Regie: Joel & Ethan Coen
Met: Oscar Isaac, Carey Mulligan, Justin Timberlake, Ethan Phillips, Robin Bartlett, John Goodman, F. Murray Abraham, Max Casella, Jerry Grayson, Jeanine Serralles, Adam Driver, Stark Sands, Garrett Hedlund
Hopeloos en uitzichtloos, want hij heeft de vriendin van z’n makker Jim (Justin Timberlake) net zwanger gemaakt en dus moet hij geld op tafel leggen voor een abortus en van de arts verneemt hij dat de ingreep gratis is omdat z’n vorige vriendinnetje Diane uiteindelijk besloot om het kind te houden. Dat moet ondertussen 2 jaar oud zijn, maar Llewyn Davis hoort voor het eerst over de ware toedracht. Bovendien heeft hij nog maar net de poes van z’n Upper West Side-vrienden Mitch & Lillian Gorfein laten ontsnappen toen hij daar een nachtje op de bank mocht liggen en die is ondertussen in de flat van z’n bezwangerde ex-vriendinnetje Jean (waar hij ze had achtergelaten in afwachting van de terugkeer van de Gorfeins) uit het raam gesprongen en in de straten van Greenwich Village verdwenen…
In Inside Llewyn Davis richten de regisseurs Joel & Nathan Coen hun camera op de New Yorkse artiestenbuurt Greenwich Village voor een vertelling over een jonge en ambitieuze muzikant met een aantrekkelijke stem en een interessant repertoire die er een carrière probeert op te bouwen via live-optredens in kleine folkclubs zoals de Gaslight Café, die in het begin van de jaren 60 als paddenstoelen uit de grond schieten. Het is het milieu waar Bob Dylan, Joni Mitchell en Tom Paxton voor het eerst de aandacht op zich vestigden met hun stem en een akoestische gitaar, maar waar tevens voor elk succesverhaal minstens vijf carrières nooit van de grond kwamen. En ook Llewyn Davis’ carrière lijkt een mislukking te worden, dus reist hij op aanraden van een vriend naar Chicago voor een auditie in een muziektempel, waardoor de gebroeders Coen een korte roadmovie kunnen inlassen met John Goodman (Argo, 2012; Treme, 2010) in de rol van de verslaafde jazzmuzikant Roland Turner, die maar bitter weinig respect kan opbrengen voor zijn collega’s uit de folkscène. Het is een leuke spierlerei en Goodman is uitstekend op dreef, maar het is niet meteen duidelijk wat dit soort fragmenten ons leert over de figuur van Llewyn Davis.
Inside Llewyn Davis heeft een uitstekende beurt gemaakt in de pers en de toegezwaaide lof is zonder meer terecht, maar niemand heeft geschreven dat het om een zeer Amerikaans thema gaat dat u hoofdzakelijk zal boeien als u interesse heeft voor de heropleving van de akoestische folk in New York in het begin van de jaren 60. Ons lijkt het vooral een boeiend thema voor wie met deze materie bezig is en zich aangetrokken voelt tot de muziek van artiesten zoals Bob Dylan, Joni Mitchel, Tom Paxton, Phil Ochs en Dave Van Ronk. Ze komen geen van allen ter sprake, want de fictieve figuur Llewyn Davis is een voorloper op de grens tussen de oude garde van pure volkszangers die z’n beste tijd heeft gehad en een nieuwe generatie van muzikanten die voorzichtig de aandacht op zich vestigt met een mengeling van traditionals en zelfgeschreven materiaal. Prachtig is in dat verband de eindscène waarin Davis van de barman verneemt dat er in het steegje achter het café een man hem wil spreken en de kijker in de achtergrond nog net een glimp opvangt van een krullenbol met een gitaar en een lijzige stem die twee jaar later met de protestsong Blowin’ in the Wind (1963) het folkmuziekcircuit op z’n grondvesten zou laten daveren.
In de rol van Llewyn Davis ziet u Oscar Isaac (Agora, 2009), die als acteur én muzikant een uitstekende indruk maakt in een decor dat minutieus is gereconstrueerd om de tijdsgeest zo goed mogelijk te vatten. Wij zijn niet meteen fans van Justin Timberlake, maar wat hij in deze film doet is meer dan acceptabel en uiteindelijk gaat het om een onschuldige bijrol waarin hij weinig potten kan breken. Leuk ook om John Goodman opnieuw aan het werk te zien, zij het eveneens in een kleine bijrol als een verslaafde en gehandicapte jazzmuzikant met een hoge dunk van zichzelf. Het meest bizarre personage in deze film is gereserveerd voor Adam Driver (Girls, 2012) als Al Cody, de zeer zwijgzame chauffeur van Roland Turner, met wie Davis in gesprek probeert te komen, wat nauwelijks mogelijk blijkt te zijn.