FROZEN PLANET
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2012-08-13
DOCUMENTAIRES
At The Ends Of The Earth (47 min.)
In 8 afleveringen, verspreid over 4 dvd’s, neemt Richard Attenborough de kijker mee naar de Noord- en Zuidpool, streken waar de temperatuursverschillen in de winter tot 70 graden onder nul dalen en waar orkanen dagen- en zelfs wekenlang met een snelheid tot 320 km per uur over het water en de sneeuw razen. De beide polen hebben twee dingen gemeen: bittere koude en oneindig veel sneeuw en ijs. Samen stockeren ze 70 procent van het zoet water op aarde in sneeuwlagen die op sommige plaatsen meer dan 3 km dik zijn. Zes maanden per jaar is het er donker, met alleen het noorder- en zuiderlicht (aurora borealis en aurora australis) als een betoverend vlammenspel tegen een voor de rest quasi inktzwarte hemel. Leven lijkt er onder die omstandigheden zo goed als onmogelijk, maar niets is minder waar, want in de vroege lente verlaten witte beren en wolven hun ondergrondse schuilplaatsen op zoek naar voedsel en dan kan de paartijd beginnen. De vrouwtjes hebben zich met hun jongen van het vorige seizoen ingegraven op de hellingen van besneeuwde bergtoppen waar ze veilig zijn voor jagers, de mannetjes daarentegen zwerven de hele winter op de ijsvlakte op zoek naar zeerobben die zich in de sneeuw ingegraven hebben. De wolven komen pas te voorschijn als het ijs begint te smelten in het vroege voorjaar. De hele winter hebben ze in holen en grotten onder de sneeuw gezeten, maar de honger drijft ze uiteindelijk naar buiten. In groepen van wel 25 dieren jagen ze op jonge bizons en elanden die met hun ouders vanuit het zuiden naar de zomerverblijfplaatsen in het noorden emigreren.
Spring
Met het inzetten van de dooi begint de lente op de Noordpool en een halfjaar later op Antarctica. Miljoenen vogels van diverse soorten komen uit ver afgelegen gebieden naar de stranden en berghellingen waar de sneeuw bijna helemaal verdwenen is. Op Antarctica arriveren de eerste pinguïns die de winter in meer noordelijke en warmere streken hebben doorgebracht. Meer dan 40 miljoen exemplaren zoeken een ijsvrije plek uit om een nest te bouwen. De mannetjes zetten als eersten voet aan wal en in hun kielzog arriveren duizenden walvissen, grote groepen orka’s, zeeolifanten en narwallen, want de zeeën rond de polen – (nog) vrij van menselijke tussenkomst – zijn uitermate rijk aan plankton en zeekabeljauw; sommige scholen bevatten meer dan 500 miljoen vissen. Met de komst van de orka’s wordt het leven een stuk moeilijker langs de kusten van Antarctica, want nogal wat soorten lusten af en toe een pinguïn of een zeerob. De orka’s opperen in groepen. Als een aantal robben op een grote ijsschots in het vizier hebben, proberen ze de dieren in het water te krijgen. Met hun machtige staarten maken ze grote golven onder het ijs zodat het uiteindelijk breekt en tegelijk stoten ze fonteinen van lucht uit om hun prooi onder water in verwarring te brengen. De onfortuinlijke robben zitten uiteindelijk nog op een heel klein plakje ijs en worden door de orka’s bij de staart gegrepen en meegevoerd naar dieper water. Regelmatig duiken de orka’s tijdens hun jacht verticaal uit het water om zich te oriënteren of om de positie van hun prooi te bepalen. Het is een uniek schouwspel en de tot dus ver intelligentste manier van dieren die ooit is geregistreerd om samen op prooi te jagen.
