SHOOTING DOGS
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2006-11-13
FILM
Op 7 april 1994 stort in de Rwandese hoofdstad Kigali het presidentiële vliegtuig neer kort na het opstijgen. Hutu-president Habyarimana komt daarbij om het leven en zijn rasgenoten betichten meteen de Tutsi-minderheid van een aanslag. Of de beschuldiging waarheid bevat doet er achteraf niet meer toe, want naar alle waarschijnlijkheid is het incident het gevolg van het compromis dat Habyarimana eerder dat jaar onder druk van het Westen aanvaardde over machtsdeling, een toegeving die zijn achterban hem niet in dank afnam. In en rond Kigali waren er eerder al tekenen van georganiseerde terreuracties tegen de Tutsi: gewapende Hutu-milities bedreigden en intimideerden de bevolking en verkondigden onomwonden dat er doden gingen vallen, zonder dat de politie ingreep. Bovendien signaleerde men in de weken en dagen vóór het incident her en der overheidsambtenaren die de woonplaats van de Tutsi in kaart brachten. Om het zgn.
verzoeningsproces in goede banen te leiden stuurt de Verenigde Naties blauwhelmen naar Rwanda. Hun mandaat is beperkt en hun interventies behoren zich te beperken tot zelfverdedigingacties in geval van hoge nood. De vredesmacht bestaat hoofdzakelijk uit Belgen en Fransen.
Meteen na het bericht over de dood van de president breken er in Kigali onlusten uit. Hutu-milities, de zgn.
Interahamwe (te vertalen als
zij die tegelijk toeslaan) werpen wegblokkades op en houden inwoners tegen met de aanduiding
Tutsi in hun paspoort. Binnen een paar uur zijn er geruchten over massale slachtingen. Daarbij worden de milities geholpen door kleine Hutu-radiostations die de bevolking oproepen om binnen te blijven. De Tutsi moeten toezien hoe hun Hutu-buren toch inpakken en vertrekken. Zelf durven ze hun huizen niet verlaten, niet beseffend dat ze daardoor hun doodvonnis tekenen.
In de
École Technique Officielle Don Bosco in Kigali hebben de Belgische blauwhelmen hun tenten opgeslagen. Na het donker verschijnen een paar honderd Tutsi en gematigde Hutu voor de gesloten hekken op zoek naar een veilig onderkomen. De Belgische commandant reageert zenuwachtig, maar op aandringen van de paters die er de leiding hebben, worden de vluchtelingen toegelaten tot het terrein. In de loop van de volgende drie à vier dagen zal hun aantal oplopen tot meer dan 2500, mannen, vrouwen, kinderen en hulpeloze bejaarden, grotendeels Tutsi, sommigen moe en uitgeput, anderen verwond en met diepe snijwonden van de
manchetes waarmee de Hutu-milities door gebrek aan geweren hun slachtoffers bewerken. De ETO is in geen tijd herschapen in een vluchtelingenkamp.
Twee dagen na het uitbreken van de onlusten verneemt de Belgische commandant in de ETO dat elders in Kigali 10 Belgische para’s zijn ontvoerd door Hutu-milities. Het nieuws zorgt voor spanning en zenuwachtigheid onder de militairen die inmiddels ook een groep Europeanen moeten beschermen die zijn gevlucht voor het geweld in de hoofdstad. Niet lang daarna komt het bericht dat de Belgische soldaten zijn mishandeld, gefolterd en geëxecuteerd. Algemeen wordt aangenomen dat het om een provocatie gaat om een terugtrekking van de blauwhelmen te forceren. Inmiddels is het terrein van de ETO omsingeld door Hutu-milities die hun bedoelingen niet onder stoelen of banken stoppen. De Tutsi beseffen de ernst van de zaak en maken plannen om het terrein te verlaten, maar de nachtelijke vlucht van een aantal onder hen eindigt in een bloedbad: iedereen wordt op luttele meters buiten de omheining van de ETO in koelen bloede afgemaakt. De ETO is niet langer een veilige haven zoals bij een eerder rassenincident in 1973, maar een dodelijke val. De dag nadien arriveert een konvooi Franse legervoertuigen voor de poorten van de ETO. Tot grote verbijstering van de vluchtelingen worden alleen blanken, en bij voorkeur degenen met een Frans paspoort, geëvacueerd naar het vliegveld van Kigali met het oog op hun vertrek naar Europa. Jonge Tutsi gooien zich op de grond vóór de legervrachtwagens, maar het kan niet baten.
