MINDER DOOD DAN DE ANDEREN
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2005-11-18
FILM
Minder Dood dan de Anderen is een autobiografisch boek van auteur en regisseur Frans Buyens over het overlijden van zijn broer en beide ouders. De filmversie wordt begin jaren '90 gedraaid, aanvankelijk zonder steun van de Vlaamse overheid, want de Vlaamse Filmcommissie – aldus Lydia Chagoll, die in de
Extra's hun antwoord op de subsidieaanvraag citeert – vond het niet opportuun om Buyens een fictiefilm te laten maken. Hij stond bekend als documentairemaker en het autobiografische karakter van de film was blijkbaar geen aanleiding om op zijn verzoek in te gaan. De Commissie vond het onderwerp wel geschikt, maar – heel cynisch – verzocht Buyens het einde van de film te veranderen. Voor een film met biografische inhoud kan dat tellen. Buyens neemt dan maar zijn toevlucht tot een
Open Brief aan de toenmalige minister van Cultuur, Patrick Dewael, en protesteert tegen de beslissing van de Vlaamse Filmcommissie. Dewael, zelf voorstander van euthanasie, legt hun beslissing naast zich neer en kent
Minder Dood Dan De Anderen wél subsidies toe. Buyens' volgende project
TangoTango zal de Filmcommissie geen strobreed in de weg leggen en zonder commentaar het nodige geld leveren.
Minder Dood dan de Anderen begint met Irma (Dora van der Groen), de moeder van Frans en Armand Buyens, in het bejaardentehuis in Temse. Daarvoor heeft ze zelf gekozen na de dood van haar man, want ze wil haar kinderen niet tot last zijn. Irma is nog pienter en zelfredzaam, alleen de ochtendgymnastiek gaat niet meer zo vlot. Dora van der Groen praat tegen de camera alsof ze tegen Frans Buyens, haar oudste, praat. Dat procédé wordt de hele film lang volgehouden en dat schept een heel directe band met de toeschouwer. Vervolgens gaat Buyens terug in de tijd, naar de kermis van 1960 in Temse. Z'n broer is er met een paar makkers op pad, hij verkleed als bruine beer. Twee jongeren die een glaasje teveel op hebben steken – besluit de rechter – de beer in brand. Volgens de politie brandt Armand in z'n vermomming als een fakkel. De twee jongens, overstuur, gaan er vandoor in plaats van de brandende toorts op de grond te gooien en het vuur te smoren. Armand Buyens heeft brandwonden in de derde graad. Tien dagen ligt hij in het plaatselijke ziekenhuis tussen leven en dood. In 1960 is de behandelingswijze tegen brandwonden nog primitief en wondhelende producten zijn schaars. Na tien dagen overlijdt Armand, hij is 33 jaar oud geworden. Het zgn. ongeval is een drama voor zijn moeder, onbegrijpelijk voor pa. Irma ligt huilend op een sofa in de hoek van de kleine kamer. Ze brabbelt maar wat door de stroom van tranen heen.
Dood, roept ze,
Hij moet dood, duidend op wat zij een moordenaar noemt, crapuul, uitschot dat een jong en veelbelovend leven heeft weggemaaid voor de lol. Buyens toont Irma, na de begrafenis, die ze niet heeft bijgewoond, op het kerkhof, waar ze elke dag naartoe gaat met een zwarte hoofddoek op. De beste scène is degene waarin Buyens haar isoleert tegen een wazige achtergrond, in haar hand de persknipsels over het ongeval. Maandenlang kijkt ze er elke dag naar, alsof ze zich op die manier overeind houdt. Dora van der Groen toont zich van haar gevoeligste kant, leest de knipsels, prevelt af een toe een woord, herhaalt een zinsdeel dat haar opbeurt of opvalt, op de rand van een snik, geëmotioneerd, ontroerend, kwetsbaar.
Buyens houdt het decor sober, geen Vlaams interieur hier waarmee de prijs voor de slechtste smaak te winnen is. Een tafel, een stoel, een Vlaamse keukenkast, daarmee moeten de Buyens het doen, niks aan de muren, geen schilderijtje, geen klok, alleen een foto van Armand in een armoedig lijstje op de kast. Vader zit aan tafel met een glaasje bier als hij zich tot Frans richt en Irma prult met een zakdoek, een kopje, of eet een stukje cake van het soort dat Armand prefereerde. En ze vertelt er uitgebreid over, want praten over Armand wekt hem een klein beetje tot leven, voor even is hij weer bij haar, en dan valt ze stil, en is de leegte groter dan te voorheen. Geruisloos leidt Frans Buyens ons vervolgens naar de dood van zijn vader: die kwijnt langzaam weg in het ziekenhuis, aan kanker.
