Regie: Tobias Nölle
Met: Georg Friedrich, Tilde von Overbeck, Kamil Krejci, Yufei Li, Koi Lee, Sebastian Krähenbühl, Karl Friedrich
Geef me mijn tas en videobandjes terug!, briest hij tegen de vrouwenstem die hem even later aan de telefoon vertelt dat het geen fraai gezicht was. In de bus, bedoelt ze. De onbekende vertelt hem dat ze Vera heet, maar niet wat ze doet of waar ze woont, wél dat ze slank en goed uitziend is met een wat donkere huid. Ik wil m’n spullen terug!, dringt Aloys aan. Dat kan volgens de stem evenwel alleen als hij bereidt is om met haar een tijdje te telefoonwandelen, en uit Japan overgewaaide nieuwigheid die verwant blijkt te zijn aan telefoonseks, maar dan zonder seksuele implicaties. Daar heeft Aloys uiteraard geen oren naar. Hij wil gewoon z’n videotapes terug, maar veel keus heeft hij uiteraard niet. Tot z’n grote ergernis wordt de lijn verbroken voor hij het goed en wel beseft...
Schoorvoetend doet Aloys wat van hem wordt gevraagd: met de telefoon aan het oor het hoofd tegen de muur drukken en zich inleven en wat de stem hem toefluistert om als het ware door het beton contact met elkaar te krijgen. Aanvankelijk heeft hij het moeilijk om zich op haar woorden en bedoeling te concentreren, maar na een tijdje slaagt hij erin om de beelden langer vast te houden: een wandeling door het bos, een onverwachte ontmoeting, een nieuwgierige blik naar de ander… langzaam wordt hij er beter in en kijkt hij zelfs uit naar de volgende sessie. Uiteindelijk gaat hij het nummer van de mysterieuze Vera zelf bellen en als we hem even later op straat zien lopen, ziet hij er al een stuk normaler en minder depressief uit. Niet veel later staat er een pakket voor z’n deur met de videotapes, een damesblad, een paar gele panty en een potje magnesiumpillen voor z’n poes, want die is er volgens de stem niet goed aan toe. Ze woont in mijn buurt, is Aloys’ eerste reactie, misschien in dit flatgebouw, misschien op deze verdieping? Als z’n jonge buurvrouw door een ambulance naar een ziekenhuis wordt afgevoerd, ziet hij nog net haar gele pantys onder het laken...
Aloys van de Zwitserse regisseur Tobias Nölle is een surrealistische film waarin de chaos in de loop van 91 minuten toeneemt en werkelijkheid, herinneringen en fantasie uiteindelijk nog nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. De innerlijke verwarring van het hoofdpersonage wordt aanvankelijk geïllustreerd aan de hand van een schijnbaar willekeurige mix van beelden over zijn dagelijkse activiteiten, video-opnamen van zijn opgebaarde vader, van de van overspel verdachte mijnheer Schoch en korte impressies over wat Aloys intrigeert of ergert in z’n onmiddellijke omgeving, later komen daar de fantasieën bij die de onbekende vrouwenstem hem via de telefoon suggereert en waarin ze zelf een hoofdrol speelt, maar er is pas echt sprake van een niet meer in te dijken baaierd op het moment dat Alois zich een beeld heeft gevormd van Vera, die vanaf dat moment geen rol meer speelt in zijn fantasie, maar voor zijn ogen materialiseert in de flat op de 18de verdieping, terwijl Tobias Nölle de kijker toont dat de buurvrouw in het ziekenhuis eigenlijk de mysterieuze beller is (zij droeg toch die gele pantys?). Dat hoeft geen probleem te zijn, tenzij de buurvrouw uit het ziekenhuis – die als twee druppels water op de Vera lijkt - besluit om op haar beurt bij Aloys aan te bellen?
Een psychologische thriller, zo valt Aloys het beste te omschrijven, want de spanning is op elk moment aanwezig en neemt voorzichtig maar nadrukkelijk toe, terwijl je als kijker gaat beseffen dat het zgn. telefoonwandelen om het hoofdpersonage uit zijn sociale en psychische isolement te halen, op de duur zijn geest alleen maar meer vertroebelt en zijn realiteitszin ondermijnt. Regisseur Tobias Nölle heeft geen tenenkrommende trucs nodig om het gewenste effect te bereiken. Hij steunt vooral op de montage, want in de gecreëerde chaos wordt niet alleen Aloys, maar ook de kijker overmand door onzekerheid en twijfel.
Een dergelijke film staat of valt met de geloofwaardigheid van de hoofdrolspelers, en daarmee hebben Georg Friedrich en Tilde von Overbeck hoegenaamd geen probleem, want hoe surrealistisch en bijzonder de situaties ook mogen zijn, hun personages zijn op elk moment overtuigend, waarbij vooral Tilde van Overbeck een indrukwekkende prestatie levert als de Vera uit Aloys’ fantasie en de jonge vrouw in het ziekenhuis, de ene uitgelaten en sexy, de andere depressief en ongelukkig net zoals Aloys, misschien net waarom ze – zgn. als verwante ziel - contact met hem heeft gezocht.
BEELD EN GELUID
Een eerder donkere film met veel blauw en grijs ter ondersteuning van de spanning, terwijl een aantal scènes toch heel veel kleur bevatten (o.a. rood). De transfer is uitstekend zonder ongerechtigheden. De soundtrack van Tom Huber en Beat Jegen voegt toepasselijke enge geluidjes toe.