CHAT DU RABBIN, LE
Bespreking door: Didier - Geplaatst op: 2012-03-06
FILM
In 2010 zag Gainsbourg (Vie Héroïque) het levenslicht: Joann Sfars eigenzinnige, doch geslaagde kijk op het levensverhaal van Frankrijks meest geliefde enfant terrible. In die tijd droomde de joodse striptekenaar reeds van een eigen animatiefilm, een wens die twee jaar later werkelijkheid werd. Sfars tekenstijl is duidelijk geïnspireerd door klassieke tekenaars als Hergé of Edgar P. Jacobs, wat betekent dat de illustraties uiterst realistisch getekend zijn en waardoor het lijkt of Le Chat Du Rabbin uit tijden stamt waarin er nog geen sprake was van computeranimatie.
Samen met zijn collega Antoine Delesvaux tovert Joann Sfar ons terug naar het Algiers van de jaren 20 waar we kennis maken met een eigengereide kat die naamloos door het leven doolt. De kat is echter niet zomaar een beestje, wel is de viervoeter het trouwe huisdier van de rabbijn Sfar die verzot is op de kat. Hoe groot de liefde van de rabbijn ook is, toch nestelt de poes zich het liefst in de armen van Sfars dochter, de wondermooie Zlabya. De idylle tussen de kat en Zlabya wordt ernstig verstoord wanneer een papegaai in het gezin wordt opgenomen, want wat is er nu leuker dan een sprekend dier? Op een avond verslindt de jaloerse kat de vogel met als vreemd gevolg dat de poes kan spreken! Ook al is de rabbijn verbaasd over dat wonder, toch is hij geenszins opgezet met de nieuwe kunstjes van de viervoeter, want door het ontkennen van het oppeuzelen van de papegaai zijn de eerste woorden van de kat meteen een grove leugen.
De kat doet er alles aan om het hart van Zlabya te veroveren en geef toe: een huisdier dat luidop fragmenten uit Stendhals Le Rouge Et Le Noir voorleest, mag op zijn minst een merkwaardig huisdier worden genoemd, niet? Meer zelfs, het dier wil een voorbeeldige jood zijn en verzoekt daarom zijn meester om bar mitswa te mogen worden. De rabbijn weet niet wat hem overkomt, maar besluit toch dat het geen slecht idee is om samen met de kat de Tora door te nemen. De kat krijgt les in het judaïsme, maar ondanks de gedrevenheid stelt het dier zich vragen bij zowat alle passages uit het boek en trekt zelfs enkele theorieën in twijfel. Misschien is dit ook voor vele kijkers het gedeelte waarin Joann Sfar een beetje de trappers verliest, want de vragen die de rabbijn stelt over het jodendom zullen zelfs doorgewinterde theologen als Rik Torfs de wenkbrauwen doen fronsen.
Het leven van de rabbijn wordt ondersteboven gegooid wanneer hij een brief krijgt uit het verre Parijs waarin staat dat hij een dictee moet afleggen, want Sfars superieuren willen enkel godsdienstleraars in dienst die vlekkeloos de Franse taal beheersen. Voor een man die amper Frans kan lezen of schrijven is zo’n beproeving uiteraard loodzwaar. De trouwe viervoeter laat echter niet begaan en met de hulp van de fabels van Jean de La Fontaine leert hij zijn meester de spelling van de Franse taal aan. Toch is de rabbijn er niet gerust in, maar de kat belooft dat hij zijn baasje zal bijstaan tijdens het dictee. Een rabbijn zou echter moeten weten dat wie vals speelt ook gestraft wordt en, jawel, net op het moment dat de kat zijn meester wil helpen, verliest het dier zijn spraakvermogen. Geen nood echter, want Sfar lijkt heel wat slimmer te zijn dan hijzelf dacht en slaagt met glans. Om dat te vieren bestelt de rabbijn wat literatuur uit Rusland, maar tussen de vracht boeken zit er ook een Rus die niet per toeval in Noord-Afrika is terechtgekomen. De Russische schilder is op weg naar Ethiopië waar naar verluidt een stad zou bestaan die enkel door zwarte joden bewoond wordt. De oude rabbijn laat zich door de Rus overhalen om samen met hem en enkele vrienden in een oude rupsauto de stad te zoeken.
Le Chat Du Rabbin is niet echt een animatiefilm met een gemakkelijk verhaaltje waardoor hij meer voor volwassenen geschikt is, en dan nog het liefst voor zij die al eens over theologische thema’s durven piekeren, ook al neemt Joann Sfar zichzelf nooit té serieus. Gelukkig maar, want op het moment dat het allemaal iets te zwaar wordt, zorgt Sfar geregeld voor een geslaagd grapje. Een mooi voorbeeld daarvan is wanneer de vrienden een arrogante Belgische journalist tegen het lijf lopen die niemand minder dan Kuifje is. De tekeningen zijn zeer realistisch gemaakt waardoor het bij momenten lijkt alsof je naar een levend stripalbum kijkt. Op zich is dat niet zo vreemd, want van Le Chat Du Rabbin zijn er reeds vijf succesvolle stripalbums op de markt verschenen. Het thema is misschien niet meteen iets wat je met een tekenfilm zou associëren, maar Sfar heeft met Le Chat Du Rabbin een puike animatiefilm gerealiseerd die beslist zijn mannetje kan staan tussen de computeranimaties die tegenwoordig de markt overspoelen.
BEELD EN GELUID
Iedere illustratie uit deze tekenfilm oogt piekfijn. Sfar gebruikt nooit bonte kleuren en gaat zuinig om met de inkleuring van zijn beelden, hij is immers een kunstenaar die liever de kijker verbaast dan hem te overdondert. Ook al moet deze animatiefilm het hoofdzakelijk van dialogen hebben, toch is de traditionele Joodse volksmuziek die vertolkt wordt door de Amsterdam Klezmer Band niet te versmaden.
EXTRA’S
Naast drie trailers uit de Cinéart-stal, hebben we een kleine documentaire van zo’n 25 minuten waarin we zien dat de meeste tekeningen uit Le Chat Du Rabbin gebaseerd zijn op echte lichaamsbewegingen. Zo moest bijv. Maurice Bénichou meer doen dan alleen maar de tekst van de rabbijn inspreken en liep hij, net als het getekend personage, heen en weer zodat de tekenaars waarheidsgetrouwe tekeningen konden maken. In de documentaire bezoeken we eveneens de Banjo-studio’s en komen we iets meer te weten over de beklemmende muziek die deze knappe tekenfilm siert.
CONCLUSIE
Le Chat Du Rabbin is een animatiefilm die werd bedacht door een kunstenaar die een overduidelijke liefde voor het vak heeft en het is net daardoor dat Le Chat Du Rabbin vele peperdure computeranimaties doet verbleken. Door het moeilijke thema is deze tekenfilm weliswaar minder geschikt voor de allerkleinsten.