In de lente verandert de situatie op de Noordpool en Antarctica drastisch. In het noorden verdwijnen sneeuw een ijs over een oppervlakte ter grootte van Europa en in de droge valleien achter de bergketens ligt zelfs helemaal geen sneeuw, want die worden vrijgehouden door een stevige wind die er ook tijdens de zomer over het dorre landschap waait. Meer zuidelijker, aan de rand van de ijsvlakte ligt de taiga, een gigantisch woud waar 1/3 van alle bomen op aarde groeit. In het zuiden trekt het ijs zich over een paar duizend kilometer terug waardoor gigantische zeeën ontstaan die het bezoek krijgen van walvissoorten die zich ’s zomers in het evenaargebied ophouden. Verderop ontstaat een wondermooi landschap als het ijs van gletsjers in zee terechtkomt en kleine en grote ijsbergen voorzichtig in de richting van het open water drijven. Terwijl de ijsschotsen in het noorden enkele meter breed zijn, wordt hun grootte in het zuiden in kilometers uitgedrukt. Als gigantische sculpturen met de meest bizarre vormen dobberen ze op het donkerblauwe water onder een stralende zon.
Summer
De Antarctische ijsmassa is nu teruggedrongen tot minder dan de helft van haar omvang. De Zuidelijke Oceaan is ijsvrij en de broedplaats van de adéliepinguïns ligt op een steenworp van het water. In de Antarctische zomer gaat de zon nooit onder en duurt de dag zo’n drie maanden. De jonge pinguïns groeien als kool, maar dat is nodig, want als ze herfst inzet moeten ze met hun ouders de lange tocht naar warmer water aan kunnen vatten. Vierentwintig uur per dag zijn de volwassen dieren in de weer om hun kroost te voeden. Soms zijn ze dagen onderweg en leggen ze meer dan 160 km af om voldoende vis te verzamelen. Tijdens hun afwezigheid zijn de jongen echter een gemakkelijke prooi voor roofvogels. Naar schatting de helft van de jonge adéliepinguïns (elk wijfje legt 2 eieren) haalt het niet, want eens de jonge dieren naar het water trekken liggen ook daar de jagers klaar: zeeluipaarden.
Het spectaculairste beeld in deze aflevering levert een school orka’s tijdens een toevallige ontmoeting met en vinwalvis die zich tegen topsnelheid uit de voeten maakt, want hij weet dat de panda’s van de zee echte roofdieren zijn. De orka’s zetten de achtervolging in en twee mannetjes gaan links en rechts van de vinvis zwemmen als een escorte. Die probeert weg te duiken en uit te wijken, maar de escorte en de rest van de school wijkt niet. Tientallen kilometers en wel twee uur houden ze de vinvis gezelschap. Als ze merken dat hij moe wordt en z’n weerstand daalt stoten ze hem aan en proberen hem op z’n rug te draaien zodat z’n luchtpijp onder water terechtkomt en hij langzaam stikt en vervolgens verdrinkt. Uiteindelijk krijgt hij een ferme kopstoot van een van de mannetjes en slepen ze hem aan z’n staart naar dieper water.
Autumn
Voor de witte beren aan de Noordpool is het zachte seizoen niet de beste tijd. Hun natuurlijke jachtterrein – de bevroren delen van de Zuidelijke Oceaan – is verdwenen en om aan vers voer te komen zijn ze verplicht om in volle zee op zeehonden te jagen, wat niet meevalt want qua snelheid moeten de 500 kilo zware dieren het afleggen tegen de soepele zwemmers. Soms eten ze wekenlang niet en zijn ze dus ook niet voorbereid op de harde winter die over een paar weken weer inzet.
In het zuiden zijn de jongen van de adéliepinguïns een paar weken oud, maar zijn nog tot laat in de herfst van hun ouders afhankelijk, want al het voedsel komt uit de zee en zwemmen kunnen de kleine pinguïns nog niet. Het wordt een race tegen de tijd, want als de Zuidelijke Oceaan dicht begint te vriezen hebben ze geen mogelijkheid meer om het gebied te verlaten en wacht jongen en volwassen een gewisse dood door bevriezing. Hun eerste zwemles is overigens een grappig, maar vooral onhandig gedoe, want ze lijken watervrees te hebben en de oudere dieren moeten het hun uiteindelijk voordoen.
