Regie: Laurens Jans, Anouk Fortunier, Kristof Hoornaert, Kenneth Mercken, Fredericke Migom, Boris Kuijpers, Ruth Mellaerts, Thomas Nuijten, Bülent Oztürk, Leonardo van Dijl, Robbe Maes
Met: diverse
De dvd/Blu-ray begint met wat we gerust het beste filmpje van de selectie mogen noemen, gewoon omdat het zowat het enige is waarin menselijke gevoelens in ruime mate aan bod komen. Het heet De Broers Van Bommel (Laurens Jans, 2015) en het speelt zich af op een boerenerf ergens in Vlaanderen in de jaren vijftig of zestig. De boer is dood, z’n vrouw ligt op sterven en de drie zoons zorgen voor hun moeder, voor het land en voor de koeien. Dat betekent: Maurice, de jongste doet zo wat alles in en om het huis: moeder eten geven, de beesten van voer voorzien, eten maken en de afwas doen. Z’n oudere broer beperkt zich tot het geven van commando’s, z’n andere broer doet niets, hij is gestoord. Als een Nederlandse vrachtwagenchauffeur een tweetal dagen blijft logeren omdat z’n motor niet wil starten en er dus hulp moet worden gehaald, leert Maurice een andere wereld kennen. Maar het contact met de buitenstaander zadelt hem op met een dilemma: kiezen voor de vrijheid of blijven omdat men op hem rekent… Het filmpje kreeg zeer terecht de Best Student Film-prijs op The European Independent Film Festival in 2015.
Het Franstalige filmpje Drôle D’Oiseau (Anouk Fortunier, 2015) gaat over de relatie tussen een vader en een dochter, maar van menselijke warmte is in veel mindere mate sprake. Het korte filmpje werd op het Leuven International Short Film Festival uitgeroepen tot Beste Debuut en mocht meteen ook de VAF Wildcard op zak steken. Ons kon het tijdens de eerste visie nauwelijks bekoren en ook nadien werd het ons niet duidelijk wat Fortunier eigenlijk wil vertellen. Datzelfde geldt voor Empire (Kristof Hoornaert, 2015) dat vooral opvalt door de vaste camera die pas halfweg voorzichtig gaat inzoomen. Opnieuw een vrij koel filmpje waarin vooral de laatste 10 seconden voor het effect moeten zorgen. In Feel Sad For The Bunny kiest regisseur Kenneth Mercken voor een totaal andere aanpak met heel veel scènes waarin heel veel gebeurt, maar al na 10 minuten voelden we drang om de afstandsbediening te gebruiken omdat het onderwerp nauwelijks interessant was/werd. Waarom het filmpje compleet in het Frans moest worden gedraaid – geldt trouwens ook voor Drôle D’Oiseau – is ons een raadsel. Technisch zijn de filmpjes in orde, maar voor de gewone kijker gaat het niet in de eerste plaats om de vorm maar om de inhoud en die is in deze drie gevallen eerder flauw of oninteressant.
Nikosi Coiffure (Fredericke Migom, 2015) speelt zich af in een Afrikaanse kapperszaak in Brussel. Bijgevolg hanteren de personages ook in dit filmpje de taal van Molière, wat in dit geval uiteraard begrijpelijk is. Migom wil duidelijk iets vertellen over de relatie tussen mannen en vrouwen die bij zwarten misschien wel evenwichtiger is dan bij blanken (in elke geval wat betreft haar blanke, blonde en vrouwelijke hoofdpersonage), maar ondanks de humor – helemaal op het conto van de zwarte vrouwen in de kapperszaak – blijft het filmpje steken in goede bedoelingen. Ook Allegory Of The Jam Jar (Boris Kuijpers & Ruth Mellaerts, 2015) viel in Leuven in de prijzen (Jury Award, Humo Award & Audience Award), maar dat zegt wellicht meer over de concurrentie, want echt origineel kan je het filmpje niet noemen en de montage is op z’n minst een beetje rommelig. Grappig is het wel – de scène met de Japanners in het restaurant – maar voor de rest ontbreekt elke vorm van empathie. Van Het Einde Van Monika (Thomas Nuijten, 2015) hadden we beslist niets begrepen zonder de informatie die bij elk filmpje is toegevoegd op de dvd. Het korte filmpje is prachtig qua beeldkeuze en montage en als het er Nuijten om te doen was z’n personage in een welbepaalde sfeer neer te zetten, dan is hij daarin perfect geslaagd. Maar net zoals de meeste andere filmpjes doet hij geen enkele poging om de kijker en Monika dichter bij elkaar te brengen.
Si (Bülent Oztürk, 2015) speelt zich af in Koerdistan in een donkere hut waar twee jonge meisjes hun stervende moeder verzorgen. Mooi qua production design, maar ook hier: inhoudelijk te dun. Umpire (Leonardo van Dijl, 2015) lijkt aanvankelijk op een homevideo waarin we een drietal meisjes zien op een tennisplein. Onbewust voel je een zekere seksuele spanning die niet op haar plaats is (de meisjes zijn nauwelijks 14, de cineast – blijkt de trainer te zijn – is een flink stuk ouder). Om ons te vertellen wat er hand de hand is neemt Van Dijl in het daaropvolgende fragment z’n toevlucht tot een interviewscène waarmee hij de spontaneïteit en speelsheid van de beginscène compleet onderuithaalt. Inhoudelijk is er voldoende voorhanden, technisch is er minstens sprake van een onhandige aanpak. Maar als kijker kan je je er wat bij voorstellen en dus valt Umpire positief op tussen de rest. Weleer (Robbe Maes, 2015) is eerder een soort sprookje over een man die besluit om een dorp van karton te bouwen. Het is het enige filmpje dat helemaal in een decor is opgenomen en mede wegens de manier waarop het hoofdpersonage acteert, heeft het een hoge kunstzinnige feel.