Regie: Jan Leyers, Johannes Bucher
Met: Jan Leyers
Het Afarstam in de laagvlakte van Danakil blijkt een trots, taai, maar mensenschuw herdersvolk te zijn. Nu wonen ze in een woestijngebied, maar ten tijde van Lucy en haar soortgenoten was het gebied een savanne van tropisch grassen en open bossen, afgewisseld met meertjes en rivieren. Met Lucy hebben de Afar niets gemeen. Ze zijn groot van gestalte (Lucy was nauwelijks 110 cm) en van het Homosapiens-type (Lucy had de schedelinhoud van een chimpansee) en het verderop gelegen bergdorp Bekoji levert tegenwoordig een indrukwekkend aantal nauwelijks te overtreffen hardloopkampioenen.
Van Ethiopië gaat de tocht naar het hoger gelegen Soedan en vandaar naar Egypte waar Jan Leyers de tempel van een Nubische farao bezoekt en waar in de dorpen langs de Nijl het leven nauwelijks is veranderd sinds die tijd, en via de Aswandam bereikt hij Luxor en uiteindelijk Caïro waar hij van een seksuologe verneemt dat voorhuwelijkse betrekkingen niet toegelaten zijn in de islam, maar dat jongens wel en meisjes niet mogen masturberen ter compensatie. Tegen de tijd dat Leyers Israël bereikt en er een kibboets bezoekt, vraag je je af wat er overblijft van het initiële idee om de tocht van de allereerste mensen naar het noorden van Europa over te doen, want in het weinige echt interessante, maar rijkelijk van anekdotes voorziene reisverhaal, komen ze nog nauwelijks of zelfs helemaal niet meer ter sprake. Ook niet in het gesprek met de Israëlische historicus Sand en de socioloog Almog over de vraag of het joodse volk al dan niet een verzinsel is en of Israël vandaag al dan niet de gevaarlijkste plaats op aarde is voor joden. En in Turkije lijkt een bijdrage over de Koerdische zaak of het bezoek aan een tienjarig meisje dat haar vriendjes Koerdische les geeft en daardoor in de gevangenis dreigt terecht te zullen komen, al evenmin het beoogde doel te dienen. Onderhoudend is het allemaal wel, maar in tegenstelling tot de beide vorige documentaireseries, lijkt De Weg naar het Avondland niet echt een rode draad te bevatten die Jan Leyers tot in de laatste aflevering tussen z’n vingers houdt.
Na scènes over cirit, een wilde sport die in de middeleeuwen door Turkse stammen uit Centraal-Azië is meegebracht, komt Jan Leyers in Armeense hoofdstad Jervan terecht, waar de Turkse genocide nooit is vergeten en uiteraard staat een bezoek aan de heilige berg Ararat op de agenda. Over de grens in Georgië leert hij de wrede traditie van de bruidroof kennen, en als kijker hoop je dat Lucy daar nooit het slachtoffer is van geworden, maar gezien de afstand is dat inderdaad weinig waarschijnlijk. De laatste spreker van de Udi-taal mag in een dergelijke documentaire uiteraard niet ontbreken en in Gori is het standbeeld van Stalin verplichte kost, alwaar Jan Leyers in een discussie terechtkomt tussen voor- en tegenstanders van de dictator. En diens kleinzoon is in Tbilisi bereid om de Vlaamse cameraploeg te woord te staan. Hij is kunstschilder van beroep en uiteraard verdedigt hij het gedachtegoed van zijn grootvader. We hadden niets minder verwacht. In Oekraïne is het opnieuw miserie troef, want daar zijn ze de door Stalin georganiseerde hongersnood met miljoenen doden tot gevolg, nog niet vergeten en ter compensatie van de slechte economische toestand floreert het sekstoerisme er welig en schieten de huwelijks bureaus er als paddenstoelen uit de grond en uiteraard zijn er voldoende westerse mannen voor handen voor een lucratieve handel in vrouwen en meisjes.
Polen lijkt plots een rijk en beminnelijk land na zo veel ellende. Jan Leyers komt in een stroom van mensen terecht die is uitgelopen voor de zwarte madonna van Chestochowa, zeg maar het plaatselijke alternatief voor de grot in Lourdes. Maar ook hier hebben ze een zwarte bladzijde: Auschwitz. Oh, en dan zijn er uiteraard ook de Roma die dromen van een leven in België, want dat staat in hun gemeenschap bekend als het beloofde land en Gent ligt er op ieders lippen. Via Berlijn en Rotterdam staat Jan Leyers op het einde van aflevering 11 in hartje Antwerpen. Een interessante en leerzame reis, denk je als kijker, maar gelukkig woon ik hier en niet daar.