Als de eerste stormen over het Antarctisch poolgebied razen maken pinguïns en walvissen zich klaar voor de trek naar het noorden. Aan de Noordpool zijn het vooral vogels die alles in gereedheid brengen om hun lange tocht van soms meer dan 10.000 km naar het zuiden. Ondertussen trekken groepen kariboes in noordelijke richting en de bizons blijven gewoon op de graslanden staan, want met hun dikke vacht zijn ze uitstekend beschermd tegen extreme temperaturen. Tegen de tijd dat de Zuidelijke Oceaan opnieuw dichtvriest en de zon achter de horizon verdwijnt zijn de meeste zomergasten vertrokken. Het wordt stil aan de Zuidpool, maar de rust duurt niet lang, want met honderdduizenden komen net dan de keizerpinguïns aan land die de hele zomer gefoerageerd hebben op volle zee. De mannetjes zijn rond als ballonnen en eens op het ijs schuiven ze op hun vette buiken vooruit waarbij ze hun vinnen als roeispannen gebruiken. Ze trekken meer dan 35 km landinwaarts op zoek naar vaste grond om te paren en hun kroost op te voeden. Elk wijfje legt na een paar dagen precies 1 ei dat door het mannetje uitgebroed wordt. Hij manoeuvreert het op z’n poten en bedekt het met z’n buik zodat het ei niet kan bevriezen. Met tienduizenden staan de keizerpinguïnmannetjes dicht op elkaar gepakt ter bescherming tegen het gure klimaat en de temperatuur die elke dag een paar graden zakt. Wekenlang staan ze onbeweeglijk, zonder eten. De wijfjes keren terug naar zee om te fourageren. Zij zullen pas bij het begin van de volgende winter voor een paar dagen naar het broedgebied terugkeren.
Winter
Als de zon helemaal achter de horizont verdwijnt en de lange winternacht aanbreekt lijkt het poollandschap uitgestorven. De ijsberinnen op de Noordpool hebben zich ingegraven in de zachte sneeuwlaag op een hellende glooiing en bouwen er na het vallen van de eerste sneeuw een warm hol waar ze hun jongen kunnen baren en zogen. Zij komen pas tegen de volgende lente weer te voorschijn. De mannetjes daarentegen blijven over de sneeuwvlakte dwalen en trotseren de ijzige wind. Af en toe vinden ze nog een eetbaar kadaver, maar wellicht moeten ze het wekenlang zonder vers voer doen en teren op hun vetlaag. Op een solide sneeuwvlakte op de Zuidpool staan de keizerpinguïnmannetjes dicht op elkaar. Ze buigen hun koppen om te ontsnappen aan de stormachtige windvlagen en zorgen ervoor dat het ei tussen hun onderbuik en hun poten warm blijft. Het minste contact met de ijskoude grond kan fataal zijn, want bij min 70 graden maakt het toekomstige pinguïnkuiken geen enkele kans.
Weddellzeehonden zijn de enige zoogdieren die in het barre klimaat op de Zuidpool kunnen overleven. Ze houden maandenlang een klein luchtgat open in het ijs, want ze moeten regelmatig naar het oppervlak om te ademen. Het water onder het ijs is min 2 graden, niet echt een luxe, maar ten opzichte van de hel die zich daarboven afspeelt is er sprake van een gemoedelijk warm bad. Ondertussen zijn honderdduizenden eidereenden gearriveerd. Zij installeren zich in de sporadische plassen in het ijs die niet zijn dichtgevroren omdat de felle zeestroming bevriezing van het zeewater voorkomt. Sommige plassen zijn evenwel te klein en worden afgesneden van de zeestroming en vriezen langzaam dicht. De eenden moeten een na een het water verlaten wegens te weinig plaats en overbevolking en bevriezen op de ijskoude ondergrond waar ze worden opgeruimd door dolende ijsberen en nagebleven vogels.
