Regie: Paul Schrader
Met: Nastassia Kinski, Malcolm McDowell, John Heard, Annette O’Toole, Ruby Dee
Irene gaat aan de slag in de dierentuin van New Orleans, want ze heeft eerder met directeur Oliver Yates (John Heard) kennisgemaakt en die voelde zich tot haar aangetrokken, maar hij beseft uiteraard niet wat voor iemand Irene in werkelijkheid is. Er is sprake van een zekere toenadering, maar een jaloerse Paul Gallier vertelt haar dat Yates de rekening zal betalen indien ze met hem naar bed gaat. Irene zit tussen twee vuren: ze wil niet toegeven aan de incestueuze toenaderingspogingen van haar broer, anderzijds beseft ze dat ze Oliver Yates in gevaar brengt als ze met hem slaapt. Dat is uiteindelijk niet te vermijden en ook al vindt ze een oplossing voor die eerste keer, ze beseft dat ze het risico niet nog een keer kan nemen zonder dat iemand daarvan het slachtoffer wordt. Er rest haar maar één alternatief: uit New Orleans verdwijnen…
Cat People is fantasy, een film waarin regisseur Paul Schrader voortdurend switcht tussen het eigentijdse New Orleans en de zandige vlakten waar de Cat People zijn ontstaan. Het is een film die qua production design meandert tussen realisme en mythe, en op emotioneel niveau tussen predestinatie en verboden passies (incest) en die alleen geloofwaardig is als je als kijker de vooropgezette premisse accepteert, waarmee horrorliefhebbers en fans van alles wat met fantasy te maken heeft wellicht nauwelijks een probleem hebben. Het lijkt een vreemde scenariokeuze voor de maker van realistische en harde films zoals Taxi Driver (1976) en Raging Bull (1980), maar als je kijkt naar het emotionele proces dat Irene Gallier doormaakt in Cat People, dan is dat al veel minder verrassend. Bovendien is de bloedmooie Nastassia Kinski perfect gecast en slaagt ze erin om de kijker in het tweeslachtige personage te laten geloven zonder dat ze haar toevlucht moet nemen tot overacting. Het mysterieuze trekje om haar mond, haar doordringende blik en de soepele manier van lopen, ze maken haar perfect geschikt om de illusie overeind te houden. De rol van Irene Gallier lijkt voor haar lichaam en manier van doen geschreven.
De meestal wat stijve John Heard (Before And After, 1996) is uitstekend op dreef in de rol van dierentuindirecteur Oliver Yates, die wordt aangetrokken door het gevaarlijke kantje van Irene Gallier, maar die niet beseft dat ze in een panter kan veranderen als ze seksueel opgewonden raakt. Ik heb m’n hele leven op iemand als jij gewacht, zegt hij, wat ook de panters en leeuwen in z’n kooien doen, rustig en gevaarlijk grauwend tot hun grote kans komt. En als je iemand nodig hebt om flink te overdrijven, dan kan je altijd een beroep doen op Malcolm McDowell (Clockwork Orange, 1971; Caligula, 1979), die van de meest bizarre rol een geloofwaardige performance kan maken. De restricties die de regisseur zich oplegt aangaande de dierlijke natuur van het vrouwelijke hoofdpersonage, worden in zijn geval helemaal aan de kant geschoven en Paul Gallier mag z’n tweede natuur uitvoerig beleven, met als consequentie zeer realistische scènes met afgerukte armen en met bloed doordrenkt beddengoed. Malcolm McDowell heeft de perfecte kop voor monsterlijke personages en die kan hij als geen andere op een perfecte manier ten tonele voeren.
De kwaliteit van de CGI was anno 1982 uiteraard niet die van vandaag. Desondanks slaagt regisseur Paul Schrader erin om de transformatie van Paul en Irene op een geloofwaardige manier te realiseren, waarbij moet worden vermeld dat hij in de meeste gevallen voor suggestie kiest. Maar hoe kort de transformatiescènes van mens naar panter ook mogen zijn, ze maken indruk en ze zijn geloofwaardig binnen het kader van dit verhaal.