Ondertussen is de spanning te snijden: buiten het terrein verzamelen zich elk uur meer en meer Hutu's met duidelijke bedoelingen en in de ogen van de Belgische blauwhelmen lezen de Tutsi alleen maar angst. Uiteindelijk gebeurt wat niemand voor mogelijk houdt: de Belgen pakken in. Ze hebben het bevel gekregen om zich terug te trekken op de nationale luchthaven, voor hun eigen veiligheid. De Tutsi-vluchtelingen verzoeken de blauwhelmen om iedereen in het kamp dood te schieten vóór ze vertrekken omdat ze kogels boven
manchetes prefereren. De Belgische commandant kan niet anders dan negatief reageren. Een handvol blanke hulpverleners en ruim 2600 Tutsi’s blijven in de ETO achter. In de loop van de avond en de volgende nacht worden ze door Hutu-milities vermoord.
In
Shooting Dogs brengt regisseur Michael Caton-Jones verslag uit over de gebeurtenissen in de
École Technique Officiëlle. Het verhaal is gedramatiseerd, maar de feiten zijn authentiek. De hoofdrolspelers, John Hurt als Father Christopher en Hugh Dancy als Joe, zijn fictieve karakters, een
samenvatting van
meerdere individuen die betrokken waren bij de feiten, aldus de regisseur. Father Christopher is het hoofd van de ETO. Hij woont al meer dan dertig jaar in Afrika en herkent de situatie. Joe, zijn jonge medewerker, is een Brit van goeden huize met een universiteitsopleiding, naïef, onervaren en een hoofd vol idealen.
Ik heb het altijd goed gehad thuis, vertelt hij de plaatselijke BBC-correspondente,
en mijn inzet hier is een dank-je-wel. Wanneer hij twee dagen later toekijkt terwijl een jonge Tutsi-vrouw met een drie dagen oude baby in de armen aan de andere kant van het hek met een paar houwen wordt afgemaakt als een dier, verliest hij zijn geloof in het menselijke ras.
Hoeveel pijn kan een mens hebben?, vraagt hij aan Father Christopher,
is er zoiets als een ventiel dat automatisch wordt afgesloten opdat we niet zouden sterven?
Regisseur Michael Caton-Jones maakt van
Shooting Dogs een confronterende en provocerende film. Meer dan bijv.
Hotel Rwanda doet hij er alles aan om de kijker bij het echte drama te betrekken. Authenticiteit, daarom is het de maker te doen. Vandaar dat hij niet naar Zuid-Afrika uitweek zoals Terry George deed (
Hotel Rwanda, 2004), maar zijn camera in Kigali opstelt en het drama filmt daar waar het zich heeft afgespeeld, op de terreinen van de
École Technique Officielle, een plek die er tien jaar na de feiten rustig bijligt, alsof er nooit sprake is geweest van een genocide. Voor de crew selecteerde Caton-Jones plaatselijke medewerkers, Tutsi én Hutu, en voor de figuratie koos hij vrouwen en mannen die het zelf allemaal toentertijd hebben meegemaakt. Dat leidt tijdens de opnamen tot hallucinante situaties: oudere inwoners die weigeren om de rol van de vermoorde Tutsi te
spelen en figuranten die hysterisch worden als ze de blanke figuranten in hun blauwhelmpakken op de set zien verschijnen. De oorlog mag dan 12 jaar achter hun liggen, vanbinnen blijft het voor vele nabestaanden een levenslang drama. Michael Caton-Jones schrikt er desondanks niet voor terug om het geweld te tonen, zij het niet als puur filmisch element, maar altijd via de ogen van zijn beide hoofdpersonages Christopher en Joe. John Hurt is de geroutineerde koloniaal, de missionaris, degene die voor het zielenheil van de kudde zorgt en weet dat hij voor de rest weinig kan doen. Het verweerde gezicht van John Hurt functioneert als een barometer voor de toeschouwer. Woorden zijn overbodig, want zijn bezorgde blik spreekt boekdelen. Father Christopher weet wat Joe nog niet kan weten en neemt het hem zijn stille verwijt niet kwalijk.
Shooting Dogs eindigt zonder hoop. Caton-Jones stopt geen Hollywoodiaanse romance in zijn film en hij probeert evenmin om van zijn personages helden te maken. Father Christopher zal het met zijn leven bekopen, maar niet omdat hij een held is en Joe, bang voor de dood, zal een totaal andere weg kiezen.
Ik was bang om te sterven, zegt hij jaren later tegen en zwarte overlevende in Londen en dat klinkt weinig heldhaftig, maar heel erg menselijk. Michael Caton-Jones kiest geen positie in de hele affaire. Hij laat het oordeel over aan de toeschouwer. Is er hier sprake van volkerenmoord of
genocide? Een VN-persvrouw, hierover ondervraagd door de wereldpers - in een authentiek fragment dat Caton-Jones op het einde van de film inlast – vermijdt de term tot elke prijs. In geval van
genocide behoorde de VN namelijk volgens haar eigen statuten zonder meer in te grijpen, maar in de praktijk bestaat daar weinig animo voor, getuige de volkerenmoord in Darfur, Soedan, in 2005-2006, 10 jaar na de feiten in Rwanda.