Tegen het einde van de Zuidpool-winter zijn de keizerpinguïneieren uitgekomen en keren ook de wijfjes terug naar de kolonie. De ijsvlakte is verdubbeld t.o.v. het moment dat ze vier maanden geleden naar zee trokken en dus wacht ze een traject van 110 km dat ze schuivend op hun volgevreten buiken afleggen. Als ze hun doel bereiken komt er beweging in het leger van keizerpinguïns dat al die tijd voor het ei en het jong heeft gezorgd. De moeders brengen vers voedsel en nemen het jong van hun partner over. De mannetjes kunnen zich nu zelf naar het open water reppen om voor het eerst sinds lange tijd te fourageren. Onderweg komen ze grote groepen adéliepinguïns tegen die naar een plek zoeken om een nest te bouwen, want die moeten nog paren en hun eieren leggen. Het poolgebied komt weer tot leven.
The Last Frontier
Mochten de voorgaande documentaires de indruk geven dat er helemaal geen mensen aan de polen wonen, dan wordt dat beeld in deze film bijgeteld. Aan de Noordpool leven sinds 2000 jaar mensen die vanuit Siberië noordwaarts zijn getrokken met hun rendierkuddes. De Eskimo’s of Inuit zoals we tegenwoordig geacht worden te zeggen leven er van de visvangst en de ruilhandel. Met stammen die dicht bij het water wonen ruilen ze vlees en huiden van rendieren tegen walrussteak en vis. Drie maanden per jaar leven ze in het complete duister met alleen de volle maan als lichtbron, en uiteraard de aurora borealis, het verschijnsel waarbij elektrische deeltjes door de zonnewind meegevoerd worden en in botsing komen met onze atmosfeer. Het zorgt voor een feeëriek en wondermooi spektakel.
Op de Zuidpool hebben nooit mensen gewoon. Het is er veel kouder dan op de Noordpool, want de maximum temperatuur tijdens de hoogzomer bedraagt zo’n -30 tot -20 graden. De mensen die er nu wonen zijn wetenschappers die de ijslaag bestuderen en het effect van de opwarming van de aarde op het poolgebied. Sinds 2006 is er een permanent en selfsupporting centrum gevestigd, het Admundson-Scott Research Centre.
Het minste wat je van de documentaires in deze serie kan zeggen is dat ze uitstekend gemaakt zijn en dat geen kosten noch moeite gespaard zijn om het materiaal onder de allerbeste voorwaarden te presenteren. Uit de Extra’s leert u dat de opnamen maanden hebben geduurd aan de twee uitersten van de aardbol, met verschillende gespecialiseerde cameraploegen die ter plekke op de assistentie konden rekenen van experts en waarbij alle mogelijk transportvormen ingeschakeld zijn om ploegen en materiaal ter bestemming te brengen. Alles wat zich in, om of op het water afspeelt krijgt u vanuit drie standpunten te zien, waarbij u moet weten dat niet altijd onderwatercamera’s met afstandsbediening gebruikt zijn, maar dat een beroep is gedaan op duikers die het ijskoude water trotseerden om het beeldmateriaal te optimaliseren. Soms is het materiaal gewoonweg spectaculair zoals u zelf kan vaststellen in de opnamen van een school orka’s die op twee zeehonden jaagt. Nee, er is hier geen sprake van zware lenzen en cameraploegen die op een veilige afstand staan, maar van mannen die op nog geen drie meter van de rand van het ijs met hun opnameapparatuur manoeuvreren of in een gammel rubberbootje hun werk proberen te doen waarbij ze door de orka’s onder vuur genomen worden. Hetzelfde tafereel speelt zich trouwens op een locatie aan de Noordpool af waar een hongerig ijsbeerwijfje haar interesse laat blijken voor mensenvlees. De afstand tussen het bootje van de ploeg en de rand van het ijs is minder dan vijf meter en nauwelijks voldoende om een confrontatie met de ijsberin te vermijden.