Mijn kandelaar gaat langzaam uit, zegt hij,
Nee, geen kaars, een kandelaar!. De eens sterke man, het hoofd van het gezin, ligt er uitgeteerd en vermoeid bij, wekenlang. Irma bezoekt hem elke dag, twee keer, maar het mat haar af, en ze wil hem niet meer thuis, want ze kan nauwelijks voor zichzelf zorgen. Op een nacht wordt Frans thuis gebeld: zijn vader is dood, weg. De uitvaart is burgerlijk, want de Buyens zijn vrijzinnig. Voor het eerst gaat er in Temse een pak katholiek volk naar de begrafenis van een vrijzinnige.
De dood van zijn moeder zet Frans Buyens ruim in het licht. Zij kiest voor euthanasie, mocht ze ooit veel pijn krijgen.
Van de dood ben ik niet bang, zegt ze glimlachend en berustend,
van de pijn wel. Frans zegt haar zijn steun toe voor als het zover komt en de huisarts wordt in vertrouwen genomen. Begin jaren '90 is de strijd om het euthanasiedossier nog niet helemaal beslecht. De politiek is nog in volle discussie. De burger heeft nog geen vrije keuze, of in elk geval een zeer beperkte.
Minder Dood Dan De Anderen is Buyens bijdrage tot de discussie, het is geen pleidooi vóór euthanasie, zal hij later zeggen, maar een pleidooi voor een waardig leven met een waardig slot. De dood van Irma brengt hij op de meest serene manier in beeld. Hij laat de stilte toe in zijn film en omringt zijn moeder met grote zorg. De camera, als zijn registrerend oog, houdt afstand of beweegt zich langzaam, over haar handen, de uitdrukking op haar gezicht wanneer ze aan de dokter zegt dat het tijd is. Nog even praten ze over de procedure en dan legt Irma zich goed. Op Frans Buyens' vraag of ze graag muziek wil horen, reageert ze kalm schuddend, de stilte is genoeg. Terwijl Irma rustig inslaapt richt Frans zijn camera op haar glimlach.
Ik weet niet wanneer ze stierf, zegt hij,
Maar ze is nu minder dood dan de anderen, en daarmee bedoelt hij zijn broer, die plots en onverwacht verdween, en zijn vader, die 's nachts stierf zonder dat Frans aan zijn bed kon zijn.
Minder Dood Dan De Anderen is gecomponeerd zoals de suites voor cello van J.S. Bach: uitgekleed tot op het bot, met net voldoende om het lijf om het menselijke leed, het verdriet en de ontroostbaarheid zo goed als mogelijk over te brengen op de toeschouwer. Buyens gebruikt de eenvoudigste middelen om zijn doel te bereiken. Het resultaat is een zeer realistische en eerlijke enscenering met directe, openhartige en ontwapenende acteerprestaties. Dora van der Groen zien we in één van haar beste rollen ooit, zonder meer, ze is geloofwaardig, aandoenlijk en overtuigend. Senne Rouffaer heeft een kleinere rol, maar krijgt de ruimte om te bewijzen dat ook hij in staat is om de kijker te raken en te emotioneren. Twee puike en indrukwekkende prestaties die respect afdwingen.
BEELD EN GELUID
Minder Dood Dan De Anderen is goed van beeld met een lichte mist over het beeld, soms, vaselineachtig, als om de tranen te maskeren, privacy te creëren, de pijn te isoleren. De kleuren zitten grotendeels tussen oranje en bruin, met grijsachtig blauw in de ziekenkamers. Het geluid is eenvoudig stereo, kaal en minimalistisch. De stilte maakt nog het meeste lawaai: stil lawaai van onuitgesproken verdriet, niet verwoordbaar leed.
EXTRA'S
Deze dvd bevat een tiental interviews met professoren en betrokkenen bij het euthanasievraagstuk dat begin jaren’90 de gemoederen bezig houdt. Wie de discussiepunten nog eens op een rijtje wil zetten kan terecht bij vertegenwoordigers van de grote universiteiten en specialisten. Voor wie aan de toenmalige discussie geen boodschap meer heeft blijft er het stukje over met Lydia Chagoll waarin ze het verhaal doet van de Vlaamse Filmcommissie versus de subsidieaanvraag van Frans Buyens. Ze doet dat in haar eigen stijl, een beetje woedend en een beetje boos en terecht.
CONCLUSIE
Minder Dood Dan De Anderen is een aangrijpende film voor toeschouwers die er zich door aangesproken voelen. De acteursprestaties zijn uitstekend en het ijzersterke verhaal houdt de kijker tot het laatste moment in de ban. Nee, er is geen sprake van spectaculaire effecten, actie, suspense, seks, grootse panorama's of geldverslindende scènes in deze film. In tegendeel,
Minder Dood Dan De Anderen is leeg en eenvoudig van snit. Alle aandacht wordt gereserveerd voor de gevoelens. Buyens als onzichtbare, maar altijd aanwezige derde, het roept een heel apart en zeer direct effect op. En de situaties zijn zo herkenbaar:
nog zoveel nieuwe handdoeken en lakens in de kast, klaagt z'n moeder kort voor haar inslapen,
neem ze gerust mee, François.