Tijdens z'n research in Kigali filmde Michael Caton-Jones een overlevende van de ETO-genocide, een man van middelbare leeftijd die een arm verloor nadat hem een granaat trof. Hij vertelt over zijn ontmoeting met de Amerikaanse president Bill Clinton op het vliegveld van Kigali in 1998. Clinton kwam er zijn excuses aanbieden voor de nalatigheid van het Westen en de gemaakte fouten van de VN.
Maar dat is veel te weinig voor zoveel doden, zegt de man die zijn natte ogen achter een zonnebril verstopt en niet begrijpt waarom de wereld toekeek en niets deed.
Alle mensen zijn gelijk, maar sommigen zijn meer gelijk dan anderen, besluit hij met bevende stem, een citaat uit
Animal Farm van de Britse auteur George Orwell, geschreven in 1945 en actueler dan ooit.
BEELD EN GELUID
Shooting Dogs is helemaal in Rwanda opgenomen en geniet dankzij het veelzijdige landschap van de vele natuurlijke kleuren van fel groen over beige tot donkerbruin. Het geheel is uiteraard zonovergoten waardoor het aantrekkelijk van de omgeving fel contrasteert met de claustrofobische sfeer van de actie. Omdat Caton-Jones weinig of helemaal geen decors gebruikt is het licht en het donker in deze film heel realistisch, waarbij alleen in de overgangen van buiten naar binnen en omgekeerd voor een geleidelijke overgang is gezorgd door het gebruik van extra lichtbronnen. De nachtbeelden hebben een natuurlijke donkere tint en krijgen extra licht via spaarzame olielampen en discreet opgesteld indirect licht in de interieurscènes. Er is geen sprake van ongerechtigheden, noch van beeldvervormingen en het contrast is uitstekend. Het geluid staat in een 5.1-versie. De stemmen zitten altijd vooraan rond het midden. De achterste kanalen en de surround worden veelvuldig ingezet voor het geluid van machinegeweren en het rumoer van de Hutu-milities rondom het ETO-terrein. Het effect is realistisch en onheilspellend.
EXTRA'S
Een uitgebreide lading extra's begeleidt deze heftige film: er is om te beginnen de
Originele Bioscooptrailer en een zeer interessante
Commentaartrack van de regisseur.
Exclusief Interview met Michael Caton-Jones is zeer de moeite, niet alleen wegens de visie van de regisseur op de aanpak en de uitwerking van de film, maar evenzeer wegens zijn algemene ideeën over de filmmakerij in Amerika en Europa (21 minuten). In de
Making Of (39 minuten) krijgt de kijker een mooi overzicht van de werkomstandigheden op de locaties in Kigali, plus interessante commentaren van de regisseur, de producers, John Hurt, Hugh Dancy en enkele van de zwarte acteurs.
Research bij de ETO (30 minuten) is een wandeling met producer David Belton op het terrein van de ETO vóór het hele project van start ging. Belangrijkste onderdeel is zijn uitgebreide gesprek met één van de overlevenden van de moordpartij.
CONCLUSIE
Shooting Dogs is een zeer indringende film over de genocide in Rwanda in april 1994. Het scenario is gebaseerd op ware feiten en geeft de toeschouwer door een perfecte dramatisering en uitstekende acteurprestaties van o.a. John Hurt en Hugh Dancy een waarheidsgetrouw beeld van de slachting die het leven kosten aan ruim 800.000 onschuldige burgers. Michael Caton-Jones toont soms heftige en schokkende scènes, maar altijd binnen de context van zijn vertelling. Het levert een film op vol emotionele, pijnlijk en adembenemende situaties, waarbij wellicht meer dan eens uw adem voor even stokt. Nooit is er evenwel sprake van sensatiezucht of goedkope provocatie. Zoals u in de
Making Of nadien zal kunnen vaststellen, hebben Caton-Jones en zijn hele team op elk moment rekening gehouden met de gevoelens van de zwarte crew en de zwarte figuranten, mannen en vrouwen die zonder uitzondering allemaal meerdere familieleden verloren in deze afschuwelijke burgeroorlog. Net zoals ondergetekende zal u zich tijdens de aftiteling van
Shooting Dogs beslist schamen voor wat er in april 1994 in Rwanda is kunnen gebeuren terwijl onze gezagdragers in de EU, de VS en de VN wegkeken en/of de ogen sloten.
Shooting Dogs moet u zien.