Sir Richard Attenborough verzorgt het commentaar en doet dat naar goede gewoonte op een excellente manier waarbij de originele woordgrapjes en perfect verwoorde observaties elkaar in sneltempo opvolgen. Attenborough is overigens een gezellige verteller. Hij klinkt alsof hij het vanuit z’n luie stoel even snel allemaal opgeschreven en ingesproken heeft. Maar de perfecte timing verraadt dat deze 80-er nog goed bij de pinken is en z’n professionalisme nog altijd van hoog niveau is. Het verhaal over de Noord- en Zuidpool vertelt Attenborough door elkaar, wel telkens even signalerend om welke streek het precies gaat en zo mogelijk welk land (Alaska, Rusland, Canada, Groenland), maar dat ijsberen alleen aan de Noordpool voorkomen en pinguïns alleen op de Zuidpool, dat heeft zelfs de minst snuggere kijker na een tijdje wel door. Voor de rest is het genieten van uniek beeldmateriaal en dierenmanieren die vaak nooit eerder zijn gefilmd. Af en toe is er sprake van een lichte overlapping tussen de verschillende documentaires, maar dat merkt u alleen maar als u ze allemaal in een ruk bekijkt, want het gaat om minder belangrijke fragmenten waarin over de weersomstandigheden gepraat wordt of de gigantische afmetingen van ijslagen en ijsbergen.
Frozen Planet is wereldwijd gelanceerd als de meest prestigieuze natuurserie die ooit is gedraaid, maar ook al is dat misschien een beetje overdreven, groots van opzet en moeilijkheidsgraad is het project in elk geval, want sommige ploegen moesten aan de slag bij temperaturen tot -40 graden en leefden weken- en maandenlang in een sneeuwlandschap dat regelmatig door felle orkanen werd getroffen. Om zaak financieel rond te krijgen werd een beroep gedaan op o.a. Discovery Channel, Antena 3 en ZDF. Alec Baldwin (
It’s Complicated, 2009) nam het commentaar van de Amerikaanse versie van
Frozen Planet voor z’n rekening.
BEELD EN GELUID
Ondanks het feit dat men in een dergelijke documentaire de scènes niet kan repeteren en de geobserveerde dieren zich zelden aan het scenario houden, is de beeldkwaliteit uitstekend. De camerabewegingen zijn soepel, het beeld is altijd scherp en de kleuren – de hoofdtint is uiteraard wit – zijn genuanceerd, d.w.z. het wit van de ijskappen, van de besneeuwde bergtoppen en van de ijsberen en hun jongen is duidelijk van een verschillende kwaliteit zijn dus waarneembaar voor de kijker, zelfs het blauw van de oceaan verandert naargelang de diepte en de aanwezigheid van ijsbergen of ijslagen. Voor het geluidsband is meestal gebruik gemaakt van de opnamen ter plekke, maar af en toe is duidelijk geluid toegevoegd om het effect te versterken. Het is geen manco, want ook andere natuurdocumentairemakers passen het procedé sinds lang toe. De serie is overigens netjes en zo goed als foutloos ondertiteld.
EXTRA’S
Frozen Planet is en zesdelige natuurdocumentaireserie, maar eigenlijk gaat het alles samen om 8 grote reportages, waarvan er twee in de bonussectie zijn gestopt. Naar verluidt is Frozen Planet: On Thin Ice is (48 min.) destijds niet door de BBC uitgezonden omdat men paniek wilde voorkomen. Waarover gaat het? Richard Attenborough onderzoekt in samenwerking met een aantal specialisten welke impact de opwarming heeft op de Noord- en Zuidpool en hij stelt vast dat het ijs vooral op de Noordpool tegen een gigantisch tempo wegsmelt waardoor ijsberen het steeds moeilijker krijgen om te overleven. Nu al is de noordelijke doorgang naar Alaska in de zomer ijsvrij en volgens specialisten bestaat de kans dat die over 20 jaar niet meer dichtvriest in de winter. In het zuiden is de toestand minder dramatisch, maar ook daar kalven de ijslagen af en bewegen de gletsjers zich in de richting van de zee tegen de vijfvoudige snelheid van 30 jaar geleden.
