En die ontbreken in Sister, waardoor het realisme van de prent finaal ondergraven wordt. Bovendien doet de cineaste er alles aan om zichzelf in de voet te schieten met een slecht geconcipeerde wending een half uur voor het einde. Deze twist is goedkoop en onnodig en fnuikt een deel van de goodwill die Sister in het voorafgaande uur heeft opgebouwd. In de laatste dertig minuten herstelt de film daar niet meer van, met een geforceerde climax als gevolg.
BEELD EN GELUID
De grauwheid van het verhaal krijgt een verlengde in de beeldtransfer. De beelden ogen grijs en ongepolijst, ongetwijfeld een gevolg van de artistieke intenties van de regisseur, maar je merkt ook dat de transfer geen goede beurt maakt op het vlak van contrast en kleurenweergave. Het 5.1-geluidsspoor geeft de dialogen helder weer, maar zet de achterste boxen amper aan het werk. Als sommige personages fluisteren, toont de middelmatige mix pas echt zijn tekortkomingen.
EXTRA'S
De enige extra is een Trailer.
CONCLUSIE
Sister vindt verrassend vaak een ontroerende poëzie in het harde lot van het hoofdpersonage, maar de prent brengt te weinig nieuwe inzichten en bekomt nooit volledig van een verrassende wending na een dik uur. Beeld en geluid halen een degelijk niveau op de schijf, maar in de bonussectie treffen we louter een trailer aan.