The Making of Frozen Planet (63 min.) bevat zes onderdelen van elk zo’n 10 minuten. In Secret of the Vulcano (10 min.) zien we hoe vier verschillende teams de geheimen van de vulkaan Erebus op de Zuidpool proberen te ontsluieren: een team daalt af in de kristalgrotten die in het ijs ontstaat als gevolg van de stoom die uit het hart van de vulkaan ontsnapt. Een tweede team filmt de kokende lava in de vulkaan vanuit een helikopter op een hoogte van 4300 meter, het duikteam waagt zich in het ijskoude water aan de rand van de vulkaan om ons een blik te gunnen op de flanken van de berg en de bizarre wezens die er zich schuilhouden. Een vierde team filmt een school orka’s die in de buurt van de vulkaan op jacht gaat. Gewapend met een slowmotioncamera, een onderwatercamera en een rubberbootje steekt de ploeg van wal om unieke opnamen te maken van twee zeehonden op een ijsschots die hun aandacht trekken. De afloop is op voorhand bekend, maar na de zeehonden trekt de cameraploeg de aandacht van de orka’s. in gesloten formatie maken ze golven om het rubberbootje ondersteboven te draaien. Wegwezen is de boodschap! In Gone With the Wind (10 min.) zien we de cameraploeg die zich in lente voor vier maanden in de buurt van de broedplaats van de Adéliepinguins (Zuidpool) installeert om er de hele cyclus te volgen bij temperaturen tot min 40 graden en winden tot 160 km per uur. In Going With the Floe (10 min.) zien we een ploeg die in de buurt van Svalbard (Noordpool) op zoek gaat naar een ijsberenfamilie. Het valt niet mee om in het immense gebied de witte dieren op te sporen, maar op een ochtend komt een nieuwsgierige ijsbeer naar de boot. Een paar dagen later vindt de ploeg een wijfjesbeer met twee jongen, maar het wordt een gevaarlijke confrontatie!
The Emperors Return (10 min.) is een korte film in het kader van het belangrijkste onderdeel van Frozen Planet: de terugkeer van de keizerpinguïns naar en van hun broedplaatsen op het vasteland van de Zuidpool. Bij temperaturen tot min 50 graden probeert een cameraploeg de diertjes in en uit het water te filmen, maar het valt niet mee want dagenlang maakt een zeeleeuw de omgeving onveilig waardoor de pinguïns zich ver van de kust houden en vervolgens komen ze precies daar aan land waar de camera niet is opgesteld! Wolves in Winter (10 min.) speelt zich af in het Wood Buffalo National Park in het noorden van Canada, een gebied zo groot als Denemarken waar twee teams de jacht van een roedel wolven in beeld probeert te brengen. Uit een groep bizons proberen ze een jong te isoleren. Het is een opname die wegens de felle kou alleen vanuit een helikopter kan worden gefilmd waarbij de camera bovendien moet worden verwarmd. In Living at the Edge (10 min.) zien we de BBC-cameraploeg bij de Inuit in Siberië, een stam van walvisjagers helemaal in het oosten van Rusland aan de Beringzee, die voor alles aangewezen is op het water. Voor een paar vogeleieren wagen ze hun leven op de steile rotswanden van een eiland voor de kust.
CONCLUSIE
Liefhebbers van natuurdocumentaires kunnen aan deze uitgave niet voorbij, want Frozen Planet behoort tot het beste wat er ooit in dit genre is gemaakt. Met Richard Attenborough als gids maakt u een hele seizoencyclus aan de Noord- en de Zuidpool mee en ziet u hoe het landschap verandert en de dieren (vaste bewoners en toeristen) er paren, broeden en overleven is soms heel gure omstandigheden. Om het allemaal in beeld te brengen zijn kosten noch moeite gespaard en hebben ontelbare cameraploegen halsbrekende toeren uitgehaald, want noch de prachtige natuur en het wispelturige klimaat, noch de dieren die er leven of die het gebied in de lente aandoen zijn voorspelbaar en kunnen de plannen op elk moment in de war sturen waardoor levensbedreigende situaties ontstaan. Maar Frozen Planet laat u vooral kennis maken met een wereld waarover weinig bekend is terwijl hij zich over een belangrijk stuk van het aardoppervlak uitstrekt en van essentieel belang is voor ons klimaat en bij uitbreiding voor de klimatologische situatie op de hele planeet.